De wispelturige ontwikkeling van het wapen van Leiden
De bijnaam van de gemeente Leiden is de Sleutelstad en dat is te danken aan haar stadswapen. Dit wapen bestaat uit twee sleutels, een leeuw en een Latijnse spreuk. Het is een compositie van elementen die de ontwikkeling van het stadswapen door de eeuwen heen, heeft overleefd. Het Leidse wapen legt namelijk een wispelturige weg af, langs invloeden uit het christelijke Nieuwe Testament en de Rooms Katholieke Kerk, de Griekse geschiedenis en mythologie, de middeleeuwse (en islamitische) heraldiek en de Leids-Hollandse geschiedenis.
Leiden, van handelsgehucht tot handelsmacht
Ongeveer 1000 jaar geleden, bestaat Leiden uit drie gehuchten. Ze functioneren als een klein handelsplaatsje op de plek waar de Oude en Nieuwe Rijn samenkomen. In de 11e eeuw is Leiden een coherente nederzetting. Aangenomen wordt dat de gemeente in de 11e of 12e eeuw, een hofplaats, een residentie van de graven van Holland wordt. Leiden is dan een van de steden waar de graven hun eigendommen hebben en van tijd tot tijd verblijven.
Stadsrechten voor de lakenstad
In 1266 bevestigt de in Leiden geboren graaf Floris V, de Leidse stadsrechten. Dit brengt bijzondere en belangrijke privileges voor de stad mee. Voorbeelden zijn het recht om tol te heffen en stadsmuren te bouwen en het recht op eigen rechtspraak. Er breekt een periode aan waarin de lakenindustrie bloeit en groeit. Leiden ontwikkelt zich mee en behoort dan tot een van de grootste steden van Holland. En daarbij hoort een stadswapen.
Heraldische onderscheidingssymbolen
De oorsprong van een wapen is te vinden in de heraldiek. Dit betekent niets meer of minder dan het onderscheiden van een ander. Zo is het ook in de tijd van de geharnaste ridders en hun toernooien in de middeleeuwen, een adellijke aangelegenheid. De feodale heersers van die tijd onderscheiden zich door middel van kleuren en symbolen waaraan een diepere betekenis wordt toegedicht.
Het wapen als teken van macht
Onderscheidingssymbolen pronken vaak op (wapen)schilden. Dit adellijke wapenschild is de oorsprong van het heraldische wapen waaronder ook het stadswapen te rekenen valt. Na de adellijke heersers gaan ook boeren, burgers, geestelijken en steden over tot het voeren van een wapen, en gaan ook zij zich onderscheiden. Voor een groot deel van de ongeletterde bevolking, is het wapen een visueel teken van herkenning. Naast de representatieve functie, geeft het wapen aan hoe ver de macht van de vorst, stad, klooster of andere groep reikt.
Petrus wordt verbonden aan het groeiende Leiden
De opkomst van Leiden en het oplopende inwonersaantal, leidt tot de oprichting van een kerk van omvang, de Leidse Sint-Pieterskerk, de oudste van de stad. Over de stichtingsdatum van de kerk, heerst onenigheid bij onderzoekers. In het compromis wordt aangenomen dat de kerk in de 12e eeuw een grafelijk eigendom is. In 1121 wordt de kapel gewijd aan de heiligen Petrus en Paulus. In de Petruskapel wordt graaf Floris V, bouwer van de Ridderzaal en het Muiderslot, gedoopt. Op latere leeftijd besluit hij dat de kapel waar hij is gedoopt, gebruikt zal gaan worden als parochiekerk.
Petrus de beschermheilige
Net zoals voor veel andere steden in het Rooms Katholieke grondgebied, waaronder Rome en Trier, wordt Petrus de beschermheilige van Leiden. Een beschermheilige is een heilige, of engel, die wordt beschouwd en vereerd als beschermer van een individu, kerk, stad, land of beroepsgroep. Als autoriteit en voorbeeldfiguur binnen het christendom, is Petrus een populaire beschermheilige in de Middeleeuwen.
Petrus, de rots van het geloof
Aan het begin van de christelijke jaartelling, is de latere discipel Petrus aanvankelijk een Joodse visser, Simon genaamd. Hij is een van de eerste volgelingen van Jezus en nauw betrokken bij de stichting van de nieuwe religie. In Johannes 1:42 is vastgelegd dat Jezus, Simon de naam Petrus geeft. Petrus is een vertaling van het Aramese
Kepha en betekent rots (
petra in het Grieks). Hiermee wordt de status van Petrus door Jezus veranderd. Jezus stelt hem niet aan als leider van de twaalf discipelen maar hij is wel degene die het meest op de voorgrond treedt.
Volgens auteurs van het Nieuwe Testament houden Jezus en Petrus zielsveel van elkaar. Met gepaard gaande grootsheid, benoemd Jezus tijdens Petrus’ geloofsbelijdenis, opgetekend in Mattheus 16: 16-18, hem tot de rots van het geloof. Petrus verkrijgt hiermee het leiderschap van de gemeenschap van de kerk na de dood van Jezus. Hij wordt de eerste bisschop van het christendom en door velen, Rooms-Katholieken, erkent als de eerste paus. De opeenvolgende pauzen zijn de opvolgers van Petrus, discipel, apostel, rots, voorbeeld, bisschop, paus en heilige.
Petrus en de sleutels van het nieuwe denken
De autoriteit, de status van Petrus, wordt, zo staat er in Mattheus 16:19, vergroot als hij de sleutels van het Koninkrijk der hemelen krijgt. Het begrip ‘sleutels’ wordt in de Bijbelexegese en in bovenstaand verband, metaforische geïnterpreteerd. De sleutels zijn leidraden tot de kennis van God, het nieuwe geloof en mogelijkheden voor de mens deze kennis in hun leven te kunnen incorporeren. De sleutels, of in christelijke terminologie: de aanwijzingen om de deur tot God te openen, vertrouwt God toe aan mensen die ‘nieuw’ willen denken en handelen. De daden van de mens op aarde, zullen navenante gevolgen hebben in het koninkrijk der hemelen, dus na de dood in de hemel. Dit betekent dat de hemel zal worden geopend voor de gelovigen, voor ongelovigen blijft het dicht.
Alle twaalf de discipelen krijgen de sleutels maar Petrus wordt, volgens Mattheus, hier direct en persoonlijk op aangesproken. Zodoende wordt hij vaak afgebeeld met sleutels in zijn handen. Petrus krijgt zodoende naast de rots van het geloof, nog een attribuut toegedicht, de sleuteldrager.
Petrus op het Leidse stadswapens
Het is niet onlogisch dat Petrus en zijn attributen, de sleutels, door de Leidenaren op hun wapen worden afgebeeld. Echter, met afbeeldingen van Petrus en de sleutels gaan de Leidenaren, door diverse tijdsgewrichten, op hun eigen manier om.
Een zegel als identificatie, het eerste wapen
De eerste bekende stadswapenafbeelding van Leiden bestaat uit een laatmiddeleeuwse zegel. Een zegel is een onderscheidingsteken, het stadswapen in dit geval, waarmee de zegeldrager kan worden geïdentificeerd. Het eerste geschiedkundige bewijs van het stadswapen van Leiden, is van een zegel dat in gebruik is van 1364 tot 1416. Hierop zijn twee gekruiste sleutels afgebeeld die verwijzen naar de sleutels van de beschermheilige. Niet Petrus maar de symbolische sleutels die de toegang verschaffen tot het Koninkrijk van God, staan op het zegel.
Op een zogenaamd signet, de kleinste vorm van een zegel, waarschijnlijk uit de 14e en 15e eeuw, zijn de sleutels voor het eerst te zien afgebeeld op een wapenschild, aan de voeten van Petrus. De beschermheilige, wordt als persoon en met de sleutels van het christelijke geloof, afgebeeld.
Heidense invloed: De leeuw in het Leidse stadswapen
Ruim een eeuw later wordt er door de Leidenaren een leeuw toegevoegd aan het stadswapen, een dier dat van nature niet in Nederland voorkomt. Petrus, beschermheilige, rots van het geloof, sleuteldrager, heeft dan als persoon afgebeeld op het stadswapen, voorgoed afgedaan.
Griekse Mythologie
In de Griekse mythologie en verhalen komt de leeuw veel voor en staat het dier voor kracht, vooral overwonnen kracht. Heracles draagt de huid van de leeuw die hij heeft verslagen, leeuwen trekken de wagens van de goden en Macedonische koningen richten leeuwenbeelden op bij gewonnen veldslagen.
Islamitische heraldiek
Het is waarschijnlijk dat tijdens de kruistochten van 1096 tot 1271 de kruisvaarders een leeuwentraditie van hun vijand overnemen. In het huidige Midden-Oosten zien de middeleeuwse Europeanen dat verscheidene van hun islamitische tegenstanders leeuwen in hun wapenschilden voeren. Een beroemd voorbeeld is de machtige sultan Baibars, ook wel ‘de leeuw van Egypte’ genoemd. Hij brengt de kruisvaarders verpletterende nederlagen toe, terwijl hij een leeuw in zijn vlag voert. Via terugkerende kruisvaarders bereikt de leeuw uiteindelijk ook de Lage landen. De oudste afbeelding van het wapen van een Hollandse graaf staat op het zegel van Dirk VII (1190-1203). Dit zegel hangt aan een oorkonde uit 1198 en toont de graaf te paard met voor zich een schild waarop een leeuw is afgebeeld. De leeuw maakt een spectaculaire opmars en wordt in verschillende wapens in Holland opgenomen, zo ook bij de familie Oranje-Nassau en later bij de Staten-Generaal der Nederlanden (1464 – 1795).
De leeuw verslaat Petrus
De Leidse beschermheilige Petrus wordt overdrachtelijk door de leeuw van het Leidse stadswapen gestoten. Petrus heeft als persoon afgebeeld op het stadswapen afgedaan. Een teken van de tijd waarin het gedachtegoed van de Reformatie binnen het christendom zich in dit deel van Europa snel verspreidde. En een tijd waarin het in zwang is de krachtige leeuw op een wapen af te beelden.
Eeuwenlang gehannes met de leeuw op het wapen
Het eerste Leidse stadswapen waarop een leeuw staat afgebeeld, komt voor op een zegel uit de periode 1587-1694. De leeuw houdt in zijn rechterklauw een opgeheven zwaard. Deze afbeelding blijft, in diverse uitvoeringen, in gebruik tot in de 18e eeuw.
Een of twee leeuwen
Om onduidelijke reden(en), wordt vervolgens het stadswapen, met daarop de twee sleutels, vastgehouden door twee leeuwen.
Leiden krijgt in de napoleontische tijd de mogelijkheid het stadswapen uit te breiden. Het is niet bekend of de Leidenaren daar gebruik van hebben gemaakt. In de Franse (1795 – 1815) tijd wordt er wel een stadswapen ontworpen waarop slechts een leeuw met de sleutels wordt afgebeeld. Gedurende de Franse tijd, zijn er zodoende twee Leidse stadswapens in omloop waarop, of een, of twee leeuwen staan afgebeeld. De sleutels van al eerder verdwenen Petrus, blijven een constante factor op het Leidse stadswapen.
Met de totstandkoming van het soevereine koninkrijk der Nederlanden, krijgt Leiden een nieuw stadswapen dat sterk lijkt op het wapen dat gebruikt werd voor 1795. Het ondergaat enkele aanpassingen en wordt in 1816 door de koning vastgesteld. Op het Leidse stadswapen worden twee sleutels afgebeeld op een wit of zilver schild, vastgehouden door twee leeuwen.
Het officiële huidige stadswapen
Vijf jaar na de Tweede Wereldoorlog, wordt door de koningin wederom een nieuw stadswapen van Leiden vastgelegd. Het is het wapen dat tot op de dag van vandaag wordt gebruikt.
Een leeuw
De vertrouwde sleutels staan erop afgebeeld, zijn onaantastbaar maar het huidige wapen toont niet twee leeuwen maar weer een exemplaar. Het dier bevindt zich op een vestingmuur waarop de volgende Latijnse wapenspreuk staat,
Haec libertatis ergo, ‘dit omwille van de vrijheid’. De strijdbare leeuw is een metafoor voor het Leidse verzet tegen de Spanjaarden ruim vier eeuwen geleden. Specifiek wordt de standvastigheid van de Leidenaren tegen de omsingeling van de Spanjaarden bedoelt. Tot op de dag van vandaag wordt op 3 oktober de bevrijding van de Spanjaarden in 1575 gevierd. Naast deze belangrijke Leidse geschiedenis, vormt eveneens de bevrijding van Nazi Duitsland, in 1945, inspiratie voor de toegevoegde tekst. Op het huidige wapen rust de leeuw op een schild waarop de twee gekruiste, rode sleutels, staan afgebeeld. In de andere klauw heeft de leeuw een omhoog gestoken zwaard vast.
Simplificatie van het wapen in de 21e eeuw
Het lijkt erop dat de Leidenaren content zijn met het huidige officiële stadswapen, er zijn sinds 1950 geen geluiden het aan te passen. Meegaand met deze tijd waarin treffende en pakkende logo’s, symbolen en pictogrammen bij de mens blijft hangen, is ook het Leids wapen voor het gemak gesimplificeerd. Slechts twee simpele rood-witte sleutels staan afgebeeld, meestal op een rood-witte achtergrond.
De leeuw verdwijnt in het gebruik
En al is het niet officieel, de leeuw, die is weer verdwenen, waardoor het stadswapen van Leiden in de 21e eeuw, weer lijkt op de eerste versie uit 14e eeuw.