Het Traktaat van de kampernoeljes, genaamd duivelsbrood
Het Traktaat van de kampernoeljes, genaamd duivelsbrood is een gedrukte tekst over paddenstoelen die werd opgenomen in een Antwerps kookboek uit 1668. Dit traktaat bestaat uit een uitleg over eetbare en niet-eetbare paddenstoelen, waar en wanneer ze voorkomen, hoe ze eruit zien en wat hun eigenschappen zijn voor de gezondheid.
Daarnaast komen diverse bereidingswijzen voor zwammen aan bod. Tot slot volgen enkele remedies, wanneer verkeerde soorten zijn gegeten.
Artes literatuur
Dit soort non-fictieve teksten uit de Middeleeuwen en de Renaissance over voedsel, al dan niet vergezeld van keukenrecepten, behoort tot de artes-literatuur. De definitie van dit genre niet-literaire teksten luidt meestal als volgt: alle geschriften die een utilitair, instructief, en niet (hoofdzakelijk) een recreatief, esthetisch, religieus of emotioneel doel beogen.
Artesteksten zijn onder te verdelen in drieën. Ten eerste de Artes libera-les, onderverdeeld in Trivium (grammatica, retorica, dialectica) en Qua-drivium (aritmetica, musica, geometria en astronomia).Ten tweede de Artes mechanicae (opificium, armatura, navigatie, agricultura, venatio, medicina, theatrica) en ten derde de Artes magicae of verboden kunsten.
Het paddenstoelentraktaat van Franciscus van Sterbeeck behoort tot de tweede categorie, de Artes mechanicae, en valt onder 'agricultura', landbouw en huishouding, en 'medicina', geneeskunde. Tot 'agricultura' behoren onder meer geschriften op het terrein van botanie en kookkunst; bij 'medicina' zijn onder andere geneeskunde, gezondheidsregimina, farmaco-botanie en kruidenboeken in te delen. Deze 'vakliteratuur' vraagt om een multidisciplinaire benadering. Dit is een reden dat deze tekstuitgave is verzorgd door twee auteurs uit verschillende disciplines. Arno van 't Hoog is bioloog; Marleen Willebrands is diëtist en neerlandicus. De twee hoofdstukken over de botanische aspecten in het Traktaat zijn geschreven door Arno van 't Hoog. Marleen Willebrands bezorgde de transcriptie en hertaling van het Traktaat en de overige hoofdstukken, waaronder het medische deel en de bewerking van de keukenrecepten.
Van Sterbeecks kampernoeljessoorten
Van Sterbeeck presenteert in het Traktaat zijn eetbare paddenstoelen, onderverdeeld in drie'soorten'.pradelli of weidepaddenstoelen, boleti en kampernoeljes of duivelsbrood. Het is een rangschikking naar smaak en kwaliteit: de eerste soort is het beste, smakelijkste, de daaropvolgende zijn van iets mindere kwaliteit. De boleti verdienen eigenlijk een plaats binnen de beste categorie, vindt Van Sterbeeck, omdat ze het minst gevaarlijk zijn.
Van deze soorten zijn alleen de pradelli eenvoudig op naam te brengen als weidechampignon, gebaseerd op de witte kleur en rode plaatjes. Onder pradelli geeft Van Sterbeeck een tamelijk uitgebreide verhandeling over exemplaren die volgens hem sterk hierop lijken, maar die toch 'niet zo goed' zijn. Met name het feit dat ze verkleuren en vlekken veroorzaakten, schrikte hem af. Blauwkleuring was voor Van Sterbeeck een van de kenmerken van giftigheid. Hij verwijst daarbij naar Dodoens, die dezelfde blauwkleurende paddenstoel beschrijft:
In het origineel van Van Sterbeeck klinkt dat als volgt:
Ons sijn nu bekent 3 soorten van goede fungi soo door het aenwijsen van de herbaristen ende vermaerde auteurs, als door ons eyghen ondervindigh, doch de boeren soo jonck als out, hebben in ons quartieren rechte kennis van de goede camper-noillien, want sy die soo wel weten te koken, als te plucken om te verkopen.
Voor het eerste soo sijn de pradelli de beste, daernaer de boleti, ten 3e de fungi. Pradelli is den naem in Italiaens, Fungus pratensis, in Latijn. Dese pradelli sijn plat van hoofdeken, wit en hert van vlees oft substantie niet lanck van stele. Onder het mutsken oft schotelken is root mergh als corael seer lieflijck om aensien. Dese groy-en niet als in de vlacke velden ende weyen, haer schotelken is ordinaeris met een bruyn velleken overtrocken doch sijn niet heel groot van stuck, maer plat oft wat verheven van schotelken, het teecken van haer ondeught, is, als het root corael swert is, want dan hebben oock eenen onliefelijcken reuck, waerdoor sy oock (soo Lobel seght) dodelijck worden.
Het Traktaat van de kampernoeljes, genaamd duivelsbrood. Franciscus van Sterbeeck (1665) een paddestoeltraktaat uit de 17de eeuw, bezorgd en van commentaar voorzien door Marleen Willebrands en Arno van ’t Hoog. Uitgeverij Verloren 2006. ISBN 90 6550 917 8.
© 2008 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Godenspijs of duivelsbroodPaddenstoelen en zwammen zijn wonderlijke organismen, die een aparte plaats innemen in de natuur. Lange tijd was het onb…
Zwammen in de 17de eeuwPaddenstoelen hebben altijd sterk tot de verbeelding gesproken, vaak in ongunstige zin. Namen als heksenboleet en doodst…
Soorten kastelenKastelen zijn behalve prachtig ooit ook belangrijke vestigingen geweest voor heersende partijen. Kastelen waren erg ster…
Bronnen en referenties
- Info: Bibliotheek van de herboristen. www.everyoneweb.com/herbarius.