De verovering van Zoutkamp in 1589
De vrijheidsstrijd van de Nederlanden tegen Spanje, beter bekend als de 8O-jarige oorlog, begon in 1568. Na twintig jaar strijd was de gewenste vrijheid echter nog lang geen werkelijkheid. In tegendeel, de situatie leek hopeloos. Er was geen geld meer, met het leger (dat bestond uit huursoldaten) viel daardoor weinig uit te richten, er was geen krachtige leiding en de bekwame Spaanse landvoogd Parma kortte met zijn veroveringen steeds verder het bevrijde gebied in. Maar spoedig keerde het tij.Inhoud
- Van Zoutkamp begint de victorie
- De situatie in Groningen
- Schans De Soltkamp
- 15-20 oktober, de verovering van Zoutkamp
- Bestorming
- Tenslotte
Van Zoutkamp begint de victorie
Filips II wenste heerschappij te verkrijgen over heel West-Europa en zo werd Parma gedwongen zich eveneens bezig te houden met (vergeefse) pogingen Engeland en Frankrijk te onderwerpen. Van deze, voor ons land gunstige, situatie maakte het drietal Oldebarneveld, Maurits en Willem Lodewijk goed gebruik. De eerste was een kundig staatsman die er onder andere voor zorgde dat de soldaten op tijd betaald werden. Prins Maurits, sinds 1585 stadhouder en kapitein-generaal en admiraal van Holland en Zeeland, bleek een bekwaam militair aanvoerder. Zo ook zijn neef Willem Lodewijk, sinds 1584 stadhouder en kapitein-generaal van Friesland en de Groninger Ommelanden (alleen dat laatste gebied moest hij nog wel veroveren). De stadhouders hielden een klein, maar goed geoefend en uiterst mobiel leger op de been. In de jaren na 1588 lukte het hun grote delen van ons land te veroveren op de Spanjaarden, inclusief Groningen. Maar daar ging nog heel wat strijd aan vooraf; een strijd die in 1589 begon met de verovering door Willem Lodewijk van enige schansen in de Ommelanden, waaronder de schans de “Soltkamp”. Zo begon 400 jaar* geleden, voor wat het noordwesten der provincie betreft, van Zoutkamp de victorie.De situatie in Groningen
Friesland behoorde sinds 1580 tot bevrijd gebied. Graaf Willem Lodewijk van Nassau was er als stadhouder gekozen door de Staten van Friesland en aangesteld door de Staten-Generaal (van de Verenigde Nederlanden). (Vanwege die “Staten” worden de troepen van Willem Lodewijk - en ook die van Maurits - de “Staatse” troepen genoemd.) Stadhouder in het noorden vanwege de Spaanse koning was Francisco Verdugo. Ter verdediging van het Spaanse gebied diende een aantal schansen, onder meer Zoutkamp, De Opslag, gelegen op de plaats die na 1600 de naam Kommerzijl kreeg, Ter Borg (bij Warfhuizen), Aduarder Steentil, Noordhorn, Enumatil, Delfzijl, Reide aan de Eems en Zwaagstertil aan de Dollard. De stad Groningen was een omwalde vesting. Aan de zuid- en westkant van de Lauwerszee dienden de schansen Munnikezijl, Kollumerzijl en Oostmahorn ter verdediging van het Staatse gebied. In deze situatie had (ook) het Marnegebied veel te lijden van elkaar bestrijdende partijen, waarbij Staatse troepen vanuit Friesland regelmatig plundertochten ondernamen naar Noord-Groningen, (Wat dat betreft zou de verovering van Zoutkamp een zegen voor de hele Marne betekenen: er kwam eindelijk rust.)Zoutkamp wordt doelwit
Het zal duidelijk zijn dat Willem Lodewijk, om de Ommelanden en de belangrijke stad/vesting Groningen te veroveren, eerst bovengenoemde schansen op Gronings gebied moest innemen. In dat verband waren Zoutkamp en Delfzijl van extra belang. Vooral Zoutkamp, omdat met die schans de toevoer vanaf de zee naar Groningen beheerst werd. Maar Enumatil was het eerst aan de beurt. Op 1 maart 1589 werd de schans veroverd (ruim een jaar later zou ze echter door de Spanjaarden worden heroverd). Vervolgens werden in juni Zwaagstertil en Reide (niet ver van Delfzijl) genomen. Eind september besloot de Friese stadhouder Zoutkamp aan te vallen.
Schans De Soltkamp
De schans had een behoorlijke wal en gracht, maar de ruimte van binnen was zo krap en de bastions waren zo klein dat een honderdtal soldaten er hun verdedigingswerk eigenlijk niet goed konden verrichten. Lastiger voor de verdediging was echter dat de dijk door de gracht heenliep tot aan een bastion. De aanvallende partij kon dus dat bastion nogal gemakkelijk naderen. Hoe de schans precies gesitueerd was is niet duidelijk. Wel bestaat er een plan van de schans uit de 18de eeuw, waarop te zien is, waar de drie landbastions lagen die Willem Lodewijk liet aanleggen bij de vergroting na de verovering in 1589. Er vonden in de loop der jaren veel verbouwingen plaats. Welke delen van Zoutkamp ooit tot de vestingwerken behoorden, is aangegeven op een tekening uit 1955 van de Planologische Dienst. In ieder geval lijkt het zeker dat de Hervormde Kerk staat binnen het oorspronkelijke bastion.Situatie vóór de slag in 1589
In de schans lag in 1589, toen ze nog niet in Staatse handen was, een bezetting van 84 man; geen Spanjaarden, maar soldaten aangeworven door de stad Groningen. De edelman Tjaert Herema was er hopman. Hij was een schoonzoon van de burgemeester van Groningen, Jochem Ubbema. E. van Reyd, op wiens beschrijving (uit 1650) van de verovering wij ons baseren, zegt dat Herema zijn positie als hopman niet te danken had aan “ krijgservarentheyt”, maar aan de gunst van z’n schoonvader. In ieder geval was de hopman zelf niet in de schans aanwezig toen de aanval begon. Hij vermaakte zich, aldus M. D. Teenstra in zijn “ Kroniek “, op de Tammingaborg bij Homhuizen “met flesch en het kruidhoorn, drinkgelagen en jagt-partijen” , terwijl zijn luitenant het bevel over de schans waarnam.