De Verenigde Staten, 1890-1920 de Eerste Wereldoorlog
Aan het eind van de negentiende eeuw kende Amerika geen echte buitenlandse politiek. Het beperkte zich tot een neutrale houding te opzichte van Europa. Pas rond de eeuwwisseling komt er langzaam interesse voor het buitenland. Deze belangstelling kwam onder meer doordat de westwaartse expansie, in de Verenigde Staten zelf, op de Indische Oceaan gestuit was, en langzaam aan tot stilstand kwam.
De Amerikaanse buitenlandse politiek 1890-1914
Internationaal gezien was de V.S. slechts een tweederangs mogendheid en in het land bestond een grote verdeeldheid over de internationale rol van de Verenigde Staten. Sommigen ambieerden een wereldmacht op de langere termijn, terwijl anderen geen afbreuk wensten te doen aan de isolationistische politiek die de V.S. tot dan toe bedreven had.
In de internationale arena werd dan ook geen rekening gehouden met de Verenigde Staten, ondanks dat deze sinds 1890 de grootste industriële macht was. Pas na de overwinning op Spanje in 1898 kreeg de rest van de wereld oog voor de Verenigde Staten. Amerika had ingegrepen om de vrijheidstrijd van de Cubanen tegen de Spaanse onderdrukkers in het voordeel van de Cubanen te beslissen. Tevens werden de Filipijnen, Puerto Rico en Guam geannexeerd.
Met betrekking tot het Caribische gebied stelde de Verenigde Staten zich open op. Wanneer deze in financiële problemen dreigde te komen door grote schulden bij de Europese naties, hielp de Verenigde Staten een handje. Zodoende maakten ze zich niet geliefd bij de Europese mogendheden, maar voorkwamen ze wel dat de Europese landen overgingen tot interventie in de Caraïben.
De Amerikaanse interventie in de Eerste Wereldoorlog
Zowel de Amerikanen als de Europeanen waren van mening dat de Eerste Wereldoorlog niet het langlopende conflict zou worden waarin het uiteindelijk zou transformeren. De Verenigde Staten stelden zich neutraal op, maar naarmate de oorlog verliep werd hun positie onhoudbaar. Nadat Duitse bombardementen op verschillende schepen meerdere Amerikaanse levens hadden geëist en de Duitsers tevens de duikbotenoorlog uitbreidden tot elk schip in de Engelse, Franse en Italiaanse wateren, werd deelname aan de oorlog onvermijdelijk. Bovendien ontving president Wilson een geheim telegram waaruit bleek dat Duitsland Mexico opjutte voor een oorlog tegen de Amerika.
Het ingrijpen van de Verenigde Staten zou de uitslag van de oorlog in het voordeel van de geallieerden beslissen. President Wilson had al in 1917 het idee omarmd van een ‘Leage for Peace’. Er moest na de oorlog een bond gevormd worden om latere oorlogen te voorkomen. Hiervoor had Wilson 14 punten geformuleerd. De diplomatiek moest inzichtelijk worden en vrede moest in openheid gesloten worden. De vrijheid op zeeën moest gewaarborgd worden en er moest een vrije markt gevormd worden. Bewapening moest worden gereduceerd en de koloniale vraagstukken moesten opgelost worden, rekening houdend met de autochtone bevolking. In het laatste punt pleit Wilson voor een Volkenbond die de territoriale integriteit en de politieke onafhankelijkheid van naties waarborgde.
Ondanks dat Wilson de initiatieven nam tot het vormen van de Volkenbond kon hij niet op toestemming van de Senaat rekenen om Amerika toe te laten treden tot deze bond.
De binnenlandse politieke consequenties van de oorlogsvoering
De Progressives waren ervan overtuigd dat de oorlog zou bijdragen aan een eenheidsgevoel in de natie. De sociale tegenstellingen zouden verdwijnen en patriottisme en dienstbaarheid zouden ervoor in de plaats komen.
Ter bevordering van de Amerikaanse oorlogsindustrie werd een War Industries Board opgericht. Hoewel deze zeer gebrekkig in de organisatie was, zorgde het voor een nauwere samenwerking tussen de grote industriëlen en de overheid. Pas nadat de president meer bevoegdheden over deze organisatie had gekregen slaagde ze erin meer efficiënt te operen.
Zowel de ondernemers als de boeren profiteerden van de oorlogsinspanningen
De homogenisering van de natie had echter ook schaduwkanten. Andersdenkenden werden met grote achterdocht bejegend. Er hing een zieke angst voor spionage en natieondermijnende activiteiten. Alles wat politiek radicaal was moest het ontgelden.