De machtsgreep van Hitler
De persoon Adolf Hitler is wellicht één van de meest bekende of beruchte personen in de Nederlandse geschiedenis. In dit artikel de aanloop naar de machtspositie van Hitler. Hoe heeft het zover kunnen komen en in hoeverre is de machtsgreep van Hitler eigenlijk democratisch geweest? En wat was de link met de Eerste Wereldoorlog?
De machtsgreep van Hitler
De Eerste Wereldoorlog deed Europa op zijn grondvesten beven. Bij de vredesbesprekingen in Versailles probeerden de wereldleiders de vrede veilig te stellen, zij wilden geen verwoestende oorlog meer. Desondanks brak twintig jaar na de vredesregelingen de Tweede Wereldoorlog uit door toedoen van Hitler. Na de Eerste Wereldoorlog kreeg Europa te kampen met een veelvoud aan problemen waar hij gebruik van wist te maken. Ook de herstelbetalingen speelden hem in de kaart, evenals het feit dat Duitsland als schuldige voor de oorlog werd aangewezen. Was de machtsovername van Hitler democratisch? En op welke wijze was de tijd waarin hij leefde van invloed op de machtsgreep? Wanneer men spreekt over de Tweede Wereldoorlog, wordt gesproken over de dictator Adolf Hitler. In dit essay zal gekeken worden of Hitler op een democratische wijze aan de macht is gekomen en hoe het zover heeft kunnen komen. Het is interessant om te bekijken omdat de Tweede Wereldoorlog een stempel heeft gedrukt op de twintigste eeuw. Om tot een sluitende conclusie te kunnen komen, zal hierna een beschrijving volgen aan de hand van meerdere auteurs om tot een zinvolle conclusie te kunnen komen.
Gevolgen Eerste Wereldoorlog
Duitsland had voor de Tweede Wereldoorlog een tekort aan grondstoffen en leefruimte (Lebensraum). De druk van de herstelbetalingen was goed merkbaar. Volgens Hitler zou de Duitse economie het land nog een jaar of vier kunnen dragen; er moest ingegrepen worden door middel van gebiedsuitbreiding.
Door de naoorlogse inflatie na de Eerste Wereldoorlog en de consequenties van Versailles 1919 zagen de Junkers zich genoodzaakt de druk op de boeren te vergroten. De boeren keerden zich daarop tegen de landadel en president Hindenburg (tevens een Junker). De beurskrach en de daaropvolgende depressie deden de bom ontploffen; hoge werkloosheid en oplopende schulden zorgden dat het vertrouwen in de politiek onherstelbare schade opliep. De eerste schade was al toegebracht door de stichting van een democratische republiek; Duitsland had geen democratie in het verleden en keek er ook nu met argwaan tegenaan. De elite en de middenklasse in Duitsland zagen hun uitvlucht in de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP).
NSDAP
In 1925 had deze partij een herstart gemaakt na de vrijlating van Hitler en zij had de steun van de nationalisten en de legertop. De partij werd gedurende de crisis radicaler en de middenklasse hoopte op een economische groei, terwijl de elite door de NSDAP hoopte de democratie omver te kunnen werpen. Wat de partij duidelijk onderscheidde van andere partijen was de leidercultus. Zij had een sterk figuur aan het hoofd nodig (een Führer) om de partij bij elkaar te houden zodat er geen versplintering plaats zou hebben. Deze sterke man werd gevonden in de persoon van Adolf Hitler, onder andere vanwege zijn briljante toespraken. Zijn toespraken hadden veel toehoorders door de slechte omstandigheden in Duitsland.
Nationalisten tegenover de communisten
Hoe breed was de steun voor Hitler nou in feite en hoe kwam hij aan deze basis voor zijn (uiteindelijk) totalitaire macht? Zoals eerder gezegd zag hij dat Duitsland er op economisch gebied zeer slecht voorstond. Het economische wanbeleid tussen 1918 en 1932, tezamen met de herstelbetalingen en de beurskrach van 1929, maakte de situatie onhoudbaar. Door de revisionaire houding won Hitler al snel de steun van nationalisten en legerleiding . Uiteindelijk zorgde de beurskrach voor de val van de Reichstag; het verdwijnen van het buitenlandse kapitaal uit het verzwakte Duitsland zorgde dat de werkloosheid en de schulden nog verder opliepen. De druk op het economisch systeem werd zo groot dat het nauwelijks het rijk nog dragen kon. In deze nijpende situatie wonnen de nationaal-socialisten veel stemmen, omdat hun partijprogramma de politieke, economische en sociale eisen van het Duitse volk verenigde tot één plan. De tegenstroming was de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD), aangesloten bij de Comintern (een internationaal samenwerkingsverband van communistische partijen onder Russische leiding). De samenwerking met de Deutsche Volkspartei in 1930 maakte de NSDAP voor het eerst een partij met politieke invloed. De KPD daarentegen weigerde samen te werken met de sociaal-democraten omdat die in 1919 namens Duitsland het verdrag van Versailles hadden ondertekend. De nationalisten wonnen steeds meer stemmen in Duitsland, waar de communistische partijen aanhang verloren door de dreiging van het communisme vanuit Rusland. In 1930 volgde echter een politieke patstelling waarbij geen meerderheidscoalitie meer gevormd kon worden. President Hindenburg kreeg hierdoor buitengewone machten (volgens Artikel 48 uit de grondwet) tot de volgende verkiezingen .
Hitler in het kanselierschap
In juli 1932 volgden die nieuwe verkiezingen, de partij van Hitler behaalde bijna veertien miljoen stemmen waarop Hitler het kanselierschap opeiste. Dit wordt hem echter geweigerd door Hindenburg. Al in november 1932 volgden herverkiezingen waarbij de NSDAP twee miljoen stemmen verloor. Grote industriëlen drongen echter bij Hindenburg aan Hitler te steunen in de strijd tegen het communisme en tegen het verval van de economie. Op 4 januari 1933 kwamen Hitler en kanselier Von Papen in het geheim samen, waarna de schulden van de NSDAP verdwenen bleken . Op 30 januari kreeg de leider van de nationaal-socialisten het kanselierschap aangeboden in de hoop dat hij de crisis kan bezweren. Dit bleek achteraf een miscalculatie van de conservatieven, zij hadden gedacht dat Hitler getemd zou worden als hij eenmaal aan de macht zou zijn én dat de aanhangers van de NSDAP af zouden druipen wanneer Hitler af zou zwakken. Beiden gebeurden echter niet. In de zes maanden na zijn benoeming schakelde Hitler alle oppositie uit, wat vergemakkelijkt was door het besluit van de coalitiepartners in 1933 een eind te maken aan het parlementair systeem in Duitsland. Om de volledige macht naar zich toe te kunnen trekken schreef hij nieuwe verkiezingen uit en plaatste direct censuur op alles wat de nieuwe staat (Duitsland onder de vlag van de NSDAP) schade kon berokkenen. Ook geweld en intimidatie werden niet geschuwd, vooral niet tegen communisten en socialisten. Op 27 februari 1933 breekt de brand bij de Rijksdag (het gebouw van de Duitse overheid) uit; aangestoken door de communistische Marinus van der Lubbe als individueel protest tegen Hitler. Van der Lubbe gaf hiermee onbedoeld een troefkaart aan Hitler die de noodsituatie uitroept en middels artikel 48 uit de grondwet allerlei volmachten naar zich toetrok. Binnen zeer kort tijdsbestek werden 25.000 mensen ingesloten als staatsgevangenen . Bij de verkiezingen haalde de NSDAP een meerderheid, hoewel in een aantal deelstaten de uitslag in het nadeel van de partij was. Hier werden direct SA-troepen (Sturmabteilung, ook wel de bruinhemden; privé-leger van de NSDAP om partijbijeenkomsten te beveiligen) heen bevolen om door middel van geweld aanhang te winnen, of de oppositie monddood te maken. Op 14 juli 1933 was de NSDAP vervolgens de enige legale politieke partij in Duitsland. Feitelijk gezien bestond de enige bedreiging voor Hitler zijn macht uit de groot geworden SA. Deze stond onder leiding van Ernst Röhm, een voormalig legerkapitein, en was loyaal aan Röhm, niet aan Hitler. De legertop keek met argusogen naar de SA en had nooit Hitlers zijde gekozen. In juni 1934 begonnen de problemen serieus te worden en de top van de NSDAP greep vlot en hardhandig in: De nacht van 30 juni (‘De nacht van de lange messen’) werden 85 mannen van de SA omgebracht, waaronder Röhm. Na deze nacht verklaarde de rest van de SA zich loyaal aan Hitler en nu de leider een zijde gekozen had, bleek ook het leger bereid steun te geven aan Hitler.
De Britse historicus Ian Kershaw wijst erop dat Hitler kanselier kon worden omdat het systeem van meerdere politieke partijen afgeschaft werd. Dick Geary, historicus verbonden aan de universiteit van Nottingham, wijst vervolgens ook op het feit dat de verkiezingen van 1932 reëel gezien een overwinning waren voor de communisten en dat de stemmen op Hitler al terugliepen. Ten slotte plaatst Geary de kanttekening dat de nationaal-socialisten in het kabinet onder Hitler in de minderheid waren en dat Von Papen aannam dat zij wel ingetoomd zouden worden.
Conclusie
In hoeverre was de machtsovername nou democratisch en hoe kon deze plaatsvinden? Allereerst dient gewezen te worden op de slechte situatie in het naoorlogse Duitsland waar herstelbetalingen en recessie een stempel drukten op de economie. Hoge werkeloosheid zorgde voor onrust in de jonge democratie in een land zonder ervaring met het democratisch systeem. In deze enscenering groeide de aanhang van de NSDAP snel; een partij tegen de democratie en voor een rigoureus andere politiek. Binnen deze partij heerste een leidercultus om de partij bijeen te houden, deze leider werd gevonden in de persoon van Adolf Hitler. Tot 1933 breidde hij zijn macht uit langs de politieke, democratische weg, maar na de brand in de Rijksdag werd hij een dictator. Zo schakelde hij de oppositie uit, stelde censuur in en verbood partijen.