Oost-Europa na de Sovjet-Unie
In 1985 vond een wisseling van de macht plaats in de Sovjet-Unie. Gorbatsjov nam de zetel over. Volgens Brzezinski, de adviseur van Carter op gebied van veiligheid en expert op gebied van het communisme en de Sovjet-Unie, zou dit geen grote veranderingen teweeg brengen. Gorbatsjov was immers opgeleid door het Politburo en het Kremlin. Brzezinski schreef het boek ‘The Grand Failure, the birth and death of communism in the twentieth century.’ Dit boek behandeld het grote falen van het communisme.
De ontwikkelingen die zich inzetten vanaf het moment dat Gorbatsjov aantrad, waren evengoed niet te overzien. De deling van Europa in een kapitalistisch en een communistisch deel werd als een gegeven feit beschouwd, maar alle zekerheden van de Koude Oorlog vielen ineens weg. De veranderingen kwamen volledig onverwacht en voltrokken zich snel. Het veelgenoemde voorbeeld is dat van Václav Havel; op het ene moment nog een dissident schrijver, een maand later president van Tsjechië! De revolutie die het einde markeerde van het communisme was voornamelijk interessant vanwege de snelheid waarmee ze gepaard ging. De mentaliteit verandert echter niet zo snel, en daarin ligt misschien wel één van de verklaringen voor de bemoeilijkte integratie van de nieuwe democratieën van Oost-Europa. Neem bijvoorbeeld de integratie van Duitsland. Helmut Kohl zorgde voor een vreedzame en spoedige hereniging van de beide delen, maar in 2006 was al meer dan duizend miljard euro geïnvesteerd in Oost-Duitsland! En om nou te zeggen dat de integratie succesvol verlopen is; de beide delen zijn geïntegreerd tot één Duitsland, maar de oosterlingen voelen zich achtergesteld en in het oosten vinden extremen dan ook meer aanhang dan in het Westen, terwijl de West-Duitsers de Oost-Duitsers lui en ondankbaar vinden.
Mentaliteit
Het verschil in mentaliteit begint al op de scholen. Zelfs als we de Sovjetideologie uit het schoolsysteem denken, valt een groter verschil op. Bij de Sovjetscholing is het collectief het meest belangrijke, het individu is slechts een klein en nietig onderdeel. Een kritische benadering van een probleem ontwikkelen, is in deze visie dan ook niet mogelijk want een eigen mening is niet toegestaan. Het individu draagt dan ook geen eigen verantwoordelijkheid voor de staat of de samenleving. Waar tolerantie met de paplepel wordt ingegoten, kent de Sovjet-Unie weinig tolerantie; sterker nog, zij droeg ferme haat uit tegen het kapitalisme en de uitbuiterklasse van Marx en Lenin. Om deze mentaliteitskloof te dichten, is veel tijd nodig. Meer dan de revolutie van 1989-1991 de mensen gunde.
Na veertig jaar communisme hebben de mensen zich immers aangepast, zie het als een overlevingsstrategie. In het openbaar moesten de inwoners zich immers wel aanpassen, wat ze dan ook vol overtuiging deden uit angst. Iedereen had wel iets te verliezen, al was het slechts een slecht betaalde baan of een koe verstopt in de schuur. Andere mensen vertrouwen was onmogelijk gemaakt door de alom vertegenwoordigde geheime dienst. Vooral in de jaren ’50 was het extreem, tegen de jaren ’80 raakte het systeem uitgeleefd. Voor de nieuwste generatie zijn het de verhalen van grootvader die een beeld kunnen geven van hoe de situatie toen was, vandaar dat wel wordt gezegd dat ‘hoe jonger een Oost-Europeaan is, hoe beter hij is.’
De Verenigde Staten als symbool
Oost-Europa lag toegedekt met de vlag van de Sovjet-Unie. Als afweermechanisme keken de inwoners naar de Verenigde Staten, het symbool van de vrijheid. Niet bereid tot onderhandelingen met de Sovjet-Unie zoals Engeland, Duitsland en menig ander. Bij de ineenstorting van het communisme ziet Oost Europa dat als een eigen achievement, ‘Wir sind das Volk.’ Op die manier creëren zij snel een afstand tot de Sovjet-Unie waarbij de nieuwe leiders hielpen door versneld de controlemechanismen van de Sovjet-Unie af te breken. Zo werd het Warschaupact, teken van onderdrukking door de Sovjets, zo snel mogelijk verlaten net als de Comecon. Beide werden in 1991 opgeheven, de Sovjet invloedsfeer was ten einde gekomen. Maar wat nu?
Oost Europa zag de NAVO als beste levensverzekering, maar deze reageerde huiverig. De NAVO was bang de Sovjets tegen zich in het harnas te jagen en zij zagen op tegen de integratie van de verouderde wapens en de slechte organisatie in Oost Europa. Het slecht beheerste Engels aldaar werkte ook niet in het voordeel.
Tegelijkertijd bleven de Russen tot 1994 (1 augustus) in Berlijn. Het beeld dat in Oost-Europa overheerste was dat de parlementaire democratie welvaart zou brengen. Maar de Europese Unie stelde strenge en hoge eisen. Pas in 2004 zou de Grote Uitbreiding plaatshebben.
Het belang voor de nieuwe democratieën was niet te overschatten. Voor de Letten zou dat het einde van de Tweede Wereldoorlog betekenen (zij bleven bezet door de Sovjets). De gevolgen voor Nederland bleken uiteindelijk negatief. De criminaliteit nam toe, met name de vrouwenhandel en de kleine criminelen. Het probleem van de Romafamilia werd nu een Europees probleem en daarbij kwam de grotere werkloosheid in lagere beroepen en ambachten door immigranten. Voordelen waren echter dat er een nieuwe afzetmarkt ontstond, nieuwe werkgelegenheid in de hogere kaders vrij kwam en de culturele verrijking natuurlijk niet te vergeten. Ook gaf de uitbreiding van de Europese Unie aanzet tot meer vrijheid en stabiliteit.
Verschil in snelheid van integratie
Niet alle landen in Midden en Oost Europa integreerden even snel. De geschiedenis bleek de bepalende factor te zijn. Landen die tot Oostenrijk-Hongarije hadden gehoord (in plaats van tot Rusland of het Ottomaanse Rijk), integreerden relatief snel. Zij waren gewend aan de constitutionele monarchie, hadden weinig onderdrukking gekend en een fatsoenlijk bestuur. Oostenrijk-Hongarije gold als het Westerse bastion van de beschaving, dat verder bleek te zijn dan bij de verder naar het oosten gelegen moslimlanden. Ook lag er het welvaartsniveau hoger en de basis was stevig genoeg om verder op te bouwen.
Tevens bleek de duur en de kracht van het communistische regime bepalend. Roemenië en Albanië waren hierin de uitschieters. Ook bleek de afstand tot Westerse kenniscentra bepalend; zo trokken de Baltische staten zich zichtbaar op aan Scandinavië.
Een andere stelregel was; hoe groter het land, hoe groter de problemen. Dit was vooral duidelijk in Polen en Roemenië.
Slot
De relatie tussen Midden en Oost-Europa met Rusland is nog steeds bitter. Er is veel onverwerkte pijn en het verleden heeft zijn plaats nog niet overal even goed gevonden. De houding in het voormalig Oostblok is dan ook vele malen kritischer nog dan onze houding ten opzichte van Rusland. Anderzijds voelen de Midden en Oost-Europeanen zich nog steeds tweederangsburgers in de Europese Unie en hekelen zij het Westerse superioriteitsgevoel.
De weg naar eenwording van Europa is een niet te overschatten historische kans. Temeer omdat het ditmaal op vrijwillige basis kan geschieden. Maar is het wel de wens van de Europese Unie om daadwerkelijk een Unie te vormen zonder grenzen?