Viooltjes, traditie en cultuur
Het plantengeslacht Viola heeft door de eeuwen heen de aandacht getrokken. Ongetwijfeld komt dit door de bloemvorm, die menselijke gelaatstrekken vertoont. Bovendien komen Viooltjes als kleine, bloemrijke planten door heel Europa voor, in beemd en bos, in moerassen, op droge zandvlakten en duinen. Er zijn wel 400 soorten. In onze menselijke voorstelling zijn het tengere, vriendelijke plantjes. Giftige zijn er niet bij, noch boze bessen, noch verdachte wortels.
Viooltje in de Oudheid
Bij de Antieken vloeit de stroom van symbolen en beelden rond het viooltje ook rijkelijk. Viola is ook een bloem van de rouw. Persephone, dochter van Demeter en Zeus, van aarde en hemel, plukt viooltjes als zij naar de onderwereld wordt gebracht.
Het Maarts viooltje werd omwille van haar geur al door Romeinen en Grieken gekweekt. Bij Athene lagen uitgestrekte velden van zogenaamde zwarte viooltjes, waardoor de stad de naam kreeg van 'het naar viooltjes geurende Athene'. Ook als teken van waardigheid kennen wij de plant: de zeven dichters van de Pleïade (16e eeuw) werden met violen gekroond. Violen waren ook geschikt in de haarlokken van Euridice.
Christelijke viooltjes
Viola is volgens oude christelijke verhalen ook het gezicht van Christus, de Godszoon. Vanuit verborgen hoeken staart het de gelovigen aan, de geknielde boer, de sprokkelaar en de herder. Als plantje van Maria benadrukt het haar nederig bestaan in de schaduw van de God die haar verkoos, een beschroomd vrouwtje dat het heilswerk van haar moederschap niet bevatten kan. Het betreft hier speciaal het Maarts Viooltje, dat welriekend en in het blauw getooid bij Maria als begerenswaardig meisje past.
Shakespeare in Hamlet over viooltjes
Laërtes raadt Ophelia aan Hamlets attenties als een voorbijgaande gril te beschouwen.
'A violet in the youth of primy nature,
Forward, not permanent, sweet, not lasting,
The perjume and suppliance of a minute,
No more.'
Laat een viooltje in de prille natuur een reuk afgeven, die zoet, maar van korte duur is, de heerlijke geur, die niet langer dan een ogenblik aanhoudt. Ook zo is het viooltje, vluchtig maar diep doordringend in ons geheugen.
Napoleon en de viooltjes
Ook keizer Napoleon wist ervan. De Bonapartisten kozen de bloem als symbool van vertrouwen in zijn terugkeer van Elba, omdat hij gezegd had naar Frankrijk terug te keren, als in het voorjaar de viooltjes zouden bloeien.
Dodoens over viooltjes
Een plant met zoveel wortels in geschiedenis, kunst en cultuur moet ook medicinaal wel gebruikt geweest zijn. En wie kunnen we dan beter citeren dan Dodoens
'Dese bloemen ghesoden ende ghedroncken ghenesen dat Freyssem ende die besiecktheyt van den ionghen kinderen/ ende daer naer wordt dit cruyt Freyssam in Hoochduytsch gheheeten.
Die selve bloemen met den cruyden ghesoden ende ghedroncken, suyveren ende purgeren die longhene ende die borst/ ende sijn goet tseghen die cortsen ende verhitheyt van binnen. Dat schreeft hij over het driekleurig viooltje of penseen. De naam Pensée gebruiken we nog steeds in ons dialect.
- Het maarts viooltje werd violetten genoemd bij Dodoens. ' Die Tamme welrieckende Violetten wassen onder die haghen ende aen die canten van den coren velden/ op goeden vetten grondt/ ende worden in die hoven gheplant'. En ze werden waarschijnlijk door hun zoete geur nog meer gewaardeerd. De subtiele geur van violetten is zonder meer wonderlijk. 'Syrope van Violetten/ es goet tseghen verhitte longhene ende borste/ ende es goet in dat Pleuris is en tseghen den hoest ghebruyckt/ ende tseghen die cortse sonderlinge van den kinderen'.
- Die selve Syrope gheneest alle verhittinghen ende rouwicheden van der keelen alsmense dicwils in den mont neempt. Tselve doen oock dat suycker/ conserve ende tsap van Violetten.
- Tgeel dat middel in die bloemkens wast in water ghesoden es goets tseghen die squinantie ende ghezwel van der keelen daer mede ghegorgelt/ ende tseghen die vallende sieckte van de ionghen kinderen ghedroncken.
- Violetten ghestooten ende alleen oft met olie vermenght op thooft gheleyt leschen ende nemen af/ die hitte ende versueten die pijne des hoofts/ ende verwecken tot slapen/ ende maken die hersenen vochtich/ ende midts dyen sijn goet tseghen die verdrooginghe van den herssenen/ melancolie/ swaericheyt ende diepe ghepeysen.
Weer een hele Dodoense boterham. Weer een onooglijk plantje om culinair, cultureel en curieus van te genieten.