Ontstaansgeschiedenis van het verzamelen: Duitsland
Iedereen heeft in zijn leven wel eens iets verzameld. Het kan gaan om de kleinste dingen tijdens kindertijd of de grootste wanneer men volwassen is. Sommige mensen maken er zelfs hun grootste hobby van. Waar komt de drang tot verzamelen vandaan? En hoe en wat verzamelden mensen in vroegere tijden?
Verzamelen: wat houdt het in?
Een verzameling is een collectie voorwerpen uit de natuur of door de mens gemaakt die men bij elkaar brengt. Iemand probeert bijvoorbeeld zoveel mogelijk verschillende postzegels bij elkaar te brengen. Een verzameling is meestal belangrijk voor zijn verzamelaar. Voor zijn hobby moet hij zoeken naar de spullen, ze bijeen brengen, opstellen of tentoon stellen, organiseren, catalogiseren en onderhouden. Een verzameling kan een echte levensmissie worden wanneer iemand echt zoveel mogelijk van het te verzamelen object wil hebben. Verzamelen kan ook doorslaan in
verzamelwoede. Dan verzamelt iemand niet meer één specifiek iets, maar probeert gewoon zoveel mogelijk spullen in huis te hebben. Dit gaat vaak samen met koopwoede en kan leiden tot onleefbare situaties in huis.
Geschiedenis van het verzamelen: Bibliotheek van Alexandrië.
Een zeer vroeg voorbeeld van een verzameling is de
Bibliotheek van Alexandrië. De Egyptische Ptolemaeïsche dynastie verzamelde daar boeken van over de hele wereld. De bibliotheek werd opgericht in de derde eeuw voor Christus en bestond tot 30 jaar voor Christus. Hoe de bibliotheek ten onder is gegaan is niet helemaal duidelijk. Er wordt gesuggereerd dat het kwam door een brand die Julius Caesar in 48 voor Christus stichtte tijdens het Beleg van Alexandrië. Er zijn daarna echter nog schenkingen aan de bibliotheek gedaan, dus de brand moet het gebouw en de collectie niet heel erg hebben aangetast. Het was waarschijnlijk eerder een geldkwestie. Door de inlijving van Egypte bij het Romeinse Rijk raakte de belangrijkste geldbron voor de bibliotheek uitgeschakeld. De Romeinen zagen niet zoveel in een boekencollectie van de Ptolemaeën. De collectie is uiteindelijk verdwenen, waarschijnlijk door verwaarlozing of de sloop van het gebouw, maar het kan ook dat de boeken naar een andere bibliotheek zijn overgebracht. Er zijn hier echter geen bronnen over te vinden.
Verzamelen in de 16de eeuw: vorstelijke Kunst- und Wunderkammer.
Voor een vorst was verzamelen van groot belang voor zijn status. De objecten die hij bijeen bracht waren vaak bijzondere objecten uit de natuur of kunstobjecten door mensen gemaakt. Een collectie was dus duur en exclusief. De Kunst- und Wunderkammer kent zijn oorsprong in Duitsland. In Nederland kennen we het begrip 'rariteitenkabinet'. Deze kamers waren bedoelt voor de opslag van de verzameling van de vorst. De verzameling bestond vaak uit uiteenlopende objecten en was niet gespecialiseerd op een bepaald voorwerp. Het was juist de bedoeling zoveel mogelijk objecten uit de wereld bijeen te brengen. Het kabinet moest een weerspiegeling zijn van de
microkosmos: de wereld in het klein. De objecten konden ingedeeld worden in de volgende groepen: Naturalia en Artificialia.
Naturalia: dit zijn alle objecten uit de onbewerkte natuur. Het gaat om mineralen, paleontologische, zoölogische en botanische objecten. Ze werden vaak verzameld om hun exotische vindplaats (koralen), abnormale vorm of de medicinale werking.
Artificialia: alle producten van menselijke hand vallen hieronder.
Er waren ook mengvormen tussen die twee. Dan werd er bijvoorbeeld een kokosnoot in goud en zilver gevat in de meest mooie pronkstukken. Er werd ook geprobeerd om naturalia in kunstvorm af te beelden. De Duitse kunstenaar Wenzel Jamnitzer heeft bijvoorbeeld een zilveren doos gemaakt met op de deksel afgietsels van insecten, schelpen, knaagdieren en amfibieën. Hij probeert daarmee een illusie van echte dieren te wekken en de beschouwer in de war te maken over de ware aard van het voorwerp. De objecten kunnen nog verder onderverdeeld worden in de volgende groepen:
- Scientifica: wetenschappelijke instrumenten
- Antiquiteiten: cultuurgoed uit een voorbije periode
- Mirabilia: wonderbaarlijke zaken van bewerkte kersenpitten tot misvormde levende mensen
- Exotica: objecten uit verre, nieuw ontdekte landen
De verschillende collecties die in Duitsland bekend zijn hebben allen hun specifieke kenmerken. De ene vorst wilde graag meer wetenschappelijke instrumenten verzamelen en de ander had meer interesse in natuurproducten. Toch probeerden ze allemaal een
encyclopedische verzameling na te streven. Dit houdt in dat de verzameling eigenlijk van alle objecten in de wereld wel iets moest hebben. Een collectie moest de wereld omvatten, haar laten zien in het klein. Dit was natuurlijk zeer lastig en daarom werd er door één iemand een systeem opgesteld om zo dicht mogelijk bij een microkosmos te kunnen komen.
Samuel Quiccheberg en de encyclopedische verzameling van de 16de eeuw.
Samuel Quiccheberg, afkomstig uit Vlaanderen, beheerde vanaf 1555 de bibliotheek van Hans Jakob Fugger. Fugger was een lid van de beroemde en machtige bankiersfamilie uit Augsburg. Quiccheberg beheerde waarschijnlijk niet alleen de bibliotheek, maar ook de collectie van Fugger. Fugger had vanaf 1550 contacten met de hertog van Beieren, Albrecht V, en die nam in de jaren zestig de collectie van Fugger over. Quiccheberg verhuisde mee met de collectie en kreeg van Albrecht het voorrecht om bij de opzet van de bibliotheek en de collectie te helpen. Hij ontwikkelde hierbij ideeën over de opzet van collecties en schreef er een boek over waarvan de lange titel begint met
Inscriptiones vel tituli theatri amplissimi...
De collectie van München kan gezien worden als een collectie die de ideeën van Quiccheberg het dichtst benaderd. Zijn traktaat moet echter niet gezien worden als een blauwdruk voor hoe een collectie er precies uit moet zien. Het komt daarom ook niet volledig overeen met de collectie in München. In München is de opstelling zo gedaan dat alle pracht, praal en rijkdom van de collectie naar voren komt. Het traktaat van Quiccheberg is ingedeeld in vier hoofdstukken met onderverdeling in vijf hoofdcategorieën.
- Hoofdstuk 1: beschrijving van Quicchebergs ideale museum
- Hoofdstuk 2: instellingen die noodzakelijk zijn als complementen van het ideale museum
- Hoofdstuk 3: inleiding voor vorsten die zelf een collectie willen beginnen
- Hoofdstuk 4: een opsomming van de belangrijkste verzamelaars in het Duitsland van die tijd
De hoofdcategorieën die Quiccheberg aanhoudt komen overeen met eerder genoemde onderverdeling in groepen:
- Classis prima: religie, praktische politiek, dynastie en territorium van de stichter van de collectie, civiele en militaire bouwkunst en techniek
- Classis secunda: artificialia
- Classis tertia: naturalia
- Classis quarta: instrumenten en gereedschappen
- Classis quinta: 'vrije' beeldende kunsten, geschiedenis
Deze categorieën zijn weer onderverdeeld in elk 10 subgroepen. Wanneer een verzameling zo geordend was had het alle elementen van een microkosmos of encyclopedie in zich. Een verzameling moest ook een bron van wijsheid zijn. Er kon veel geleerd worden van de objecten en dat was belangrijk voor een vorst. Een vorst moet zoveel mogelijk weten van God's schepping in haar geheel. Verwerven van kennis kan dus beschouwd worden als belangrijkste doel van een verzameling.
Lees verder