Bonifatius bij Duinkerke vermoord

Bonifatius nam in de achtste eeuw het missiewerk van Willibrord onder de Fresones (Friezen) rond Trajectum (Utrecht, volgens de Nederlandse officiële geschiedenis) over. De Friezen vielen na Willibrord's pogingen om hen voor het christelijk geloof te winnen, namelijk al snel weer terug in hun oude, heidense gebruiken. Volgens de Nederlandse geschiedschrijving werd Bonifatius in 754 of 755 bij Dokkum vermoord. Albert Delahaye wijst hiervoor een streek rond Duinkerke in noord-Frankrijk aan.

Dockinchirica is niet Dokkum

In de originele bronnen wordt de naam Dokkum uiteraard niet vermeld, maar vindt de moord plaats in de buurt van Dockinchirica. Op zoek naar de Nederlandse geschiedenis heeft men hier in de zeventiende eeuw pas Dokkum van gemaakt, zegt Delahaye. De Fresones of Friezen woonden immers in Friesland, lijkt de achterliggende gedachte van de zeventiende eeuwse historici hierbij te zijn geweest. Volgens Delahaye is dit veel te kort door de bocht, omdat niet zonder meer te stellen is dat de Friezen ook in de achtste eeuw al daar hun woonplaats hadden. Bovendien, zo zegt Delahaye, is in het huidige Friesland niets teruggevonden dat wijst op de aanwezigheid van een omvangrijk volk in het huidige Friesland of een nederzetting in de omgeving van Dokkum.

Tekst over Britse missionaris Willehad bevestigt de plaats delict

Albert Delahaye is van mening dat er meer voor te zeggen is dat Bonifatius in het land van de Fresones in Francia werd vermoord. Hij stelt dat de plaats Dockinchirica gezocht moet worden in noord-Frankrijk en dat het in de regio Duinkerke was waar Bonifatius om het leven werd gebracht. Tegen deze opvatting is in te brengen dat noord-Frankrijk in die tijd ook voor een deel overstroomd moet zijn geweest, net als de kust van België en een groot deel van west-Nederland. Dit is immers één van de uitgangspunten voor Delahaye om de gebeurtenissen uit die eeuwen die op Nederland zijn geprojecteerd in noord-Frankrijk te plaatsen. Een beschrijving van het leven van de eind achtste eeuwse missionaris Willehad, waarin de missionaris de overtocht maakt vanuit Britannia naar het Europese vasteland, bevestigt de locatie van de moord op Bonifatius echter: 'Hij stak de aangrenzende zee over en kwam in Frisia bij de plaats die Dockynchirica heet, dat is in de pagus Hostraga, waar bisschop Bonifatius voorheen met het martelaarschap gekroond werd.' De pagus Hostraga moet in de visie van Delahaye gezocht worden in de buurt van het huidge Ostrevant (Marquette-en-Ostrevant) in noord-Frankrijk. In de algemeen geaccepteerde Nederlandse lezing is dit Oostergo in Friesland geworden.

Een honderden kilometers groot missiegebied

Met de verplaatsing van de moord van Dokkum naar Duinkerke, ontstaat ook een voor de hand liggender en kleiner missiegebied van Bonifatius, aldus Delahaye. Met, volgens de traditionele opvattingen, een abdij in het Luxemburgse Echternach en een bisschopszetel in Utrecht zou Bonifatius een honderden vierkante kilometers groot missiegebied hebben gehad, wat erg onwaarschijnlijk lijkt. Volgens Delahaye is de Bonifatius-verering in Nederland bovendien van de laatste eeuwen. Zo wordt Bonifatius in geen enkele vroege Nederlandse bron, zoals die van Alpertus Mettensis en de Annalen van [de abdij van] Egmond, genoemd. Als Albert Delahaye gelijk heeft, verdwijnt de apostel uit Nederland en is Dokkum zijn meest geruchtmakende historische moordzaak kwijt.