Het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam
Het Concertgebouw, officieel het Koninklijk Concertgebouw, aan de Van Baerlestraat in Amsterdam is niet alleen de meest precieuze concertzaal van Nederland maar staat ook internationaal aangeschreven als één van de belangrijkste concertzalen in de wereld. Al ruim125 jaar treden er de meest vooraanstaande artiesten, musici, ensembles en orkesten op en steeds trekken concerten met klassieke muziek, jazz en wereldmuziek volle zalen. Een gebouw dat ook zelf wel eens in de schijnwerpers mag komen te staan.
Vroegere concertzalen in Amsterdam
Amsterdam had als typische handelsstad al eeuwen niet veel aandacht besteed aan haar muziekleven. In tegenstelling tot andere belangrijke Europese steden als Parijs, London, Wenen en Berlijn, bezat
Amsterdam geen mooie en vooral ook akoestisch goed ontworpen zaal. Felix Meritis was weliswaar mooi, maar veel te klein, het Paleis van Volksvlijt, in 1929 door brand verwoest, was een onhandig gebouw met bovendien een abominabele akoestiek. Toen ook de Parkzaal, in de Plantage, zou worden afgebroken, staken een aantal invloedrijke Amsterdammers in 1881 de koppen bijelkaar, voor de bouw van een heuse nieuwe concertzaal.
Bouw van het Concertgebouw
De commissie komt in contact met Pierre Cuypers, de architect van het Rijksmuseum dat net in die periode wordt gebouwd. Er wordt een stuk grond aangekocht vlakbij het museum, net buiten de gemeentegrens, midden in de weilanden van Nieuwer Amstel. Als in 1892 de Naamloze Vennootschap wordt opgericht worden de aandelen voor f 1000,- per stuk verkocht en op 8 juli van dat jaar is de oprichting een feit. Het terrein is niet groot en het budget is f 300.000,- en de wens is dat er ca. 2000 mensen in een groet zaal passen. Met die gegevens ontwerpt Adolf (Dolf) van Gendt het nieuwe
concertgebouw, dat eind 1886 klaar is.
Bereikbaarheid
Problemen zijn er nog wel met de bereikbaarheid, want het
gebouw ligt nog steeds midden in een weiland, met een sloot ernaast, dus er moeten toegangswegen worden aangelegd zodat het gebouw uiteindelijk op 11 april 1888 kan worden ingewijd. Het feestelijke concert vond plaats met een orkest van 120 musici, een koor van 500 zangers en er werden werken uitgevoerd van Wagner, Handel, Bach en Beethoven. Het Concertgebouworkest (nu
Koninklijk Concertgebouworkest) werd pas later opgericht en gaf op 3 november 1888 haar eerste uitvoering.
De renovatie
Over de jaren is het onderhoud van het gebouw onvoldoende ter hand genomen totdat in 1983 werd vastgesteld dat het gebouw er zeer slecht aan toe was. Het gebouw was aan het verzakken, o.a. doordat de funderingen verrot waren. Er worden renovatieplannen gemaakt, financiering gezocht en in de zomer van 1985 begint men met de algehele renovatie die tot 1988 zou voortduren. In die periode zijn de concerten gewoon doorgegaan.
Opvallend was de toevoeging van een nieuwe vleugel aan de zuidkant van het gebouw, waardoor de originele buitenkant werd veranderd. Deze uitbreiding was nodig vanwege de toenemende activiteiten van het bespreekbureau en een passende ontvangst van de gasten. De architect was Pi de Bruijn.
Na deze ingrijpende renovatie is het gebouw nog enkele malen onderworpen geweest aan facelifts, zoals in 1992 toen de buitengevel eens grondig werd ontdaan van de grijze aanslag. Rond 1995 waren er weer voldoende fondsen oom ook de binnenkant aan te pakken, waardoor alle zalen weer in volle glorie kunnen worden gezien.
De zalen van het Concertgebouw
De
Grote Zaal heeft 2037 zitplaatsen, is 44 meter hoog en heeft twee trappartijen die naar twee hooggelegen deuren leiden. De akoestiek leent zich met name voor laatromantische werken zoals Mahler en is minder geschikt voor versterkte muziek, zoals in de popmuziek gebruikelijk is. De zaal wordt gebruikt voor zeer uiteenlopende uitvoeringen, van pianorecitals tot symfonische concerten, popconcerten, jazz en wereldmuziek.
Een kleinere ovaalvormige zaal, de
Kleine Zaal, is achter de grote zaal gelegen en heeft 478 zitplaatsen, zowel in de zaal als op het balkon. Deze zaal is uitermate geschikt voor kamermuziek en liedrecitals en wordt ook wel gebruikt voor masterclasses met publiek.
Daarnaast is er nog de
Spiegelzaal, achter de garderobe gelegen; deze wordt regelmatig gebruikt voor voorprogramma's, zoals voor het Zondagochtendconcert, en ook voor recepties en ander officiële gelegenheden. De
Koorzaal bevindt zich beneden en wordt hoofdzakelijk ingezet voor intieme jazzconcerten.
Concerten en concertseries
Tegenwoordig vinden er in het Concertgebouw zo'n 900 concerten per jaar plaats, waar meer dan 800.000 bezoekers naar toe komen. Het is daarmee de meest bezochte concertzaal van de wereld, met als mogelijke uitzondering het Parco della Musica in Rome. Sommige
concertseries zijn al jaren, soms decennia lang zeer populair, zoals:
- Het Zondagochtendconcert, met het voorprogramma Spiegelzaal
- Jazz in het Concertgebouw
- Zaterdagmatinee
- Meesterpianisten
- Robeco Zomerconcerten
- Gratis Lunchconcerten
- Het Romantische Soloconcert
- Carte Blanche
Concerten en organisatie
Slechts een deel van de concerten wordt in eigen beheer georganiseerd. Diverse concertorganisaties maken gebruik van de zalen, zoals
Stichting Kamermuziek Amsterdam (KAM), International Holland Music Sessions en Stichting Roer. Ook worden de zalen verhuurd aan organisaties voor eenmalige concerten van o.a. amateurgezelschappen of artiesten die niet in de eigen programmering voorkomen, zoals de pianist Wibi Soerjadi, die in eigen beheer ieder jaar zijn traditionele Kerstconcert geeft.
Kritiek op de zalen
Alhoewel er op alle fronten zeer positief wordt gesproken over met name de
grote zaal, is er ook veel kritiek. Het feit dat de geroemde akoestiek bepaald niet op alle plaatsen zo geweldig is zodat niet alleen het geluid van het podium ver draagt, maar ook het geluid van de zaal (o.a. het gehoest van het publiek!) is een publiek geheim. En dan hebben we het nog niet over de, qua akoestiek, zeer ongunstige podiumplaatsen of de plaatsen waarbij pilaren je het zicht benemen.
Daarnaast worden de stoelen als klein en oncomfortabel beschouwd en is de beenruimte zeer beperkt. En dan heeft iedere zaal uit die periode het euvel dat het zicht op het podium vaak grotendeels wordt belemmerd door de hoofden van de mensen direct voor je. Vergeleken met moderne zalen is het algemene zitcomfort dan ook echt van de 19e eeuw.
Directie van het Concertgebouw
Sinds 2006 is de heer
Simon Reinink directeur van het Concertgebouw. Van oorsprong advocaat, was hij directeur geweest bij PCM-uitgeverij. Hij studeerde daarnaast muziekwetenschappen en was actief bij meerdere stichtingen op cultureel gebied.