Het postmodernisme uit de jaren tachtig

De postmoderne visie op de werkelijkheid
Vanaf de renaissance is de kunst zich steeds meer gaan verplaatsen van het atelier naar de normale wereld. In feite heeft alles een betekenis gekregen; alles verwijst weer naar iets anders. Vroeger was een kaart bijvoorbeeld een schets van de werkelijkheid; tegenwoordig gebruiken we kaarten eerder als een schets van onze toekomstige werkelijkheid, bijvoorbeeld bij de ontwerpschets van een nieuw woningbouwproject. In feite zijn we dus constant bezig met het zoeken van een andere werkelijkheid. Binnen het postmodernisme haalt men daarom ook graag Plato aan als degene die dit zoeken naar een andere werkelijkheid veroorzaakt heeft. Plato zelf verwoord zijn zoektocht naar de werkelijkheid in zijn parabel over de grot.Plato's grot
In Plato's denkbeeldige grot bevinden zich een aantal personen die dusdanig vastgebonden zijn dat ze alleen de achterste wand van de grot kunnen zien, ze zitten als het ware met hun rug richting de opening van de grot. Aan de ingang van de grot brandt een vuurtje en tussen de gevangenen en dit vuurtje bevindt zich een muur waarop mensen lopen die diverse voorwerpen dragen. De mensen in de grot zien dus alleen de schaduwen van zichzelf en de mensen op het muurtje tegen de achterwand. Voor hen zijn deze schaduwen de werkelijkheid; zij hebben immers nog nooit iets anders gezien.Volgens Plato kunnen we dus de werkelijkheid zoals we die ervaren niet direct accepteren als werkelijkheid; het is slechts de schaduw van de werkelijkheid. Hetgeen we zien is dus slechts de vage schim van datgene wat we moeten zoeken: de echte werkelijkheid daarachter, datgene wat we nu niet kunnen zien. Het probleem bij Plato is natuurlijk dat we de werkelijkheid in principe dus nooit kunnen vinden, het bevindt zich immers buiten ons gezichtsveld. Toch stelt Plato dat we ons moeten bevrijden uit de wereld van schaduwen door ons te begeven in de wereld van ideeën; ideeën zijn immers niet beperkt.
Nietzsche als postmoderne filosoof
De eerste postmoderne filosoof, Nietzsche, stelde dat het eens tijd werd om op te houden met het zoeken naar de werkelijkheid van Plato. Nietzsche stelde dat we de werkelijkheid juist in het hier en nu moesten zoeken. Juist deze visie kan gezien worden als het postmoderne geluid dat in de jaren tachtig naar boven kwam. Waar de moderne kunst nog steeds op zoek was naar het vinden van een hogere werkelijkheid, zoals Plato had voorgesteld, stond de postmoderne kunst dichter bij Nietsche. Ook het postmodernisme vond net als Nietzsche dat de werkelijkheid niet verder gezocht moest worden dan het hier en nu.Niet alleen Nietzsche was een inspirator voor het postmodernisme, maar ook vele andere filosofen. Dit is ook een van de redenen van de complexiteit van de postmoderne kunst.