De geschiedenis van carnaval
Wie er in het Zuiden van Nederland woont ontkomt er niet aan: carnaval. Elk voorjaar, tussen pakweg half februari en half maart, is het weer zo ver, en gaat iedereen hossend en verkleed over straat. De enkele carnavalshater ontvlucht deze dagen de zuidelijke regionen door op wintersport te gaan. Maar hoe is carnaval eigenlijk ontstaan, en wat is de betekenis ervan?
Carnaval is een katholiek feest dat wordt gevierd voordat de vastenperiode voorafgaand aan Pasen begint. De exacte wortels van het carnavalsfeest zijn onbekend, wel zijn er veel overeenkomsten met enkele 'heidense' feesten die al bestonden voor het christendom haar intrede deed, zoals de Romeinse
Saturnalia of de Germaanse
Fastnacht.
Oorsprong van het woord carnaval
De naam carnaval komt waarschijnlijk van de Latijnse uitdrukking:
'carne vale', wat 'vaarwel vlees' betekent. Dit verwijst naar de periode die de carnavalsgangers tegemoet gaan: de vastenperiode. In de vastentijd is het namelijk volgens de katholieke traditie verboden om vlees te eten, dus is carnaval de gelegenheid om zich nog even te buiten te gaan aan lekkernijen voordat de vastenperiode begint. Maar ook zijn er theorieën dat de naam carnaval van het eveneens Latijnse '
Carrus Navalis' komt, wat scheepswagen beteken. Dit kan weer verwijzen de in optocht rondrijdende karren tijdens carnaval, én kan afkomstig zijn van heidense feesten die in dezelfde tijd van het jaar werden gehouden. Bijvoorbeeld het Romeinse feest 'Navigium Isidis', waarbij een beeld van de godin Isis in optocht naar een schip werd gebracht om de begin van het vaartseizoen te markeren, maar 'Carrus Navalis' kan ook slaan op het schip waarmee de goden van de Kelten en Germanen uit het noorden kwamen om deel te nemen aan de Winterfeesten.
Betekenis van het feest carnaval
Het carnaval wordt gezien als een omkeringsritueel: een feest waarin de maatschappelijke rollen worden omgedraaid. In het Nederlandse carnaval krijgt ieder dorp en iedere stad gedurende het carnaval zijn eigen bestuur: Prins Carnaval en de Raad van Elf. Op de eerste avond van carnaval overhandigt de burgemeester de sleutel aan de desbetreffende prins en zijn gevolg, en geeft deze daarbij drie dagen de macht over zijn woonplaats. Dit ritueel komt voort uit een middeleeuwse traditie, waarbij de sociale orde werd omgedraaid, de arme bevolking tijdelijk de macht overnam en de draak mocht steken met de stedelijke adel.
Tegenwoordig wordt er tijdens het carnaval nog steeds op verschillende manieren de spot gedreven met de bestuurders: op een cabareteske manier wordt er in dialect commentaar gegeven op de gang van het afgelopen jaar, in Brabant heet dit
tonpraoten en in Limburg heet dit
buuttereednen. Ook de optocht, die in veel dorpen en steden plaatsvindt, is een manier om commentaar te geven op de politiek. Carnavalsverenigingen bouwen hiervoor grote praalwagens met allerlei kleurrijke en eventueel zelfs bewegende figuren. Vaak steken deze figuren de draak met lokale of landelijke politieke gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Bij veel optochten ontvangt de mooiste praalwagen een prijs.
Carnaval tijdens van de reformatie
Het carnaval is van oorsprong een rooms-katholiek feest. Het rooms-katholicisme was tot de 15e eeuw de enige vorm van het christendom in Nederland. Enkele geleerden, waaronder Johannes Calvijn en Maarten Luther, verzetten zich tegen het rooms-katholicisme, omdat ze vonden dat het katholicisme zich te veel focuste op uiterlijkheden, en omdat de hiërarchie binnen de kerk teveel macht had. Zo begon de reformatie, en ook in Nederland kwam de reformatie in zwang, en daarmee het protestantisme. Toen in 1648 de protestantse Nederlanders de Tachtigjarige Oorlog wonnen van de katholieke Spanjaarden, werd het katholicisme verboden in Nederland. In 1794 werd het zuiden van Nederland veroverd door de katholieke Fransen, en zodoende was carnaval weer toegestaan, en dit is meteen ook de reden dat carnaval voornamelijk in Zuid-Nederland wordt gevierd.
De 19e eeuw
De meeste katholieken moesten in begin 19e eeuw nog niets van carnaval hebben, carnaval was immers al anderhalve eeuw verboden geweest. Toch kwam er in de loop van de 19e opleving vanuit Duitsland. Als gevolg had in de 19e eeuw had iedere plaats in zuidelijk Nederland twee grote volksfeesten: carnaval en kermis. Het carnaval wordt steeds meer een feest van losbandigheid, met veel drank en de nodige schade tot gevolg. Omdat men niet het feest wil verbieden, besluiten carnavalsliefhebbers om carnavalsverenigingen op te richten die het feest organiseren en zalen afhuren waar het feest gevierd kan worden. Ook doet Prins Carnaval zijn intrede. Dit was het begin van het carnaval zoals het nu nog steeds wordt gevierd.