Hoe is carnaval ontstaan?
Hoe is carnaval ontstaan? Elk jaar wordt er in delen van Nederland carnaval gevierd. Mensen trekken verkleedkleren aan. De ene loopt met een oud gordijn, de ander is een prinses tot in de puntjes verzorgd. Er wordt een biertje gedronken, vaak meer dan één. En de mensen gaan met de voetjes van de vloer en vieren feest. En dat vier dagen lang. Maar waar komt carnaval eigenlijk vandaan?
De oorsprong van carnaval
Carnaval is van oorsprong een katholiek feest. Het wordt gevierd voor de vastenperiode begint en daarom wordt het ook wel Vastenavond genoemd. Volgens de traditie duurt het feest van zondag tot dinsdagavond. Om middernacht vangt de vastentijd aan. Woensdag is het dan Aswoensdag, het moment dat het vasten begint en de mensen in de kerk een askruisje komen halen. De vastentijd duurt veertig dagen tot Pasen. Paaszondag is de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente op 21 maart. Vanaf deze dag wordt veertig dagen teruggeteld, de zondagen uitgezonderd, om de datum van carnaval vast te stellen. Op basis van deze berekening kan carnaval op zijn vroegst beginnen op 1 februari en op zijn laatst op 9 maart. Officieel begint carnaval op een zondag.
Tegenwoordig start in veel plaatsen het carnaval al op 11 november. Van 11 november tot de start van het officiële carnaval vinden al vele activiteiten plaats. Op de elfde van de elfde om precies 11.11 begint het carnavalsseizoen. Iedere plaats start dit seizoen met zijn eigen activiteit. Belangrijk is dat tijdens deze activiteit een ceremonie plaatsvindt waarin de Prins en zijn gevolg bekend worden gemaakt. Dit gebeurt op de elfde omdat elf symbool staat voor gekken en dwazen.
Vroeger werd er met carnaval vooral veel gegeten. Dit was het laatste moment dat men alles kon eten wat hij wilde voor de vastenperiode aanbrak waarbij eten tot een minimum beperkt werd. In de vastenperiode wordt herdacht dat Jezus veertig dagen in de woestijn vastte om tot bezinning te komen. Nog steeds wordt in veel plaatsen op zondag een speciale carnavalsmis gehouden. Het vele eten heeft vooral plaatsgemaakt voor veel drinken. Mensen drinken met carnaval vooral alcoholische dranken. Carnaval is een omkeringsritueel. Kenmerkend is dat maatschappelijke rollen worden omgedraaid en normen en waarden over gewenst gedrag worden opgeschort. Nog steeds wordt carnaval gebruikt om een kritische noot over de maatschappij te uitten. In de motto’s die worden gebruikt en de carnavalsoptochten zien we dit terug. Vaak heeft deze kritische rol betrekking op de lokale politiek. Ook in het zogenaamde tonpraoten zien we dit terug. Een spreker neemt plaats in een grote ton en geeft in dialect zijn kritische blik om de maatschappij.
Rijnlands carnaval en Bourgondisch carnaval
In Nederland worden twee soorten carnaval gevierd. Het Rijnlands carnaval en het Bourgondisch carnaval. Het Rijnlands carnaval wordt vooral gevierd in Limburg en het zuidoosten van Noord-Brabant. Dit carnaval is een afgeleide van het Keulse carnaval. Het Keulse carnaval maakt gebruik van veel elementen uit het Venetiaans carnaval. In Nederland ligt de nadruk op het volkse karakter van het feest. Kenmerkend is dat dit carnaval gedomineerd wordt door carnavalsverenigingen die allemaal hun eigen prins en gevolg hebben. Bij het Bourgondisch carnaval is dit vooral plaatselijk georganiseerd. Het Rijnlands carnaval kent drie kenmerkende kleuren: rood, groen en geel. De kleding is erg uitbundig en de kostuums moeten zo compleet mogelijk zijn. Het feest vindt vooral buiten plaats.
Het Bourgondisch carnaval wordt vooral in het noorden en het westen van Noord-Brabant, Zeeland en in een gedeelte van Gelderland gevierd. Dit carnaval is ontstaan uit de traditionele eetfeesten tijdens carnaval in de zuidelijke Nederlanden. Het veranderen van de plaatsnaam is een kenmerk van dit carnaval. Bij het Rijnlands carnaval gebeurt dit niet. Ook is er tijdens carnaval een motto van waaruit feest wordt gevierd en wat we terug zien komen in de optochten. Qua kledingdracht zien we veel oude gordijnen en boerenkielen. Het feest vindt vooral binnen plaats in de cafés.
Maastrichts carnaval is een lokale variant die het meest afwijkt van de varianten die wij kennen. Het bevat elementen van het Bourgondische en het Rijnlands carnaval maar heeft een aantal unieke kenmerken. Eén daarvan is dat het een echt straatcarnaval is.
Kenmerken carnaval
Een aantal kenmerkende eigenschappen voor carnaval zijn de volgende:
- Tijdens carnaval is Prins Carnaval samen met zijn gevolg verantwoordelijk voor het voorttrekken van de feesttrein. Prins Carnaval wordt daarin bijgestaan door zijn Raad van Elf. Daarnaast heeft hij een Ereraad die qua bezetting kan verschillen. De Nar is een figuur die in de Ereraad zit.
- De sleuteloverdracht. Prins Carnaval ontvangt op de eerste dag van het carnaval symbolisch de sleutel van de stad van de burgemeester. Hij krijgt op deze manier zeggenschap over de stad.
- In veel plaatsen vinden carnavalsoptochten plaats. In deze optocht rijden veel praalwagens mee gebouwd door lokale carnavalsverenigingen.
- De muziek tijdens carnaval wordt voor een groot deel verzorgd door dweilorkesten. Hun optredens zijn kenmerkend met carnaval.
- Elke plaats kent zijn eigen afsluiting van het carnaval om middernacht. In veel gevallen wordt het symbool wat centraal staat voor het vieren van carnaval verbrand.