Piet Paaltjens: een verzonnen, hopeloze romanticus
De figuur Piet Paaltjens is verzonnen door François Haverschmidt in zijn studententijd in Leiden. Hij is bekend als de schrijver van de gedichtenbundel ‘Snikken en Grimlachjes’ uit 1867. De gedichten in de bundel zijn vaak romantisch en tegelijk cynisch van aard. De bundel was erg populair en is dat eigenlijk nog steeds.
Een onopvallende student
In de Leidse Studentenalmanak van 1856 schrijft ‘F. H’ een voorbericht bij de ‘Bloemlezing uit de dichterlijke nalatenschap van Piet Paaltjens'. Hij beschrijft Piet Paaltjens daarin als een onopvallende student en een miskend genie. Paaltjens zou hem zijn gedichten hebben laten lezen met het verzoek de meest geschikte daarvan twee jaar na zijn dood te publiceren. Vervolgens beschrijft F.H. de verdwijning van Paaltjens:
De verdwijning van Piet Paaltjens
(Uit het voorbericht in de almanak:) “Des avonds van den 9 October 1853 verdween hij op eene raadselachtige wijze tusschen de twee biljarten der sociëteit. Er waren toen slechts zeer weinigen in het lokaal, en het gas was nog niet ontstoken. Volgens verklaring van (den knecht) Plooi moet hij circa half zeven op de hoogte van het buffet gezien zijn, zich richtende naar het achterste gedeelte der kroeg. Niemand heeft hem zien terugkeeren, veelmin later hem weer mogen ontmoeten.”
Haverschmidt wordt dominee
Haverschmidt rondt in 1858 zijn studie theologie af en neemt met pijn in zijn hart afscheid van Leiden en het studentenleven. Hij wordt dominee in achtereenvolgens Foudgum en Raard, Den Helder, en ten slotte Schiedam. In Schiedam komt hij tegenover drukker-uitgever Roelants te wonen. Het verhaal gaat dat Roelants hem overhaalde de gedichten van Piet Paaltjens uit te laten geven. Hij zou al roepend over het water (ze woonden aan weerszijden van de Lange Haven in Schiedam) geïnformeerd hebben naar de voortgang. Of dat echt waar is weten we niet zeker. Wat we wel zeker weten is dat in 1867 de bundel ‘Snikken en Grimlachjes’ verschijnt bij Roelants. Voorin de bundel staat een ‘Levensschets’ van Piet Paaltjens, geschreven door F.H.
Levensschets van Piet Paaltjens
De levensschets in de eerste druk van ‘Snikken en Grimlachjes’ voegt slechts weinig over het leven van Paaltjens toe aan het voorbericht in de almanak uit 1856. F.H. schrijft dat men haast niets van hem weet. De stukken die wat zouden kunnen vertellen over zijn jeugd zijn mogelijk ‘verdonkeremaand’.
Er wordt gespeculeerd over of Paaltjens een Fries zou zijn. F.H. weerlegt de beschuldiging dat Paaltjens Friesland belachelijk zou proberen te maken in de gedichten ‘Des zangers min’ en ‘De Friesche poëet’: “Hoe dierbaarder hem iets is, des te erger pleegt hij er mee te sollen. En achter deze oogenschijnlijk grappige manier van doen versteekt zich een vreeselijk geheim.” Hij noemt het opmerkelijk dat Paaltjens acht jaar na zijn verdwijning voor het eerst is weergezien aan de noordkust van Friesland. Hij laat in het midden wíe hem daar zag. Paaltjens verdwijnt in een boot richting Schiermonnikoog voordat er contact is gelegd. Zijn gelaat was “marmerwit” en zijn ogen nat en meer dan “beroerd-blauw”.
Verder heeft "men" Paaltjens "onlangs" ontmoet in de zogenaamde Friesche wafelkraam op de wereldtentoonstelling te Parijs: ““Met diepe verachting”, schrijft mij een ooggetuige, “zat hij daar te kijken naar de twee buffetjuffers, die wel oorijzers droegen maar evenmin echte Friezinnen waren, als het bitter, dat hij langzaam dronk, onvervalschte Schiedammer was. (…) Zelfs de lichtzinnige Franschen gevoelden, dat er een wereld van weemoed lag in de wijze, waarop hij na ieder teugje smakte.””
In de tweede druk van ‘Snikken en Grimlachjes’ is een brief van Piet Paaltjens toegevoegd. Hij geeft daarin over zijn leven aan, dat hij gelukkig getrouwd is met de oudste dochter van Pothof. Tevens is hij ‘lid geworden’ van de firma Pothof en Van Balkum, in sigaren. Het gaat goed met hem: “Was ik vroeger bleek en mager, thans ben ik kleurig en gezet. Uit mijn oogen glanst een stille vergenoegdheid …”
En daarmee houdt de informatie over het verzonnen leven van Piet Paaltjens op.
Paaltjens en Haverschmidt
Paaltjens werd niet zomaar gecreëerd door Haverschmidt. Haverschmidt had het vaak moeilijk met zichzelf en zijn gevoelens. Door zijn gedichten te presenteren als gedichten van een ander kon hij enerzijds die emoties en gevoelens onomwonden uitdrukken, en ze anderzijds aanvallen en weer verdedigen. Voorbeelden daarvan zijn de hierboven al aangehaalde verdediging door F.H. tegen de beschuldiging dat Paaltjens Friesland belachelijk zou maken, en in het voorwoord bij de vierde druk van ‘Snikken en Grimlachjes’ geeft hij toe dat hij dweept met de gedichten terwijl hij ze in de eerste druk nog ‘meer akelig dan mooi’ vindt.
De op het eerste gezicht vooral grappige gedichten krijgen hierdoor een dubbele lading.
Haverschmidts leven en oeuvre was groter dan dat van Piet Paaltjens hoewel Paaltjens duidelijk een belangrijk onderdeel van zijn leven was. Ondanks het succes van 'Snikken en Grimlachjes' schrijft Haverschmidt niet veel meer als Paaltjens. In 1894 pleegt hij zelfmoord, drie jaar na het overlijden van zijn vrouw.
© 2015 - 2024 Cabers, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het Oera Linda BoekDit Oudfriese boek zou door Hiddo oera Linda in 1256 zijn geschreven. In dit boek worden de Friezen aangewezen als grond…
Bronnen en referenties
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Piet_Paaltjens
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Snikken_en_grimlachjes
- Geschiedenis der Noord-Nederlandsche Letteren in de XIXe eeuw. Derde deel. Dr. Jan ten Brink, TJ. van Holkema, Amsterdam 1889
- http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/auteurs/lg19066.html
- Snikken en Grimlachjes, Piet Paaltjens, Schiedam 1867 (1e druk) en 1889 (6e druk)
- http://vo.malmbergmethodes.nl/index.aspx?FilterId=8744&ChapterId=9608&ContentId=109266