De helhond van IJzendijke een sage uit Zeeuws-Vlaanderen
Er bestaat een bekend volksverhaal over een helhond (of hellehond) die ooit in de Zeeuws-Vlaamse plaats IJzendijke zou zijn verschenen. Dit duivelse dier zorgde voor grote paniek onder de inwoners. Uiteindelijk heeft men de hulp ingeroepen van drie katholieke monniken. Gewapend met een hostie hebben zij de duivelse hond verdreven.
Hellehond: een mondiale mythe
Hellehonden zijn mythische wezens die al duizenden jaren wereldwijd in allerlei verhalen voorkomen. Het bekendste voorbeeld is Cerberus, de hellehond die drie koppen heeft; volgens de oude Griekse mythologie is hij de bewaker van de onderwereld. In de Noordse mythologie kent men Garmr, de hellehond die de poort naar het nevelrijk (Nilfheim) bewaakt. Maar ook helemaal aan de andere kant van de wereld, bij de Azteken, kent men al duizenden jaren verhalen over een zwarte hellehond, die de doden naar de hel sleept.
Black dog & hellhound
Ook in Engelstalige gebieden bestaan al eeuwenlang folkloristische verhalen over 'Black dogs' en 'hellhounds'. Verwijzingen naar zulke verhalen zijn bijvoorbeeld in de 20e eeuw ook veel gebruikt in teksten van bluessongs. Eén van de bekendste voorbeelden is de song 'Hellhound on My Trail' van Robert Johnson.
Nederlandse hellehonden
De hellehond (of helhond) speelt ook in Nederland een rol in allerlei volksverhalen. Doorgaans is het een zwarte hond; vaak heeft hij spitse oren. Dikwijls geldt zijn verschijning als een aankondiging van de dood of ander groot onheil. Er zijn onder meer Nederlandse verhalen over hellehonden in Dinther, Aalten, Grave, Boxmeer, Groningen en De Lutte. En er bestaat dus ook zo'n verhaal in het Zeeuwse IJzendijke.
De Helhond van IJzendijke: samenvatting van het verhaal
Na de reformatie was de streek Zeeuws-Vlaanderen grotendeels protestant geworden. Op diverse plekken woonden echter nog groepen katholieken. Zo bevond zich in IJzendijke een klein klooster (convent), waar een groep Paters Minderbroeders (Franciscanen) gehuisvest was. De protestante dominee van het dorp, een felle aanhanger van Calvijn, zou zich erg tegen hun aanwezigheid hebben verzet. Hij zou aan de Staten van Zeeland (het provinciebestuur) diverse brieven hebben geschreven, waarin hij de monniken valselijk van allerlei dingen beschuldigde. Hij eiste dat zij uit IJzendijke zouden verdwijnen. Uiteindelijk werd er besloten dat de monniken inderdaad hun klooster in IJzendijke op moesten geven; zij verhuisden daarom naar Sas van Gent.
Een duivelse hond
Vijf jaar nadat hij de monniken had verjaagd, werd de dominee van IJzendijke getroffen door een ernstige ziekte, waar hij uiteindelijk aan overleed. Terwijl hij lag opgebaard, gebeurde er iets angstaanjagends: Daar kwam een groote zwarte hond de kamer ingestreken. Dit was geen gewoon dier: zijn ogen leken van vuur te zijn en ook zou hij vuur hebben gespuwd uit zijn bek. Dit beest was duidelijk bezeten door de duivel.
Allen die bij de baar van de overleden dominee waakten, gingen op de vlucht. Men was doodsbang voor dat beest; geen enkele IJzendijker durfde hem te verjagen. Men riep er een 'opperdominee' uit een andere plaats bij; die concludeerde ook dat het dier bezield werd door een 'helsche geest'. Met een Bijbel in zijn hand probeerde hij de hond te bezweren, maar de hond bleef zich grijnzend en vuurspuwend verweren.
Professionele duiveluitdrijvers
Ten einde raad en met frisse tegenzin besloten de protestante ouderlingen uiteindelijk dat de duivelse hond verdreven moest worden door katholieke geestelijken; die stonden immers al eeuwenlang bekend als professionele duiveluitdrijvers. Een voerman bracht daarom een brief naar de groep monniken in Sas van Gent, die voorheen in IJzendijke hadden gewoond. Drie van die paters kwamen vervolgens naar IJzendijke. Ze hadden een hostie bij zich. Toen ze dat 'Allerheiligste Sacrament' voorhielden aan de satanshond, raakte die in paniek en vloog 'in vuur en vlam' weg door de vensterruit. Hij is nooit meer teruggekeerd in IJzendijke. Als beloning kregen de monniken hun oude kloostergebouw (met kerk) in IJzendijke terug.
Historische context?
De historische context waarnaar dit verhaal verwijst is mogelijk de 18e eeuw (of heel misschien het einde van de 17e eeuw). Nadat het katholicisme eerst enige tijd sterk was onderdrukt (en officieel zelfs verboden), kreeg men vervolgens in verschillende delen van Zeeland weer wat meer vrijheid om het katholieke geloof te belijden.
Er zijn overigens geen bronnen, die deze sage aan exacte, feitelijke gebeurtenissen in IJzendijke kunnen koppelen (bijvoorbeeld aan de dood van één bepaalde dominee, die een felle tegenstander van de katholieken was). Waarschijnlijk is het gewoon een propagandistisch verhaal dat ooit door katholieken bedacht is. De oudste bekende versies van deze sage stammen uit de 19e eeuw. Aan het begin van de 20e eeuw is de sage opnieuw op rijm gezet. Het verhaal komt voor in diverse bundels met volksverhalen, waaronder 'het Zeeuwsch sagenboek' van J.R.W. en M. Sinninghe.
IJzendijke
De plaats
IJzendijke ligt in de Zeeuws-Vlaamse gemeente Sluis. IJzendijke was in de middeleeuwen een welvarende handelsplaats. Het behoorde rond het jaar 1280 tot de Londense Hanze. In 1303 kreeg deze havenplaats stadsrechten. Later werd het vooral een vestingstad, die eeuwenlang een belangrijke rol speelde in allerlei oorlogen. Anno 2020 heeft dit stadje nog circa 2000 inwoners.
Lees verder