De wolf als mythologisch dier in de Klassieke Oudheid
Wie kent er niet het sprookje van Roodkapje en de boze wolf? Dit sprookje is vele jaren lang doorverteld en uiteindelijk opgeschreven. Maar al sinds lange tijd, nog lang voor het ontstaan van dit sprookje, speelt de wolf een prominente rol in mythes, sprookjes en andere verhalen. De ene keer is het een wreed monster dat geen mededogen kent, de andere keer is het een zorgzaam en waakzaam dier. Van de redder van Rome tot de weerwolflegende: wat betekende de wolf voor Grieken en Romeinen in de Oudheid en welke rol speelde het dier in hun verhalen?
De mythe van Romulus en Remus
Van de Oude Grieken en Romeinen zijn veel mythes bewaard gebleven. In deze mythes nemen dieren vaak een belangrijke plaats in. Van de heldendaden van Herkules tot de mythe van Europa en Zeus, de mens staat keer op keer oog in oog met een dier/beest. Zo bestaat er ook een mythe over het ontstaan van Rome, waarin een wolf betrokken was.
Gered door de wolvin
De Vestaalse maagd Rhea Silvia was zwanger gemaakt door Mars, maar zij werd vermoord omdat zij haar kuisheid niet had weten te bewaren en haar pasgeboren tweeling werd in de rivier de Tiber aan hun lot overgelaten. Het mandje waarin de twee broertjes lagen, spoelde uiteindelijk weer aan op de oever, waar zij werden opgemerkt door een wolvin. Deze wolvin bracht hen naar een grot onder de Palatijn, één van de zeven heuvels van Rome, waar ze de broertjes, Romulus en Remus, opvoedde als haar eigen jongen. Uiteindelijk werden de jongens daar gevonden door de herder Faustulus, die de broers in zijn eigen gezin opnam. De grot uit de mythe is in november 2007 ontdekt.
Een teken van de goden
Romulus en Remus groeiden op, en toen zij volwassen waren keerden zij terug naar de plek op aan de oever van de Tiber waar zij ooit aan hun lot waren overgelaten. Zij vermoordden de moordenaar van hun moeder en wilden zelf een nieuwe stad stichten op de plaats waar zij ooit waren gered door de wolvin. De broers besloten om de goden een plaats, naam en koning voor deze stad aan te laten wijzen. Daarom gingen de broers ieder op een heuvel staan, wachtend op een teken van de goden. Remus zag zes gieren overvliegen vanaf de plaats waar hij stond, Romulus zag er twaalf. Daarom stelde Romulus dat de heuvel waar hij op stond, de Palatijn, de plaats van de nieuwe stad zou zijn. Deze stad zou naar hem worden vernoemd en hij zou er de eerste koning worden.
De stichting van Rome
Natuurlijk vond Remus dit niet leuk. Toen zijn broer een stadsmuur voor zijn nieuwe stad begon te bouwen sprong Remus hier spottend overheen. Hij lachte zijn broer uit, die op zijn beurt woedend werd en Remus doodsloeg. Romulus verklaarde dat het elke andere vijand van Rome net zo zou vergaan als zijn broer.
Bang voor de boze wolf
Ondanks het feit dat Rome volgens de mythe niet zou bestaan zonder de zorgzame wolvin, zagen de Romeinen het als een slecht voorteken wanneer ze een wolf tegenkwamen in het bos. Er werden daarom feesten gevierd, de Lupercalia, waarbij de god Faunus werd vereerd. Deze god de wolven weghouden van de kuddes. Al waren de Romeinen bang voor wolven, op het slagveld werd het dier gezien als een teken van Mars, de god van de oorlog, en kondigde het de overwinning aan.
De enige eer voor de wolf
Pausanias, de schrijver die in de tweede eeuw de Beschrijving van Griekenland schreef, vertelt dat alleen in Delphi, het belangrijkste heiligdom van het Oude Griekenland, bij het altaar van Apollo een bronzen beeld stond dat geweid was aan de wolf. Dit beeld stond daar omdat er ooit een man was die van de god Apollo had gestolen en met zijn buit de Parnassus (berg) was opgerend, waar een wolf hem in zijn slaap verslond.
Deze wolf daalde daarna elke dag af naar de stad en huilde, waarna hij weer terug de berg opliep. Uiteindelijk was er een man dapper genoeg om hem achterna te gaan en hij vond de overblijfselen van de dief en de gestolen buit. De schat werd teruggebracht naar Apollo, en naast het beeld van de god kwam een beeld van de wolf te staan.
De weerwolf
De meest beroemde schrijvers uit de Oudheid vertellen over een man die in een wolf veranderde, en vervolgens weer in een man. De legende van de weerwolf ('vir'= man, 'wulfa'= wolf) is ontstaan in de Klassieke Oudheid en heeft mensen vele eeuwen lang angst ingeboezemd.
Lycaon en Zeus
De bekendste mythe over de weerwolf is die van Lycaon, die in een wolf werd veranderd door de oppergod Zeus. Lycaon had een kind gedood en het vlees van dit kind aan Zeus voorgeschoteld om te kijken of deze wel echt een god was. Zeus had hem door, aangezien hij als god alwetend was en Lycaon werd gestraft.
Arcadia
Een ander verhaal vertelt over een man uit de familie Antos die in Arcadia naar een vijver werd gebracht waar hij zijn kleren uittrok en het water overzwom. Bij de overkant aangekomen zwierf hij door woestijnen en veranderde in een wolf. Negen jaar lang had hij geen menselijk contact en was hij deel van een roedel wolven. Na die negen jaar keerde hij terug naar de vijver en zwom weer het water over. Aan de oever veranderde hij weer in een mens, negen jaar ouder dan toen hij vertrok. Zowel Grieken als Romeinen geloofden heilig in dit verhaal, hoewel er ook enkelingen waren die het bestaan van weerwolven afschreven als regelrechte onzin. Tot op de dag van vandaag is lykantropie (weerwolverij) een onderwerp waar veel interesse voor bestaat.
Wedergeboorte van de mythes uit de Oudheid
In de Renaissance werd de wolf juist met positieve eigenschappen geassocieerd, zoals waakzaamheid en intelligentie. Dit kwam omdat er veel aandacht was voor de mythe van Romulus en Remus, waarin de wolvin juist goede daden verrichtte.