Voorloop of veurloop: voorspellende gaven in het volksgeloof
De 'voorloop' (of 'veurloop') is een fenomeen in het volksgeloof. Wanneer iemand een voorloop ziet, dan ziet hij iets wat pas later in werkelijkheid zal gebeuren. Binnen de folklore van diverse Nederlandse streken bestaan er sagen (volksverhalen) over dergelijke voorlopen. Deze verhalen gaan bijvoorbeeld over mensen die brandende huizen, ongelukken of spoorlijnen zien, die pas veel later werkelijkheid worden. Eeuwenlang werd met name in plattelandsstreken het fenomeen ‘voorloop’ door grote delen van de bevolking als een serieuze zaak beschouwd. In de loop van de 20e eeuw is dat collectieve geloof in ‘voorlopen’ sterk afgenomen.
Geografie van de voorloop
Hoewel voortekenen wereldwijd in allerlei volksverhalen voorkomen, komt het specifieke fenomeen de 'voorloop' vooral veel voor in sagen die zich afspelen in de landen rondom de Noordzee en de Oostzee. In Nederland komen veel verhalen over voorlopen uit het noorden en oosten. Met name in Drenthe en Groningen is de 'veurloop' van oudsher een bekend fenomeen. Andere termen die men in diverse Nederlandse streken voor het fenomeen voorloop gebruikt, zijn onder meer veurspoeksels, veurspouksels, voorlaat, voorgelaat, vuurgezicht, voorbeduidsel, foartsjirmerij, veurspul en veurboak.
Talent voor het zien van voorlopen: veurkieker
Voorlopen kunnen in principe door allerlei mensen gezien worden, maar sommige mensen zouden er extra gevoelig voor zijn; die mensen zouden veel meer voorlopen zien dan anderen. Met name personen die 'met de helm op geboren zijn', zouden volgens de volksmythologie veel talent hebben voor het zien van voorlopen. Iemand die veel voorlopen ziet, wordt wel een 'veurkieker' genoemd. Ook noemt men hen wel 'mensen met het tweede gezicht'. Door de bekende volksverhalenverzamelaar J.R.W. Sinnighe werden verhalen over voorlopen gerekend tot de categorie 'luchtgeesten'. Hij verzamelde heel wat verhalen over het fenomeen ‘voorloop’.
Voorloop van brand
Een typisch verhaal over een voorloop is een sage over twee mannen die 's avonds in de verte een huis in de brand zagen staan. Ze renden er naartoe, maar toen ze bij het huis aankwamen, was al het vuur verdwenen en was het huis totaal ongeschonden. Toen ze het huis aanraakten, bleken de muren echter opvallend warm te zijn. Het was een voorteken. Twee weken later brandde dit huis 's nachts echt af.
Turf: de nachtwaker en de voorloop
In Drenthe vonden vroeger veel veenafgravingen plaats. Dit veen werd gedroogd, zodat het turf werd. Vervolgens werd die turf als brandstof verhandeld in de rest van Nederland. Turf was voor veel Drentse regio's de belangrijkste handelswaar en er stonden daarom in veel dorpen grote voorraden van dit uiterst brandbare materiaal. Dit zorgde ervoor dat er veel brandgevaar was; Drentse dorpen werden daarom ook regelmatig door afgrijselijke branden geteisterd.
Professionele veurkieker
De angst voor brand was dus groot bij de Drenten. Veel plattelandsbewoners geloofden toen nog volop in 'veurlopen'. De veurlopen van branden waren vaak 's avonds en 's nachts te zien. Het verhaal gaat dat in de 19e eeuw in diverse Drentse dorpen men collectief een persoon inhuurde, die de gave had om ‘veurlopen’ te zien. Zo’n ‘veurkieker’ kreeg dan betaald om ’s nachts door het dorp te lopen en op te letten of hij voorlopen zag.
Aan het tijdstip waarop hij zo'n voorteken van een brand zag, zou hij ongeveer op kunnen maken hoe lang het nog zou duren, tot een bepaald huis inderdaad in de brand zou vliegen. Er zijn volgens de volksverhalen mensen werkelijk verhuisd, omdat ze te horen kregen dat volgens een voorloop het huis (of de plaggenhut) waarin zij woonden binnenkort af zou branden. Doorgaans sloopte men zo’n plaggenhut vervolgens ook, om te voorkomen dat hij in de fik zou vliegen.
Scheuvellooper (schaatsenrijder)
Een ander bekend voorbeeld van een 'veurloop' is het verhaal van de zogenaamde 'scheuvellooper'. In diverse dorpen in Drenthe, waaronder Koekange en Broekhuizen, hoorde men op bepaalde plekken een fluitend geluid dat 'van oost naar west ging en omgekeerd'. Men begreep niet waar dat onbekende geluid vandaan kwam. Omdat het een piepend en knarsend geluid was, gingen de Drenten het 'de scheuvellooper' noemen, wat dialect is voor schaatser of schaatsenrijder. Men beweerde dat op die plekken in het donker vaak een schaatser door de lucht reed en dat men diens geluiden hoorden.
Veurloop van de trein
Vele jaren later werd er juist op die locaties de spoorweg van Meppel naar Groningen aangelegd. Toen de eerste treinen daarover reden, zouden de Drenten elkaar verbaasd hebben aangekeken: die treinen maakten een soortgelijk piepend en knarsend geluid als vroeger de 'scheuvellooper' en ze volgden ook exact hetzelfde traject. Voor velen was er geen twijfel mogelijk: die vroegere 'scheuvellooper' was een 'veurloop' van de trein.
Profetische lichtjes
Op andere plekken bestaan verhalen over lichtjes die men 's avonds zag in bossen en op heidevelden. Veel later werden precies op die plekken bijvoorbeeld spoorwegen, snelwegen of huizen gebouwd. Ook bestaan er allerlei verhalen in Drenthe over schepen die mensen over heidevelden zagen varen. Pas vele jaren later werden er op die plekken kanalen gegraven.
Er bestaan ook veel versies van een luguber verhaal, dat iemand een begrafenisstoet aan zag komen van een bepaalde familie. Toen hij er naartoe liep, was die stoet ineens helemaal verdwenen. Korte tijd later zou er inderdaad een persoon uit die familie overlijden. Ook bestaan er verhalen over voorlopen waarin bijvoorbeeld dodelijke ongelukken of zelfs oorlogen worden voorspeld.