Koning Friso, de mythische stamvader der Friezen
Er zijn in de loop der eeuwen veel verhalen verschenen over de mythische koning Friso. Hij wordt beschouwd als de stamvader van het Friese volk. Zowel het land ‘Friesland’ als het volk ‘de Friezen’ zouden hun namen aan deze koning hebben ontleend. Rond het jaar 320 voor Christus zou hij gekroond zijn tot eerste koning van Friesland. In werkelijkheid heeft koning Friso echter nooit bestaan.
De mythe van koning Friso
Exodus
In het verre India, bij de rivier de Ganges, lag ooit het rijk van koning Adel. Hij was een afstammeling van de Bijbelse figuur Sem (de oudste zoon van Noach). Op een gegeven moment raakte het rijk van koning Adel overbevolkt. Er braken hongersnood en conflicten uit. Hierop werd besloten dat een deel van het volk naar elders moest verhuizen. Middels loting werd bepaald welke families het koninkrijk moesten verlaten. Zij vertrokken met een grote groep boten, op zoek naar een nieuw land om in te wonen. Deze vloot stond onder leiding van drie zonen van de koning, de prinsen Friso, Saxo en Bruno.
Alexander de Grote
Na diverse omzwervingen belandden ze in het rijk van de Macedonische koning Philippus II. Prins Saxo raakte er zeer geïnteresseerd in de Griekse filosofie. Hij was enige tijd een leerling van Plato en later van Aristoteles. Zijn broers Friso en Bruno sloten zich, samen met veel andere ballingen uit het land van Adel, aan bij het leger van de Macedonische koning. Friso raakte bevriend met de kroonprins, de latere Alexander de Grote. Toen die zijn vader opvolgde, werd Friso een belangrijke generaal in het leger. Friso speelde ook een hoofdrol bij de vele grote militaire successen van Alexander. Zijn succes zorgde echter voor rancune bij andere generaals.
In het jaar 323 voor Christus overleed Alexander de Grote. Een groep generaals nam de leiding in het rijk over, maar al snel ontstonden er grote conflicten tussen hen. Er brak een burgeroorlog uit. Friso en de overige ballingen uit het koninkrijk van Adel werden door diverse volksmenners aangewezen als zondebokken.
Een nieuwe exodus
Hierop besloten de broers Friso, Saxo en Bruno dat het tijd werd om hun volk te evacueren en opnieuw op zoek te gaan naar een nieuw land. De vloot van Friso en consorten reisde eerst richting het westen. Ze voeren aan de uiterste westkant van de Middellandse Zee tussen de 'Zuilen van Hercules' door (dit was in vroeger tijden de bijnaam van de zeestraat die later de naam Straat van Gibraltar kreeg). Op de Atlantische Oceaan voeren ze enige tijd noordwaarts, om vervolgens met een golfstroom mee wat meer richting het noordoosten te varen, richting de Noordzee. Na allerlei omzwervingen kwamen ze uiteindelijk aan in een bosrijk land aan de kust, waar geen mensen woonden.
De god Stavo
Deze landing van Friso en consorten in de lage landen zou geschied zijn in het jaar 320 voor Christus. Nadat ze de streek rondom die plek hadden verkend, besloten ze om daar te blijven. Ze bouwden er een tempel voor een godheid die ze uit hun Indische jeugd kenden en die ze tijdens al hun omzwervingen fel waren blijven aanbidden: Stavo. Ze geloofden dat het aan die god te danken was, dat ze dit nieuwe land hadden gevonden. De nederzetting bij de tempel noemden ze ook naar hem:
Stavoren.
Friso werd de koning van het nieuwe land. Hij bouwde zijn paleis nabij de tempel van Stavo. In de praktijk werd Stavoren de hoofdstad van het nieuwe rijk. Vanuit zijn residentie regeerde Friso zijn land 68 jaar. De benamingen van zijn volk en zijn land zijn afgeleid van de naam Friso: Friezen en Friesland.
Saksen, Brunswijk en Groningen
In eerste instantie bleven ook Saxo en Bruno enige jaren in Stavoren wonen en zij speelden toen ook een belangrijke rol in de regering van het prille Friesland. Later gingen die broers echter hun eigen gang. Saxo vertrok oostwaarts, met in zijn kielzog een grote groep pioniers, om daar weer een nieuw land te stichten. Uit de volgelingen van Saxo is het naar hem vernoemde volk 'de Saksen' ontstaan.
Ook Bruno vertrok op een gegeven moment oostwaarts. Daar stichtte hij een stad die naar hem werd vernoemd: Brunswijk. In de 21e eeuw bestaat deze plaats nog steeds: de Duitse stad Braunschweig. Volgens diverse Friese legendes zou ook een kleinzoon van Friso nog een beroemde stad hebben gesticht. Gruno heette die kleinzoon en hij is de
vermeende stichter van Groningen.
Bronnen van de mythe van koning Friso
Oorsprongsmythes in de renaissance
Het verhaal over de mythische koning Friso is een typerend voorbeeld van een renaissancistische oorsprongsmythe. In de renaissance (de periode van circa de 14e eeuw tot en met de 17e eeuw) was er in Europa een grote interesse in de klassieke (Griekse en Romeinse) oudheid. Daarom wilden veel koningshuizen en volkeren in die tijd ermee pronken dat zij afstamden van belangrijke personen uit de klassieke oudheid. Zo waren er buitengewoon veel adellijke families die in deze periode stambomen lieten produceren, waaruit moest blijken dat zij afstamden van bijvoorbeeld een prins uit Troje, of een Romeinse keizer. Later zijn al die stambomen ontmaskerd als fictie. Ook het verhaal over de Friezen als afstammelingen van een generaal van Alexander de Grote is pure fictie.
Bronnen
De oudste bekende versie van de mythe van koning Friso komt van Suffridus Petrus (1527-1597). Hij was hoogleraar Klassieke Talen aan de universiteit van Keulen. Daarnaast was hij als geschiedschrijver in dienst van de Staten van Friesland. In 1590 publiceerde hij het verhaal over koning Friso. Hij beweerde dat hij zich daarbij baseerde op een 'teruggevonden, oeroud manuscript, geschreven in het Fries in Grieks schrift'. Dat vermeende manuscript is echter nooit geopenbaard.
Het verhaal over Friso werd overgenomen door andere geschiedschrijvers uit de renaissance. Zo komt het ook voor in de beroemde 'Chronique ofte historische geschiedenis van Vrieslant', die geschreven werd door Pierius Winsemius (1586-1644).
Vanaf het begin was er echter al veel twijfel over het waarheidsgehalte van het verhaal over Friso. Op den duur werd duidelijk dat het feitelijk pure fictie was. Het positieve van dit verzonnen oerverhaal is echter wel dat het in de loop der tijd heel veel schrijvers en vertellers heeft geïnspireerd tot allerlei fascinerende, uiteenlopende verhalen over de mythische koning Friso.
Variaties van de oorsprongslegende
Er bestaan ook verhalen waarin beweerd wordt dat de gebroeders Friso, Bruno en Saxo niet uit India of Griekenland kwamen, maar uit Palestina. Zij zouden op de vlucht zijn gegaan voor de inval van koning Nebukadnezar in Jeruzalem, in het jaar 587 voor Christus. Voor de rest lijkt dit verhaal in grote lijnen op de andere oorsprongsmythe: de broers kwamen na omzwervingen aan in de lage landen, richtten daar de tempel voor Stavo op, Friso werd koning van Friesland, Saxo werd de stamvader van de Saksen en Bruno stichtte Brunswijk.
Sprookje: de boot van Koning Friso
Talloos zijn de Friese sprookjes, sagen, mythen en legendes waarin koning Friso voorkomt. Een voorbeeld is het absurdistische sprookje over de 'Reuzenboot van koning Friso'. Hierin wordt verteld dat het volk van Friso niet met een vloot van boten vanuit Griekenland naar West-Europa kwam, maar met één gigantische boot. Die boot was zo extreem groot, dat hij zelfs bijna niet door het Kanaal tussen Dover en Calais paste. Ja, deze boot had volgens het sprookje een breedte van maar liefst 33 kilometer.
Men heeft de boot toen aan beide zijden met een gladde witte zeep ingesmeerd, om hem tussen die rotsen door te kunnen laten glijden. Doordat de boot met die zeep tegen de rotsen schuurde, kregen die rotsen een opvallend wit uiterlijk. In de 21e eeuw zijn bij Dover en Calais, aan beide kanten van het Kanaal, nog altijd de witte krijtrotsen te bezichtigen, die volgens het Friese sprookje het resultaat zijn van de doortocht van de reuzenboot van de mythische koning Friso.
De 'echte' Friese koningen?
Hoewel het personage koning Friso een puur verzinsel is, zijn er in het verleden wel werkelijk koningen van Friesland geweest. Over deze koningen is echter heel weinig feitelijk bekend. De oudste koning van Friesland die in bronnen voorkomt is
koning Finn Folcwading, die mogelijk in de vijfde eeuw heeft geleefd. Een andere bekende Friese koning is
Aldgisl, die in de zevende eeuw leefde.
Hij werd opgevolgd door de beroemdste aller Friese koningen:
koning Redbad (Radboud). Over hem zijn buitengewoon veel mythes, sagen en legendes ontstaan. Onder zijn militaire leiding zou het Friese Rijk zijn grootste omvang hebben bereikt. Na de dood van koning Redbad zou het Friese Rijk echter al snel grotendeels zijn ingestort. De opvolger van Redbad was mogelijk koning
Poppo, al zijn zeker niet alle historici het daarover eens. Deze Poppo was volgens sommige bronnen de laatste koning van Friesland, al zijn er ook andere bronnen waarin beweerd wordt dat er na hem nog enkele koningen volgden en dat een koning genaamd Radboud II de laatste officiële koning van Friesland was.
Lees verder