De mythische oergodin
Hetgeen we nog weten over prehistorische religieuze tradities komt voort uit archeologische en mondelinge overlevering. Het beeld van Moeder Aarde stamt uit het stenen tijdperk toen de vrouw nog symbool stond voor de schepping van de wereld.
Het stenen tijdperk
In de
prehistorische tijd was de godin de universele ziel, de scheppende kracht die de aarde met zijn flora en fauna had geschapen. Vaak werd ze voorgesteld als een vulva dikwijls met een zaadje of een oog. De
vulva staat voor de oerbron van alle leven, het mysterie der schepping. Het zaad verwijst naar de voortplanting. Moeder Aarde zou door de God bevrucht zijn waarna de vegetatie opbloeide. In de oude gemeenschappen was de vrouw niet alleen een moeder maar ook verantwoordelijk voor het goede functioneren van de gemeenschap.
De prehistorische mens zag natuurfenomenen in het wezen van de vrouw terugkomen zoals de menstruatie, de zwangerschap, de geboorte en de borstvoeding. Tekeningen van het vrouwelijke lichaam werden gevonden op de vloer van grotten. Het waren vooral tekeningen van een deel van het lichaam zoals de borsten, de genitaliën of de billen.
Gaia
In de Griekse
mythologie was
Gaia de oermoeder, de aarde die uit de chaos is ontstaan. De chaos was samengesteld uit de vier oerelementen: aarde, water, lucht en vuur. Ze werd voorgesteld als een mollige vrouw altijd verbonden aan de grond. Hoe oudere volkeren haar noemden is niet bekend maar er werden beeldjes van haar teruggevonden uit het stenen tijdperk.
Haar plaats aan de tafel van de de Dinner Party van Judy Chicago
De plaats van de oergodin verwijst naar de oudste tradities waarin de vrouw de schepper was en vereenzelvigd werd met de oeraarde. Het bord geeft tegelijk het vlees en de rots weer, hiermee het vrouwenlichaam en
Moeder Aarde symboliserend. Judy Chicago noemt de oergodin de ‘oervagina’, de oorspronkelijke bron van alle leven (Chicago, Symbol of Our Heritage, 57).
Op de legger wordt het belang van het werk van de vrouw in het stenen tijdperk voorgesteld. De spiraalvorm rond de eerste letter van de godins naam verwijst naar de eerste manden en potten die door haar gemaakt werden. Het verwijst ook naar de vroegste kunstvormen waarbij de spiraal een terugkerend motief is en het symbool van de godheid en heilige vrouwelijkheid. Het kalfsvel verwijst naar de eerste kleding door de vrouw gemaakt. Het is versierd met schelpmunten, een oud symbool van vruchtbaarheid.