Hoe ontstond het mysterie van de vampier?
De vampier is een ondood wezen die het bloed van een mens of dier nodig heeft om te overleven. Overdag slaapt de vampier, ’s nachts ontwaakt hij en gaat op pad om het bloed van een levende op te zuigen. Heden ten dage proberen onderzoekers te achterhalen hoe het verhaal van de vampier ooit is ontstaan. Verschillende theorieën doen de ronde. De vraag blijft echter of deze theorieën het bestaan van vampiers bevestigen of juist ontkennen.
De vampier
Vampiers zijn ondode menselijke figuren die ’s nachts uit hun doodskist opstaan om vervolgens op zoek te gaan naar een perfect slachtoffer. De vampier bijt een mens of dier en zuigt zo al zijn bloed op. Wanneer het slachtoffer geen bloed meer over heeft, zal ook hij of zij een vampier worden. Een vampier worden gekenmerkt door hun vlijmscherpe hoektanden, hun bloedrode lippen en hun vermogen om zich te kunnen veranderen in een vleermuis. In 1897 brengt Bram Stoker een boek uit over vampiers. Hij beschrijft het leven van Graaf Dracula, een vampier uit Transsylvanië (Roemenië). Na de publicatie van het boek volgden verschillende toneelstukken en verfilmingen over, de nu wereld beroemde, Dracula. Bram Stoker was echter niet de eerste persoon die sprak en schreef over vampiers. Het geloof in vampiers stamt uit veel vroegere tijden, al rond 1300 kende men dit fenomeen. De vraag is nu: hoe is het geloof in vampiers ontstaan?
Vampiers en de pest
Een eerste verklaring voor het geloof in vampiers stamt uit de tijd dat de pest Europa teisterde. Vanaf de Oudheid tot de 18de eeuw hebben verscheidene pestepidemieën de mensheid overvallen. De pest, ook wel de Zwarte Dood genoemd, woedde het hevigste in de 14de eeuw, hierbij verloor (naar men kan schatten) een derde van alle Europeanen het leven. Men raakte geïnfecteerd met deze zeer besmettelijke ziekte door een beet van een rattenvlo. De eerste symptomen waren hoofdpijn en hoge koorts. Wanneer de bacterie die de ziekte veroorzaakte zich verder door het lichaam verspreidde en de lymfeklieren bereikte, ontstonden er grote builen bij de nek, de oksels en de liezen van de slachtoffers. Na een aantal dagen overleed de geïnfecteerde persoon. In de 14de eeuw was het echter lastig om vast te stellen wanneer een slachtoffer was overleden. Het kwam dan ook niet zelden voor dat mensen levend werden begraven! Ook wilde men, vanwege de besmettelijkheid van de ziekte, zo snel mogelijk van zijn zieken af zijn, waardoor ze vaak te vroeg werden begraven. Ook in andere gevallen werden mensen soms levend begraven. Zo kon men schijndood zijn door bijvoorbeeld een vergiftiging die niet gelukt was of was het slachtoffer buitenbewustzijn door een epileptische aanval. Wanneer het slachtoffer wakker werd, bijvoorbeeld wanneer het lichaam de pest wist te overwinnen, bevond hij of zij zich in zijn eigen doodskist. In de paniek die er bij de slachtoffers uitbrak, probeerden zij alles te doen om uit hun benarde positie te ontsnappen. Met handen, tenen en mond probeerde men te ontsnappen, meestal tevergeefs. Als een dergelijk graf later werd opgegraven, bijvoorbeeld door grafrovers, vond men een met bloed besmeurde, in een krampachtige houding gelegen persoon. Omdat het slachtoffer vaak de handen, voeten en mond had opengekrabd of gebeten, leek deze persoon te voldoen aan de kenmerken die werden toegewezen aan een vampier. Tijdens de pestepidemie van de 14de eeuw werden veel mensen levend begraven, waardoor dit soort momenten vaker voor kwamen.
Andere theorieën
Een andere verklaring voor het bestaan van vampiers heeft te maken met bedelaars. In tijden van armoede zochten bedelaars en zwervers wanhopig naar een onderkomen en naar voedsel. Familiegraven op kerkhoven zijn vaak ingericht als grot en vormden daarom een goede schuilplaats voor daklozen. Om aan voedsel te komen moesten de bedelaars er ’s nachts op uittrekken om eten te zoeken of te stelen. Wanneer men ’s avonds of ’s nachts op het kerkhof kwam, zag men de bedelaars uit de graven kom en trok men al gauw de conclusie dat men hier te maken had met een vampier. Een verklaring voor het fenomeen ‘bloedzuigen’ wordt gegeven door het gebruik van bloed als voedingsmiddel of door het geven van een bloedtransfusie. In beide gevallen gebruikt men bloed om zelf weer op krachten te komen. Vooral in de wat primitievere stammen in bijvoorbeeld Afrika of Australië gebruikt men nog steeds bloed (weliswaar van dieren) om te drinken en op krachten te komen. Bloedtransfusies komen vandaag de dag natuurlijk vaak voor en zijn niet omstreden. Toch kan het zijn dat dit in vorige eeuwen ook al gebeurde en hierdoor het vampierbeeld werd versterkt. Het idee dat een vampier onsterfelijk zou zijn, kan worden verklaard op verschillende manieren. Één van deze verklaringen is dat het lichaam in zijn doodskist wordt geconserveerd door de toestand in de aarde. Bepaalde vulkanische grond kan er, door druk en warmte, voorzorgen dat een lichaam in perfecte staat blijft. Ook kou kan hiervoor zorgen. Wanneer het lichaam, vaak bij toeval, wordt opgegraven, ziet men een goed geconserveerd lichaam. Nu men in vroegere tijden dacht dat vampiers onsterfelijk waren, zag men in een dergelijke opgraving een teken. Het hart van het lichaam werd daarom snel doorstoken met een spijl, zo kon men een vampier doden.