Alruin, een vreemde geschiedenis
Alruin is cultuurhistorisch gezien een van de interessantste, misschien wel de interessantste geneeskrachtige en magische plant uit de menselijke geschiedenis. De vele vreemde verhalen uit het verleden geven ons een beeld van de kracht en de macht van een plant.
Mandragora in het oude Egypte
Mandragora is mogelijk via Palestina naar het Nijldal is gekomen. De plant heeft alleszins een redelijk klimaat nodig om tot volledige bloei en vruchtzetting te komen. De vruchten, die de vorm hebben van kleine appeltjes, werden door de Egyptenaren evenzeer gewaardeerd als de al dan niet gespleten peenvormige wortel, waardoor deze de benaming phallus der velden heeft gekregen. De Egyptenaren hadden zelfs een gebed waarin ze de god Ra dankten voor deze plant. De echte naam was 'mardon ghiah' en betekent 'manswortel'. Die naam duidt zowel op de vaak op een mens gelijkende vorm van de wortel als op de liefde-opwekkende eigenschappen van de plant die reeds bij de Egyptenaren bekend was. De plant staat afgebeeld op een beschilderd reliëf uit Echet-Aton, de ongelukkige droomstad van koning Amenhotep IV (14° eeuw v. Chr.).
Mandragora bij Grieken en Romeinen
De naam wordt ook vermeld in de Papyrus Ebers uit het Oude Egypte van 1600 v.C, in de schriften van alle volkeren rond de Middellandse Zee en in de Bijbel. De wortel, vrucht en bladeren waren voor de Grieken en Romeinen even belangrijk als opium. Volgens Galenus werden er twee extracten gemaakt die jaarlijks vanuit Kreta naar Rome werden gebracht: één uit het sap van de wortel en een tweede,mildere uit het sap van de vruchten.
De geschiedschrijver Flavius Josephus (c. 75 n. Chr.) beschreef het ritueel hoe de donkerbruine bietachtige wortel uit de grond moest worden getrokken met behulp van een hond. Pythagoras noemde de alruin Anthropomorphos, en Columella 'Semihomo '.
Alruin werd ook wel Circaea genoemd naar de Godin Circe uit de Odyssee. Plinius beschrijft de plant in zijn Naturalis Historici en Dioscorides noemt eveneens twee soorten: Mandragora officinarum en Mandragora autumnalis, die vanwege de vorm van hun wortel respectievelijk als mannetje en vrouwtje bekend waren
Alruin in de bijbel
De alruinwortel, waaraan magische krachten werden toegeschreven, speelde eeuwenlang een grote rol in de volkserotiek. Mandragoravruchten worden vermeld in het Hooglied van Salomon als afrodisiacum en ze werden door Lea gebruikt om haar man Jacob terug te winnen (Genesis 30,14 e.v.). Jacob's zoon Simeon heeft zijn verwekking blijkbaar te danken aan het gebruik van een drug, evenals de nakomeling van Zacharias.
Onvruchtbare vrouwen in het Nabije Oosten hingen de wortel thuis op. Rachel werd zwanger van Jozef nadat ze haar zuster had gesmeekt: 'Geef me, ik bid je, enkele alruinen van je zoon '. (Genesis 30). Alhoewel dit mij wel een vreemde vertaling lijkt.
Alruin en de alcaloïden
In alle plantendelen van alruin komen tropaanalkaloïden voor, zoals hyoscyamine en scopolamine. Ook de bessen (appeltjes) zijn volgens Dioscorides narcotisch en gevaarlijk. Alleen al het ruiken eraan geeft bedwelming en inname maakt de mensen 'stom', aldus Dodonaeus. Voor de artsen in de Oudheid was het niet alleen een probaat slaapmiddel, maar het ontsloot voor de mens alle schatten van de wereld door het uitlokken van hallucinaties. Het vroeger als 'mandragorine' beschreven alkaloïde blijkt een mengsel van tropaanalkaloïden te zijn.
Van middel tegen onvruchtbaarheid tot afrodisiacum:
De Romeinen zouden alruin bij hun orgiën hebben gebruikt. De magie rondom de alruin is buitengewoon In de eerste eeuw schreef Jozephus: Hij die een plant daarvoor uit de grond wil trekken, moet er een hond aan vastbinden anders zal hij beslist korte tijd later overlijden.
De verdovende eigenschappen van alruin waren reëler. Dioscorides schreef dat hij werd toegediend 'aan wie zal worden opengesneden of dicht gebrand. Want zij voelen de pijn niet, omdat ze overmand zijn door een dodenslaap '. Griekse, Romeinse en Arabische dokters gebruikten de plant als verdovend middel. Toen de Romeinen in Palestina misdadigers gingen kruisigen lieten de verwanten het slachtoffer drinken van een spons met wijn waarin alruinsap was vermengd zodat de gekruisigde het bewustzijn verloor en voor dood werd aangezien. Er wordt beweerd dat Christus op het kruis ook zo'n verdovende mandragoraspons kreeg.
Alruin! Eindeloos veel verhalen uit het verleden en nu volledig vergeten. Wat is er geworden van die magische mandragora? Waarom en wanneer heeft hij zijn spirituele krachten verloren?