Sanskriet: de perfecte taal?
Wie gefascineerd is door talen en etymologie, komt al meteen in aanraking met het Latijn en het Grieks, maar ook met het Sanskriet. De perfecte taal, zoals het woord zelf zegt en ook wel eens 'de taal van de goden' of 'de moeder aller talen' genoemd, maar is dit ook zo?
De oudste taal?
Doordat het Hebreeuws de taal was van het Oude Testament, werd in Europa aangenomen dat het Hebreeuws de moeder aller talen was, mede gesteund vanuit religieuze hoek. Maar met de ontdekking van het Sanskriet, met geschriften die gedateerd zijn tot 1000 v.C, moest het Hebreeuws zijn bevoorrechte plaats afstaan. Maar ook het Sanskriet is niet de oudst geschreven taal: nog later werden Hittitische geschriften ontdekt, die nóg ouder bleken dan het Sanskriet: namelijk 1700 v.C.
Toch wordt het Sanskriet nog steeds 'de moeder aller talen' genoemd. En inderdaad, er zijn verschillende woorden uit Indo-Europese talen ook in het Sanskriet terug te vinden. Het gaat hier voornamelijk om telwoorden (1 éka 2 dvi 3 trí ), benamingen van familieleden (moeder: mātṛ, vader: pitṛ) en enkele diernamen (koe: gow). Dingen dus die tot de basisconversatie behoren.
Er zijn verschillende overeenkomsten te vinden tussen het Grieks, Latijn en Sanskriet. Verder ligt het Sanskriet qua grammatica nogal dicht bij de Romaanse talen en qua woordenschat bij de Germaanse talen. Toch is na onderzoek gebleken dat Sanskriet niet de voorloper van het Latijn of het Grieks is, maar meer een zustertaal, zoals het Duits en Engels zustertalen zijn van het Nederlands. De drie zijn geëvolueerd uit de zogenaamde Proto-Indo-Europese (PIE) taal, waarvan helaas geen geschriften terug te vinden zijn. Dit komt doordat de schrijfsystemen pas ontwikkeld werden nadat het PIE evolueerde naar het Sanskriet, Oudgrieks, enz. Veda's in het Sanskriet werden bijvoorbeeld al duizenden jaren mondeling overgeleverd alvorens deze op schrift gesteld werden met het Devanâgarî. De sprekers van het PIE zouden op het einde van Neolithische tijd en het begin van het Bronzen tijdperk geleefd hebben.
Het Sanskriet is dus niet de moeder der talen, maar een taal naast het Latijn, het (Oud)Grieks en andere talen. Wat het Hittitisch betreft, formuleert een zeer belangrijke, nieuwe, zogenaamde Indo-Hittitische theorie, dat de Anatolische talen (waaronder het Hittitisch) zich omstreeks 7000 v.C. van een vroeger stadium van de PIE taal hebben afgesplitst.
De perfecte taal?
Het woord sam.skr.ta betekent 'goed samengesteld, compleet-gemaakt, geperfectionaliseerd' als antoniem voor 'vulgair, alledaags'. De taal Sanskriet (sam.skr.tâ vâk), letterlijk de 'perfecte taal', is wel degelijk een 'hogere' taal: geschikt voor wetenschappelijke en religieuze gesprekken, dit in tegenstelling tot de gewone 'volkstaal'. Voor de oude Indiërs was ze dan ook de taal van de Goden. Er zijn slechts weinig moedertaalsprekers van het Sanskriet; andere bronnen spreken dan weer over een dode taal, maar in elk geval bleef de taal goed behouden: de Indische brahmanen gebruikten het Sanskriet nog tot in de 20e eeuw, zoals ook het Latijn in Europa nog heel lang door de geestelijken gebruikt werd.
De grammatica werd omstreeks 1300 v.C.door Panini beschreven in de zogenaamde Ashtadhyayi en was de kortste en toch volledigste grammatica ter wereld: ze omvatte slechts 4000 korte verzen.
De Britse filoloog Sir William Jones (1746-1794) was een pionier wat betreft de studie van het Sanskriet. Hij heeft de Indische cultuur (geschiedenis, taal, cultuur en literatuur) in Europa geïntroduceerd na zijn verblijf van 11 jaar in Indië. Zijn bewondering voor het Indische gedachtegoed en de cultuur was grenzeloos. Hij was ook één van de eersten om te concluderen dat het Sanskriet van dezelfde bron als het Latijn en het Grieks moest komen.
Hij zei in 1784:
Het Sanskriet, hoe oud ook, heeft een grote overeenkomst met het Grieks en Latijn, zowel in wortels van werkwoorden als grammaticale vormen, groter dan door toeval zou kunnen zijn ontstaan; de overeenkomst is zo groot dat geen taalkundige ze alle drie zou kunnen onderzoeken, zonder te geloven dat ze dezelfde oorsprong hebben, welke oorsprong waarschijnlijk niet meer bestaat. Er is eenzelfde reden, hoewel niet zo sterk, om aan te nemen dat ook het Gotisch en het Keltisch, dezelfde oorsprong hadden, hoewel ze vermengd zijn met andere idiomen; ook het Perzisch zou bij deze familie kunnen horen.
Ziehier enkele kenmerken van het Sanskriet:
- De taal is systematisch opgebouwd, zodat ze bijna alle klanken die door de menselijke mond gemaakt kunnen worden, in zich opneemt: ze bevat 48 fonemen (klanken).
- De woordenschat is groot en de grammatica is zo flexibel (en contextonafhankelijk) dat de woorden kunnen zonder problemen samengevoegd kunnen worden om alle mogelijke nuances en ideeën uit te drukken.
- Alle denkbare werkwoordsvormen kunnen gemaakt worden, zoals bijvoorbeeld de 'toekomstige intentionele wijs in het verleden' [was van plan om te gaan doen], of het 'heden dat doorloopt in de toekomst'.
- Verder bevat het Sanskriet een groot aantal abstracte, technische en filosofische begrippen die niet in andere talen bestaan.
Er is zelfs onderzoek - o.a. door de NASA - om het Sanskriet te gebruiken als (basis voor een) computertaal; juist omwille van haar volmaakte syntax en kleine foutmarge, d.w.z. weinig kans tot interpretatiefouten!
Moeilijkheidsgraad
Voor wetenschappers, en in het bijzonder taalkundigen is het Sanskriet dan ook 'hemels': de woordbouw en grammatica zijn ingenieus. Zowel fonetici, filosofen, linguïsten in het algemeen zouden Sanskriet moeten bestuderen omwille van haar structuur. Maar hoe zit het met het 'gewone' volk? Zou iedereen dan maar gewoon Sanskriet leren, om het talenprobleem in de wereld op te lossen?
Helaas is dit niet zo eenvoudig: het Sanskriet heeft 8 naamvallen... en wij vinden de 4 naamvallen in het Duits en de 6 naamvallen in het Latijn al moeilijk, laat staan de vervoegingen van de werkwoorden in het Latijn, wat in het Sanskriet nog uitgebreider is. De vraag is of dit allemaal wel nodig is? Het is goed om precies te zijn, maar zijn daarvoor zoveel naamvallen en verbuigingen nodig? Wij kunnen ons in het Nederlands ook prima uitdrukken.
In Europa zijn het Frans, Spaans, Portugees, Italiaans, Catalaans, Roemeens en Provençaals uit het Latijn voortgekomen. Van al deze talen heeft nog enkel het Roemeens 5 naamvallen overgehouden - mogelijk ook door Slavische invloed? Uit de andere talen zijn ze op natuurlijke wijze verdwenen. Ook bij de 16 overgebleven Germaanse talen vinden we enkel nog een naamval terug in het Duits.
Verder is ook het schrijfsysteem van het Sanskriet - althans voor ons - ingewikkeld. Waar wij voor elke letter een apart teken hebben (een heel economisch systeem); wordt het Sanskriet geschreven door middel van het zogenaamde Devanâgarî-schrift, wat uit lettergrepen wordt opgebouwd. Devanâgarî heeft bovendien 33 medeklinkers (aangeblazen medeklinkers zijn betekenisonderscheidend!) en 15 klinkers: 5 korte, 8 lange en 2 ondersteunende klinkers. Een lettergreep wordt gevormd door de combinatie van één (of meerdere) medeklinker(s) met een klinker, of bestaat uit een losse klinker. Zo kunnen een duizendtal lettergrepen, en dus ook verschillende tekens voorkomen, die uiteraard wel volgens een logisch systeem gemaakt worden, maar wat toch veel oefening zal vergen om het onder de knie te krijgen. Dan is het Koreaans of Japans schrijfsysteem (zonder de Chinese tekens) toch eenvoudiger.
Perfecte versus ideale taal
Is de 'perfecte' taal dan misschien toch niet de 'ideale' taal? Wel, dit hangt ervan af. Wat het schrift betreft, is het in principe slechts een kwestie van gewoonte. Voor ons is het Devanâgarî-schrift ongewoon en ingewikkeld, dus moeilijk. Omgekeerd zal iemand die het Latijnse alfabet niet kent, daar op zijn beurt moeilijkheden mee hebben. Hoofdletters zien er soms heel anders uit dan kleine letters (ABC, abc) en worden met de hand nóg anders geschreven: A B C, a b c.
Wat de naamvallen betreft, zal dit waarschijnlijk geen probleem zijn voor iemand die dezelfde naamvallen in zijn moedertaal kent, maar andersom is het veel moeilijker. En wie het niet gewoon is om voorzetsels te gebruiken (bijvoorbeeld Finnen die in de plaats van voorzetsel een 21-tal naamvallen hebben), zal hier dan weer moeilijkheden mee hebben.
Conclusie: geen enkele moedertaal is té ingewikkeld of té moeilijk. Die leer je gewoon vanaf de geboorte. Maar voor het leren van een andere taal, zal veel afhangen van welk je moedertaal is (en eventuele andere gekende talen). Daarom moeten we, om bovenstaande paradox op te lossen, even beide begrippen gaan definiëren:
- de perfecte taal: de taal met het hoogst uitdrukkend vermogen; de meest precieze taal; die het kleinst aantal misverstanden mogelijk maakt
- de ideale taal: de taal die door iedereen, onafhankelijk van de moedertaal, op een snelle en eenvoudige manier te leren is en die in staat is alle mogelijke menselijke gevoelens en ideeën weer te geven
Het Sanskriet mag dan wel een perfecte taal zijn, maar ze is helaas niet echt ideaal te noemen voor alledaags gebruik. Welke taal gebruiken we dan wel?
Een internationale taal?
Stel dat we wereldwijd één taal zouden invoeren, welke kiezen we dan? Het nadeel van eender welke nationale taal is haar het feit dat ze onmiddellijk alle andere talen – en hun sprekers – gaat benadelen op de arbeidsmarkt. Wie bijvoorbeeld het Engels als moedertaal heeft, zal op internationaal vlak veel meer kans maken op werk dan iemand die het IJslands, Hongaars of Filipijns als moedertaal heeft. Bovendien heeft de Engelssprekende gemeenschap (Groot-Brittannië en Amerika voorop) een enorm economisch voordeel: hun boeken worden wereldwijd gelezen en vertaald, hun films, series en videoclips worden dagelijks bekeken via televisie. Dit kunnen we niet zeggen van IJslandse, Hongaarse of Filipijnse literatuur, laat staan de overige amusementsindustrie. Het Engels drukt ook duidelijk haar stempel op andere talen wat de woordenschat betreft en leidt zo tot een verarming van de andere talen. Zeg bijvoorbeeld volgend zinnetje maar eens in zuiver Nederlands: "Er ontbreekt een reset-knop op het touch-screen van mijn tablet computer."
Een kunsttaal zoals het Esperanto zou een kans maken omdat ze relatief eenvoudig te leren is en geen enkel volk benadeelt, ook al wordt het Esperanto wel eens verweten "te Europees" te zijn. Dit is inderdaad zo wat de woordenschat betreft, maar sprekers van niet-Europese talen hebben dan weer veel affiniteit met de structuur en de grammatica van het Esperanto. De manier waarop in het Esperanto woorden samengesteld worden uit stammen met voor- en achtervoegsels verkleint decimeert meteen de te leren woordenschat, wat toch weer in het voordeel van het Esperanto pleit. Het nadeel aan het Esperanto is het gebrek aan erkenning enerzijds en een totaal gebrek aan economische en politieke steun anderzijds.
Technologie als oplossing
Wat de internationale communicatie betreft, is het talenprobleem er één dat stelselmatig opgelost wordt dankzij de moderne technologie van de stemherkenning, automatische vertaling en zelfs ondertiteling op YouTube vanuit stemherkenning. Het laatste decennium werd dus een fantastische vooruitgang gemaakt op dit vlak, maar er gebeuren nog veel te veel fouten bij automatische vertalingen (met misgelopen contracten, procedurefouten en dergelijke als gevolg) dat de menselijke tussenkomst nog steeds absoluut nodig blijft.