In de naam van... Paardebloem
Is er een plant die mooier, algemener en geneeskrachtiger is dan onze ordinaire paardebloem? Nee dus, zou ik zeggen. En toch, waar is de waardering voor deze wonderplant? Moet iets of iemand zeldzaam worden voor we het of hem waarderen?
Dat iedereen de paardebloem kent, merken we wel aan de vele namen die de plant door de eeuwen heen en in verschillende streken gekregen heeft. Toch even een opsomming: Paardebloem, Pisbloem, Varkensbloem, Melkbloem, Konijneblad, Ganzetong, Luusbloem, Kettingbloem, Leeuwetand en niet te vergeten Molsla. Wel heel veel beesten in de naam.
Beestennamen
Logisch zou je denken dat al die beestennamen ontstaan zijn omdat paarden, varkens en konijnen de plant graag eten. Dat is wel een gedeeltelijk juiste verklaring, maar toch niet helemaal. Soms werden dierennamen aan planten gegeven, eerder om afkeer uit te drukken, bvb omdat men de plant niet waardeerde omwille van de bittere smaak of omwille van het ongewenst woekeren in het gazon. Sommige etymologen gaan er van uit dat paarde-bloem in die zin ook een scheldnaam is. Al is het vreemd dat zo’n edel dier als negatief beschouwd werd. Echter het woord paard, net zoals hond en natuurlijk ook varken zijn vroeger en ook nu nog als negatief of pejoratief in gebruik en worden nu soms nog als scheldwoord gebruikt. We willen dat nu dikwijls nog versterken door er een smeriger woord bij te zetten zoals in honde-lul en paarde-kop.
Zo zie je dat een naam zoals paardebloem zowel negatief als positief kan verklaard worden. Als voedsel heeft het ten andere ook negatieve en positieve kwaliteiten. Het is bitter, maar gebleekt juist smakelijk. Vandaar ook de naam molsla, omdat de blaadjes onder de molshopen gebleekt en minder bitter waren en als sla gebruikt werden. Hebben we daar de uitvinding van witlof aan te danken?
Ook voor de konijnen is het altijd het voedsel bij uitstek geweest. Als ik op mijn fiets wat groene planten oogst in de natuur, eerder om er een medicinale tinctuur van te maken, denken de mij passerende wandelaars nog steeds dat ik konijnenvoer aan het plukken ben. Ja, ik ben dan als deftige herborist zelfs een beetje beledigd. Konijnenkweker! Wat denken ze wel?
Taraxacum
Dus ga ik maar even over naar de deftige officiële naam Taraxacum. Ook hier weer vele mogelijkheden. Ten eerste van het Griekse ‘taraxis’ vertroebeling van ooglens en ‘akeomai’ genezen, dus een plant, mogelijk het witte melksap, dat staar zou kunnen genezen. Niet direct uitproberen! Een tweede verklaring, afkomstig van het Arabische tharakhchacon, waarmee de beroemde Avicenna een of meerdere planten met gele of blauwe bloemen aanduide, die tegen oogkwalen gebruikt werden. Een derde mogelijkheid, vind ik in de Kruidtuin van Van Hall 1871, hij zegt ‘men wil het woord afleiden van tarassein, in beweging brengen, beroeren, naar de losmakende, eenigzins afvoerende werking van het kruid. Deze verklaring spreekt mij wel aan, omdat Paardebloem ook nu nog gebruikt word om zijn zuiverende, galdrijvende en urineafdrijvende werking. Dit diuretische vinden we natuurlijk terug in de meest bekende naam pisbloem, de Franse naam is nog altijd Pissenlit, dus pis in bed of pissebed, alhoewel dat natuurlijk ook een vies beestje is.
Bij Van Hall vinden we nog meer volkse namen. Enkele die ook naar ziektes verwijzen, zoals kankerbloem, schurftkruid of aardgal. Is dat als negatief scheldwoord bedoeld of omdat Taraxacum die ziekten kan genezen? Ook namen die naar kinderen of eerder kindervermaak verwijzen. Kettingbloem, pluisbloem, kaarsjeskruid of uitblazertjes. Voor kinderen was of is het een dankbaar en goedkoop speelobject. De stengels met bloemen vormden aan mekaar geregen een natuurlijke ketting of halssnoer. De zaadpluizen werden uitgeblazen en dienden dan als orakel om te weten hoeveel jaar je nog moest wachten om te trouwen of om kinderen te krijgen
Papenkruid of Papen-cruyt
Een merkwaardige naam is ook Papenkruid, die bij Dodoens al wordt vermeld. Het slaat op de kale bloembodem, die nogal gelijkenis vertoond met het geschoren en gestoppelde pastoorskroontje. Een paap is natuurlijk een pater, een Franse naam is ook Couronne de moine. Ook in de apothekersboeken vind men Monnikskop terug en de medische grondstof werd ‘Caput monachi’ genoemd. Om nog maar eens Dodonaeus te citeren ‘
omdat de bollekens waar de bloemen op gestaen hebben, nadat de haarachtige struyfkes met het saet afgewaaid zijn, de gedaente van kale oft geschoren monnicks coppen schijnen te hebben’
Leeuwetand
Als laatste naam mogen we zeker leeuwetand niet vergeten, een wat overdreven verwijzing naar het sterk ingesneden blad van sommige paardebloemen. Maar deze naam is van belang omdat hij in veeel andere talen nog steeds gebruikt word bijvoorbeeld dent-de-lion, dente di leone, in Engeland werd dat dandelion en in Duitsland löwenzahn. Vroeger was de Latijnse naam ook leontodon afkomstig van Griekse ‘leon’ leeuw en ‘odontos’ tand. Van Hall schrijft
‘naar de tanden (deelen of slippen) der bladen, die bij de Paardebloem vooral bijzonder groot en naar de top veelal spits zijn, waarom zij met de tanden van een verscheurend dier kunnen vergeleken worden.’
Alleen al etymologisch en mytologisch een plant om te onthouden en dan hebben we nog weinig verteld over zijn diuretische, cholagoge en drainerende werking of over zijn potente voedingswaarde. Volgestouwd met vitaminen en mineralen met een stevige anti-oxydantwerking. Je moet verder ook geen ecologische gewetenswroeging hebben bij het plukken, er zijn immers genoeg blaadjes voor alle Belgen.
Andere namen
Pissenlit, dent-de-lion (Frans), Dandelion (Engels), Löwenzahn (Duits), Tarassaco, dente di leone (Italiaans) diente de léon (Spaans)