Wanneer wordt Chinees de wereldtaal?
Chinees heeft de meeste sprekers, maar Engels is de onbetwiste wereldtaal. Economisch gezien neemt China momenteel een grote vlucht, dus je zou verwachten dat hun taal daarmee steeds belangrijker wordt in de handel. Het aantal mensen dat Chinees leert, neemt dan ook toe. Zal het Chinees ooit het Engels verdringen van haar huidige nummer een positie?
Vier Chinese tutoren, speciaal geselecteerde leerboeken, ruim tien uur les per week en hetzelfde aantal uren in zelfstudie: Amerikaan Michael Nusbaum leert sinds twintig maanden Mandarijn Chinees terwijl hij Engelse les geeft aan Xiamen University Tan Kah Kee College. De tutoren hebben elk hun specialiteit: spreken, lezen, schrijven en grammatica. “Veel van mijn vrije tijd gaat in Chinees zitten,” zo geeft hij toe, “Ik heb een aantal vrienden met wie ik alleen in het Chinees communiceer, dus het is niet alleen maar studie. Gelukkig heeft Putonghua (Mandarijn) een redelijk eenvoudige basisgrammatica en is spreken best simpel.” Wat is er aan de hand als Amerikanen Chinees gaan leren?
Taal is politiek en Engels is het beste voorbeeld. Ondanks dat Engels de tweede taal is in aantal moedertaalsprekers, heeft het economisch gezien de meeste impact. Miljoenen mensen over de hele wereld leren Engels als taal van de internationale gemeenschap; slechts weinigen leren Chinees terwijl Mandarijn qua moedertaalsprekers onbetwist op nummer 1 staat. Ook Kantonees staat in de top 10. Hoe belangrijk kan de taal van deze opkomende wereldmacht worden? Eén Amerikaan in de lucht, maakt nog geen zomer, want Chinees heeft een groot struikelblok: het schrijfsysteem.
Karakters schrijven
Gevraagd naar het lastigste aspect van Mandarijn, noemt Nusbaum direct de karakters. “Ik denk dat ik er nu ongeveer duizend herken. Zelf schrijven kan ik er misschien tweehonderd, op een computer of telefoon meer.” Voor een leerder is het makkelijker om elektronisch karakters te schrijven. Via pinyin (de romanisatie van Chinees) worden letters omgezet naar karakters. Men typt dus de lettergreep in en de computer of telefoon biedt verschillende karakters aan om uit te kiezen. Het is enkel een kwestie van het juiste karakter herkennen wat beduidend eenvoudiger is dan zelf de lijnen zetten. “Mijn sms’jes zijn vele malen beter dan mijn handschrift,” lacht Nusbaum.
Nusbaums ervaring staat niet alleen. Iedereen die Chinees leert, krijgt te maken met een prachtig taalconcept: tekens die niet gebaseerd zijn op klank, maar op lettergreep. De gedachte is wonderschoon, maar de uitvoering creëert problemen. Chinese lettergrepen kunnen alleen op een klinker, -n of -ng eindigen, maar dan nog zorgt het systeem voor een overvloed aan tekens. Als men dan bovendien de vier tonen van Mandarijn gaat weergeven, verandert die overvloed in een tsunami. Natuurlijk houdt het niet op met verschillende lettergrepen en tonen; lettergrepen met exact dezelfde klank en exact dezelfde toon kunnen nog anders gespeld worden in een martelende stortvloed aan homoniemen. Zo kan de jīng uit Beijing op twaalf andere manieren geschreven worden dan in de hoofdstadsnaam volgens een populair compact woordenboek.
Naar schatting moet men minimaal drieduizend karakters kennen om een krant te kunnen lezen, dus Nusbaum heeft nog een hele weg te gaan: “Als ik een andere Europese taal zou leren met dezelfde inspanning, was ik nu zeker verder geweest. Je kunt dan al veel eerder teksten lezen en er zijn meer cognaten.” Het Chinees neemt vrijwel geen woorden over uit andere talen. Het is een nachtmerrie voor de leerder, maar de droom van taalpuristen gaat in vervulling: voor elke nieuwe uitvinding wordt een nieuw woord bedacht. Zo is televisie diànshì (elektrische kijker), heet een computer harddrive yìngpán (hard blad) en moet je je paspoort geven als om je hùzhào (beschermend bewijs) wordt gevraagd. Zelfs woorden die wel geïmporteerd zijn, blijven moelijk te herkennen na sinificatie: shāfā is sofa, hélán is Nederland en báilándì is brandy. Namen vormen een nog groter probleem. Zo staat ondergetekende in China bekend als Xiāng táo oftewel aromatische perzik, wordt de Iron Lady Margaret Thatcher hernoemd tot Máo wū jiàng Sā qiē ěr en achtvoudig Olympisch zwemkampioen Michael Phelps won zijn medailles tijdens de Zomerspelen als Mài kè Fèi ěr pǔ sī wat hem Griekser doet klinken dan de Amerikaan uit Baltimore ooit had kunnen vermoeden.
Figuur 1: Versimpelde (links) en traditionele karakters
De Chinezen zijn bijzonder trots op hun land, historie en natuurlijk de taal met karakters welke zich over duizenden jaren hebben gevormd. De meest recente hervorming vond plaats in verschillende etappes onder Mao Zedong in de jaren ’50 tot ‘70. Om schrijfonderwijs te vereenvoudigen en meer boeren alfabeet te maken zodat ze zijn propaganda konden lezen, werden duizenden karakters vereenvoudigd. Taiwan, Macau en Hong Kong behielden het oude systeem en de complexiteit in het traditionele schrift is soms verbluffend (zie figuur 1).
Alfabet?
De vraag is wanneer China, in navolging van Vietnam, de volgende stap neemt: van karakters naar alfabet. Dit kan het Latijnse alfabet zijn en dus de al bestaande pinyin romanisatie, maar ook een eigen creatie op basis van het huidige schrift. Zo kan bijvoorbeeld het karakter voor persoon (rén) de letter r worden. Op deze manier kan men een symbool bepalen voor elke medeklinker en vier symbolen voor elke klinker en klinkercombinatie met de verschillende tonen. Het aantal letters van dit alfabet kan drastisch verkleind worden door toonsymbolen bij de klinkers te zetten in plaats van een apart symbool voor elke klinkergroep-tooncombinatie. Een alfabet is eenvoudiger te leren dan duizenden karakters; gealfabetiseerd Mandarijn Chinees kan beginnen aan wereldverovering.
“De karakters horen bij onze taal en cultuur, die geven we niet zomaar op,” Yu Li Hong, studente Engels in Guangzhou, is verontwaardigd over het voorstel, “Gedurende vijfduizend jaar zijn de karakters geëvolueerd en dat gooien we niet weg omdat een paar buitenlanders onze taal moeilijk vinden.” Hoewel ze het nut van een alfabet ook voor eigen land kan inzien – het zou de leertijd op de basisschool drastisch verminderen – blijft ze tegen het plan. Het gevoel dat bij de karakters hoort, is geankerd in historie, cultuur en samenleving. Elke Europeaan die met melancholie het eigen geld zag verdwijnen op 1 januari 2002 in ruil voor die flets gekleurde, buitenlands aandoende euro, kan Yu’s sentiment begrijpen.
Toch is er ook tegengeluid te vinden. Liao Li Xia, kandidaat voor een publieke functie in Nanchang, ziet het plan wel zitten: “Zes jaar lang leren we karakters; er komen bijna dagelijks nieuwe bij. Met een alfabet is dat verholpen en we kunnen dan ook beter mee in de ontwikkeling van de rest van de wereld.” De voordelen van een gealfabetiseerd Mandarijn wegen voor haar op tegen de nadelen. Net zoals Europeanen in het begin de euromuntjes moesten omdraaien om de waarde te herkennen en moeite hadden met het beoordelen van goedkoop of duurkoop, zal een Chinees alfabet aanvankelijk ongemakkelijk aanvoelen. Liao: “Het zal wennen zijn, maar onze taal kan een betere positie in de wereld krijgen.” In een patriottisch land waar de grenzen zich dagelijks verder openen en de inwoners zich bewuster zijn dan ooit van wat zich over die grenzen afspeelt, is de droom van een beter imago en grotere reikwijdte voor China en het Chinees onweerstaanbaar.
Het idee om Chinees te alfabetiseren is zeker niet nieuw. Decennia voor de opkomst van de Communistische Partij ging de gedachte rond onder anti-imperialistische Chinese groepen. Het onderwerp was echter al veel eerder geopend; de eerste aantekeningen over de nadelen van het Chinese schrift dateren uit de Song Dynastie aan de hand van Zheng Qiao (1104-1162). Door de jaren heen veranderde de argumentatie weinig: de karakters waren obstakels op de weg naar modernisering. Voor de vroege Communisten was het meest overtuigende argument dat het schrijfsysteem bij de heersende elite hoorde. Sommige modernisten voelden meer voor simplificatie, terwijl anderen het volledige systeem wilden schrappen. De gerespecteerde schrijver Lu Xun ging zover als te zeggen: “Als de Chinese karakters niet vervagen, zal China sterven.”
Karakters zijn springlevend
Maar wie in China rondloopt, wie het Chinese internet bekijkt en wie in de New Yorkse metro een gratis Chineestalige krant kan bemachtigen, krijgt die indruk allerminst. Met de komst van krachtigere computers kunnen de karakters vrij eenvoudig digitaal gebruikt worden wat publicatie zowel op papier als online bevordert. Als internetencyclopedie Wikipedia een graadmeter mag zijn, zien we een duidelijke opmars. Het aantal Chinese artikelen bedraagt momenteel ruim 215.000 ondanks dat de website lastig te bereiken is door de frequente overheidsblokkades. Het duurde drie jaar voordat eind 2005 de mijlpaal van 50.000 artikelen werd bereikt, maar de laatste 50.000 werden in slechts tien maanden toegevoegd. Chinees en haar karakters lijken levendiger dan ooit.
Een omslag van karakters naar alfabet is verre van eenvoudig. Alle karakters op borden, formulieren, winkeldeuren en examens moeten veranderd worden. Boeken moeten vertaald worden en Chinezen verliezen zelfs hun naam zoals ze die kennen. Gedurende een lange periode moeten beide systemen naast elkaar bestaan. Voor de Chinezen loste de versimpeling veel van de onderwijsproblemen op en de huidige generatie computers kan het karakterschrift makkelijk aan, dus een extreem radicale actie als alfabetisering van het Chinees zal niet morgen gebeuren. Maar mocht het ooit gebeuren, dan kunnen we van een ding zeker zijn: het Engels krijgt er een concurrent bij van wereldformaat.
Geïnteresseerd in China? Lees meer in de Special
China.