Barranquenho, een Portugees binnenlands dialect
Barranquenho, wat is dat? Het is een dialect dat gesproken wordt door ongeveer 1.825 mensen in het zuidoosten van Portugal, in de provincie Baixo-Alentejo, dichtbij de grens van Spanje en de autonome regio's Extremadura en Andalusië.
Geografische karakterisering
Het dialect waar ik mij op richt in dit verslag is het dialect wat in het zuidoosten van
Portugal wordt gesproken en dan in het bijzonder in de omgeving van het plaatsje en gemeente
‘Barrancos’.
(
Bron)
Het
dialect wat daar wordt gesproken staat bekend als
‘Barranquenho’ en behoord tot de centrale zuidelijke binnenlandse dialecten (Dialectos do centro interior e do sul). Het is een dorp en gemeente dat vlak bij de grens van Spanje en de Spaanse autonome regio’s Extremadura en Andalusië ligt.
Sociolinguïstische karakterisering
Het dialect Barranquenho wordt gesproken door de inwoners van het dorp/gemeente Barrancos (wat bestaat uit ongeveer 1.825 inwoners. 2004). Hoewel het Portugees het meest overheerst in het schrijven en spreken, is Barranquenho een mengeling van het dialect dat wordt gesproken in de
Portugese provincie Alentejo en het dialect dat wordt gesproken in de Spaanse regio’s Extremadura en Andalusië.
De Portugese etnograaf en schrijver Leite de Vasconcelos, die o.a. veel over Portugese filologie schreef, schreef in zijn boek ‘
Filologia Barranquenha’, daterend uit 1955, dat de populatie van Barrancos erg trots is op zijn dialect en deze ook wil behouden. Vasconcelos heeft deze publicatie gedaan om het bijna uitgestorven Barranquenho aan de bewoners van het Iberisch Schiereiland te tonen en te laten zien dat er veel overeenkomsten zijn tussen het Portugees en het Spaans. Barranquenho is voor de inwoners een belangrijke factor voor hun identiteit en die van hun dorp.
Het
standaard dialect in Portugal bevindt zich in het bruine gedeelte en zijn voornamelijk gebaseerd op de varianten die in de hoofdstad Lissabon e.o. gesproken worden en in de Universiteitsstad Coimbra. De mensen uit deze twee steden kijken al snel denigrerend naar de dialecten uit het binnenland, weet ik uit eigen ervaring. Het binnenland bestaat voornamelijk uit platteland en boerderijen en vanuit de grotere en belangrijkere steden worden deze gebieden al snel als onderontwikkeld gezien.
Verder denk ik dat je wel kunt zeggen dat het dialect bedreigd wordt, aangezien de populatie sinds 1960 bijna is gehalveerd (van 3.429 inwoners in 1960 naar 1.825 in 2004) . Een mogelijke verklaring daarvoor kan zijn dat jongeren uit Barrancos meer naar de dichtstbijzijnde stad (Évora) trekken, om o.a. te studeren. Ook is het dialect niet officieel erkend door de Portugese staat en daardoor ook niet beschermd.
Linguïstische karakterisering
Het Barranquenho kenmerkt zich door de vele invloeden van de zuidelijke
Spaanse regio’s Extremadura en
Andalusië. Een van de belangrijkste kenmerken is de aspiratie van de /s/ en de /z/ aan het einde van een woord, wat erg lijkt als in de regio’s Extremadura en Andalusië. Zo wordt het Portugese woord voor ‘kruis’ (cruz) uitgesproken als /cruh/ en wordt de uitdrukking ‘een keer’ (uma vez) uitgesproken als /uma bê/. Wat verder opvalt, is dat het woord voor ‘zoeken’ (in het Portugees:
‘procurar’ en in het Spaans: ‘
buscar’) in het Barranquenho wordt uitgesproken als /buhcá/.
Verder spreekt men de fonemen /j/, /ge/ en /gi/ uit als de Spaanse [x]. Ook spreekt men de fonemen /l/ en /r/ aan het einde van woorden niet uit, zo wordt de naam ‘Manuel’ bijvoorbeeld uitgesproken als /Manué/ en het woord ‘entrar’ (wat betreden betekend) wordt uitgesproken als /entrá/.
Net zoals in het Spaans wordt ook het foneem /v/ als een /b/ uitgesproken, dus het woord voor ‘koe’, in het Portugees ‘vaca’ wordt in dit dialect dus uitgesproken als [baka].
Net zoals in het dialect van Extremadura wordt het foneem /e/ aan het einde van een woord uitgesproken als een /i/. Dus ‘pobre (arme) word uitgesproken als [pobri].
Op het lexicale vlak zijn er ook een aantal verschillen in vergelijking met de standaardtaal. Zo wordt het Portugese woord voor ‘lopen’, ‘andar’, in de eerste persoon enkelvoud voltooid verleden tijd vervoegd (vvt) ‘andei’ en in het Spaans ‘anduve’, in het Barranquenho is er echter ‘andubi’ van gemaakt. Ook het woord voor ‘weten’ (saber), in de eerste persoon meervoud vvt. (Port. soubemos) krijgt zo een eigenaardige vervoeging, namelijk ‘supimus’, in het Spaans is het namelijk ‘supimos’.