Literatuur: Tachtigers, jaren 90, avant-garde en modernisme
De geschiedenis van de Nederlandse letterkunde heeft sinds de Middeleeuwen een groot aantal ontwikkelingen doorgemaakt. Bij elke literaire periode horen kenmerken en topstukken. In dit artikel is er aandacht voor de moderne letterkunde van 1880 tot en met het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Voor het aanbreken van de Beweging van Tachtig.
De geschiedenis van de Nederlandse letterkunde gaat terug tot in de Middeleeuwen. Vanaf dat moment is men namelijk verhalen op gaan schrijven en werden deze niet langer alleen voorgedragen. Allereerst was de literatuur vooral bestemd voor de adel. Daarom wordt het eerste blok van de Middeleeuwse literatuur ook wel de Adellijke letterkunde genoemd. Daarna, rond 1300, was literatuur meer op de burgerij gericht. De naam van dit blok is de Burgerlijke letterkunde. Na het einde van Middeleeuwen nam Nederland de Italiaanse trent ,de renaissance, over in haar kunsten. Allereerst hadden we te maken met de vroeg-renaissance, maar als snel brak er een bloeitijd aan voor de renaissance. Na verloop van tijd, veranderde er weer het een en ander in de literatuur: het classicisme brak aan. Vanaf 1730 veranderde er opnieuw veel, nu zou de literatuur vallen in de categorie verlichting. De verlichting bracht de literatuur naar de romantiek, waarin schrijvers het liefste hun tijd ontvluchtte en met weemoed keken naar het verleden. Vervolgens was het tijd voor het realisme, waarin schrijvers nog steeds zwartgallig waren, maar er was nu ook plaats voor kritiek op de maatschappij.
Literatuur in de periode 1880-1945
De literaire periode die van 1880-1945 loopt is grofweg in vier delen te verdelen. Ik zal een voor een alle delen bespreken.
- De Beweging van Tachtig ( 1880-1890)
- Symbolisme en Gemeenschapskunst ( 1890-1900)
- Neoclassicisme en Neoromantiek
- Historische avant-garde en modernisme
De Beweging van Tachtig ( 1880-1890)
De Beweging van Tachtig is een beweging met een nieuwe kijk op literatuur. Er mag volgens deze beweging maar een ding centraal staan in de kunst: de kunst zelf. Dit noemt men estheticisme. Kunst heeft geen doel ander doel dan simpelweg kunst zijn. Ook werd het belangrijk gevonden om alles objectief weer te geven, ook al is dit objectieve beeld somber. Dit noemt men naturalisme. De Beweging van Tachtig vond hun nieuwe manier van schrijven revolutionair. Zij richten ook een nieuw tijdschrift op dat de naam De Nieuwe Gids kreeg. De volgende dingen zijn echte kenmerken van de Tachtigers:
- Kunst is zelf een doel ( l’art pour l’art)
- Stemmingen van de ziel worden vastgelegd in poezie
- Vorm en inhoud kunnen één zijn
- Kunst is belangrijker dan godsdienst
- Een kunstenaar is een individualist
- Kunstenaars zijn onmaatschappelijk
- Kunstenaars kunnen de rol van een nieuwe Christus op zich nemen
Positivisme ( de gedachte dat de wetenschap alleen maar uit kan gaan van waarneembare gegevens) en
determinisme ( mens wordt bepaald door erfelijkheid, milieu en omstandigheid) zijn de twee begrippen die leiden tot het ontstaan van het
naturalisme. Het naturalisme is een stijl die het doel heeft de werkelijkheid zo objectief mogelijk neer te zetten, terwijl er geen moraal te vinden is het in het verhaal. Vaak is de hoofdpersoon van een dergelijk verhaal zwak en nerveus. De verhalen gaan over het algemeen over neergang, hebben geen auctoriale verteller en seksualiteit is in deze boeken geen taboe.
Auteurs en werken
Het tijdschrift de Nieuwe Gids werd opgericht door Kloos ( Verzen) , Van Eeden ( Van de koele meren des doods), Gorter (Mei) en Verwey. Andere grootheden onder de Tachtigers waren Louis Couperus, ondermeer bekend van Eline Vere, Emants, schrijver van een nagelaten bekentenis, en Van Deyssel, de auteur van het werk Een Liefde.
De jaren negentig
In de jaren negentig krijgt men wederom andere ideeen of de taak van literatuur. Men komt tot de conclusie dat literatuur eigenlijk een gemeenschapskunst moet zijn. Men moet namelijk via kunst proberen om de idealen van een grote groep individuen uit te drukken. Op deze manier staat kunst, en daarmee literatuur, in dienst van de maatschappij. Verder begon met meer en meer interesse te krijgen voor symbolisme. Door symbolen te gebruiken in teksten, symbolen waar van te voren de betekenis niet bekend is, probeert men een hogere werkelijkheid te vinden in de aanneembare wereld.
Auteurs
Opvallend is dat Verwey, die ook in het lijstje met Tachtigers vermeld staat, misschien wel de belangrijkste gemeenschapskunstenaar werd. Verder is de socialistische dichteres Henriette Roland Holst een goed voorbeeld van een auteur uit de jaren negentig.
Neoclassicisme en neoromantiek ( 1910)
Rond 1910 ontstaat er een groep auteurs en dichters die niet zoveel hebben met de ideeen van de Tachtigers. Zij grijpen terug op de voorgangers van de Tachtigers, de classicisten en de romantici. Het naturalisme voldoet niet meer voor deze schrijvers. In het neoclassicisme keren dichters terug naar het classicistische dichten. Er is weer ruimte voor een metrum, voor strofenbouw en al dit soort dingen. Mensen die zich intereseerden in de neoromantiek, schreven proza waarin een droom boven de werkelijkheid geplaats wordt. Ook het verleden wordt weer heel interessant gevonden. Men verlangt terug naar de oudere literaire stromingen.
Auteurs en werken
Voorbeelden van auteurs die actief zijn in deze periode zijn dichters J.C. Bloem en A. Roland Holst. Verder zijn de bekendste neoromantici Arthur van Schendel, schrijver van het werk Een zwerver verliefd, en Aart van der Leeuw, die Ik en mijn Speelman, schreef.
Historische avant-garde en modernisme ( 1916-1930)
Historische avant-garde en modernisme zijn verzamelnamen voor alle nieuwe stromingen in de literatuur die rond de eerste wereldoorlog ontstonden. Deze stromingen zijn: kubisme, futurisme, dadaisme, expressionalisme en surrealisme. Deze hoeveelheid nieuwe stromingen onstonden in een tijd waarin Europa kampte met een enorme vernieuwingsdrang. Op onze letterkunde hebben het expressionisme en het dadaisme het meeste invloed gehad.
Expressionisme, wat is het, auteurs en werken
In de stroming het expressionisme wil de kunstenaar een ding weergeven zoals hij het ervaart. In omschrijvingen komen vaak kleuren voor die de auteur asocieerd met een bepaald verschijnsel. Buiten dit is het expressionisme in twee soorten in te delen. Allereerst is er het humanitaire expressionisme. In deze beweging wordt de nadruk gelegd op het feit dat mensen allen broeders van elkaar zijn. De tweede soort is het vitale expressionisme. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de levenskracht en de eenheid tussen heelal en individu. In deze stijl vind men vaak korte zinnen met veel zelfstandignaamwoorden terug.
Belangrijke auteurs die het expressionisme naleefden waren van Ostaijen die het humanitaire expressionistische werk Het Sienjaal schreef. Twee vitalistische expressionisten zijn Herman van de Bergh en Marsman. Zij hadden beide een eigen tijdschrift.
Dadaisme: wat is het, auteurs en werken
Het dadaisme breekt volledig met de esthetische traditie. Een typisch kenmerk van het dadaisme is dat kunstenaars graag alledaagse voorwerpen in hun kunst verwerken. Men experimenteerd met typografie en spreekt over een anti-kunst.
Degene die het dadaisme introduceerde was van Ostaijen ( vlaanderen) en Theo van Doesburg ( nederland). Een voorbeeld van het werk van Van Doesberg is een optreden waarbij hij het alfabet achterstevoren vooral terwijl hij op de buhne stond.
Modernisme, wat is het, auteurs en werk
De naam modernisme kan voor verwarring zorgen. Er worden namelijk drie dingen mee aangeduid. Allereerst is het een woord dat slaat op elke nieuwe ontwikkeling. Ten tweede wordt het woord gebruikt om de verandering in poezie aan te duiden die door Baudelaire en Mallarmé werden ingevoerd. De derde betekenis zijn alle vernieuwingen die in het interbellum plaats vonden. Tenslotte wordt het ook nog gebruikt voor de stroming die populair was tussen 1920 en 1940.
Modernisme (1920-1940) is eigenlijk alles was niet avant-gardisch is. Het uitgangspunt is de twijfel aan de kenbaarheid van mens en wereld. Men twijfelt ook aan ethiek en taal. Men kiest voor individualisme. De vormgeving van het werk is traditioneel en niet vernieuwend zoals wel het geval is bij avant-gardistisch werk. Goede voorbeelden van europese schrijvers die in deze stroming schrijven zijn James Joyce en Proust.
In de begin tijden van het modernisme is vooral poezie belangrijk. Vanaf 1930 verschuift het interesse gebied naar de proza. In deze tijd bevind Nederland zich in het interbellum, hebben we te maken met de opkomst van het facisme, de verzuling en een economische crisis. Geen wonder dus dat mensen te maken krijgen met twijfels. Door de verzuiling onstaan er ineens veel verschillende literaire tijdschriften. De twee belangrijkste uit deze periode zijn Forum en Criterium.
Het blad Forum werd opgericht door twee van Nederlands grootste modernisten: Du Perron en Ter Braak. Sierpoezie werd door hen afgewezen. Nieuwe auteurs kregen kans om via het blad door te breken. Een bekend voorbeeld hiervan is Elschot.
In 1939 werd het tijdschrift Criterium opgericht door jongeren. Dit tijdschrift moest een antwoord zijn op het verstandelijke Forum. Alles wat te maken had met het gewone leven kwam in dit tijdschrift terecht.
Al met al zijn de bekendste schrijvers uit deze periode Carry van Bruggen, Du Perron, Ter Braak, Borderwijk, Vestdijk en Nijhoff.