Literatuur: Burgerlijke Letterkunde in de Middeleeuwen
In de Middeleeuwen begon de ontwikkeling van de Nederlandse Letterkunde. Voorheen werd literatuur alleen voorgedragen, voortaan werd het ook opgeschreven. In dit artikel is aandacht voor literatuur in de Middeleeuwen.
Literatuur in de Middeleeuwen
De literaire geschiedenis van Nederland begint in de Middeleeuwen. Dit tijdvak loopt van ongeveer het jaar 500 na Christus tot 1500. Toch begint de literaire Middeleeuwen later: namelijk in 1100. Vanaf dat moment werd er daadwerkelijk literatuur geschreven en niet langer alleen maar mondeling doorgegeven. Toen men begon te schrijven was dit in eerste instantie vooral in het Latijn, maar later ook in het middelnederlands.
Tweedeling
De literatuur in de Middeleeuwen wordt ingedeeld in twee perioden. De literatuur uit de periode 1100-1300 staat bekend als de Aderlijke Letterkunde. Dit komt omdat de literatuur uit dit tijdvak vooral bedoeld was voor de adel. In de periode daarna, van 1300 tot 1550, werd er meer literatuur voor de gewone burger geschreven. Dit tijdvak heet dan ook de Burgelijke Letterkunde. De tweedeling is een indicatie. Het is niet zo dat er ten tijde van de Adelijke Letterkunde geen werk geschreven werd voor burgers en visa versa. Verder is het in beide tijdblokken zo dat het meerendeel van de literatuur door een en dezelfde bevolkingslaag wordt geschreven: de geestelijken, met namen klerken ( opgeleiden geestelijke die nooit priester waren). Dit artikel zal gaan over Burgerlijke Letterkunde
Burgerlijke Letterkunde (1300-1550)
In de tijd dat de Burgerlijke Letterkunde belangrijker wordt dan de Adelijke Letterkunde is er veel veranderd in Nederland. De steden beginnen machtiger te worden en met de steden de bovenste laag van de burgerij. Dit betekend niet dat de adel ineens geen literaire invloed meer had. Grote favorieten uit de tijd van de Adelijke Letterkunde, als ridderroman ( met name de Arthurroman), zijn niet meer zo populair. Dit komt omdat de meeste burgers niet zo verlangen naar fantasie, maar liever naar leerzame, realistische verhalen luisteren. Een verhaal moet vooral kort en bondig zijn, men heeft geen tijd en zin meer om dagen lang naar een verhaal te luisteren. Verder wordt het toneel ontzettend populair in deze tijd. Toneelstukken verschijnen vaak in volkstaal. Ook worden er veel rederijkerskamers opgericht. De leden van deze kamers houden zich bezig met het schrijven van toneelstukken en gedichten waarbij de gebruikte dichttechnieken heel belangrijk zijn. Ook worden er met enige regelmaat schrijfwedstrijden georganiseerd.
Arthurroman
Hoewel de Arthurroman lang niet meer zo populair is als twee eeuwen eerder, verschijnt er een Lancelot-compilatie. Vrijwel alle voor ons bekende Arthurromannen zijn hierin opgenomen in de volkstaal.
Van den vos Reynaerde
Ook Reinaert de vos is niet verdwenen uit de hoofden van de mensen. Een tweede deel verhaal over de sluwe vos wordt uitgegeven. Opnieuw wint de kwade Reinaert en opnieuw is het een buitengewoon cynisch verhaal waarmee veel kritiek op de maatschappij wordt uitgeoefend.
Toen Jacob van Maerlant eenmaal begonnen was met het uitbrengen van didactische literatuur, ontstond er een ware nieuwe trend. Veel schrijvers schreven in opdracht van adelijke families didactisch werk. Een voorbeeld hiervan is Lekenspiegel, een werk dat door Jan van Boendale gecreeerd werd. Het boek bevat kennsi over de bijbel, geschiedenis, politiek en omgangsnormen. Ook wordt er in beschreven hoe men goede en slechte dichters van elkaar kan onderscheiden.
Religieuze literatuur
Ook religieuze literatuur is niet aan te slepen. Jan van Ruusbroec begon met het schrijven van religieus werk in de volkstaal, zodat het volk, voor de verandering iets kon snappen van het religieuze. In 1904 werd Ruusbroec beloont door de katholieke kerk voor zijn inzet. Hij had immers al die jaren geschreven voor zijn kerk. Ze beloonden hem met een zaligverklaring.
Lyriek en Sprooksprekers
Lyriek is nu ook populair bij het volk. Het gaat niet langer alleen over hoofse liefde, maar ook over mariaverering, vrolijkheid, muziek, drank en vriendschap. Met name korte stukken deden het goed, omdat men, zoals al eerder vermeld, geen zin meer had in dikke romans en lange verhalen. Dit zorgde voor de opkomst van sprooksprekers, vertellers van korte verhalen. De bekendste sprookspreker is Willem van Hildegaersbrech. Hij trad op voor wie maar wilde, ook voor gildes en andere literaire genootschappen.
Toneel
Het toneel werd steeds populairder in de Burgelijke Letterkunde. Allereerst werden er voornamelijk Abelespelen gespeeld. Vaak gingen deze toneelstukken over hoofse liefde. Prinsen en prinsessen stonden vaak centraal. Verder verschijnen er religieuze toneelstukken en miracelspelen. Mariken van Nieumeghen is een voorbeeld van een mirakelspel, al twijfelt men er de laatste tijd aan of dit wel een toneelstuk was, of toch slechts een roman.
Rederijkers
Rederijkerskamers onstonden uit literaire genootschappen. Bekende rederijkerskamers zijn De Eglantier ( Amsterdam) en De Violieren ( Antwerpen). Ze hielden onderling wedstrijden, deze werden in Brabant Landjuwelen genoemd. De naam rederijker slaat op de kunst die de groepen uitoefenden. De kunst van de retorica. Ze schreven serieuze zinnespelen en ingewikkelde gedichten. Een heel bekende rederijker, Anna Bijns, was geen lid van een rederijkerskamer, omdat ze een vrouw was.
Drukkunst
Rond 1440 wordt de boekdrukkunst uitgevonden door Johannes Gutenberg. Vanaf dit moment kunnen boeken veel makkelijke verspreid worden. Een van de eerste werken dat in boekvorm verkrijgbaar is het verhaal over de vos reynaerde.
© 2010 - 2024 Niamh, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Literatuur: de RenaissanceDe Nederlandse literatuurgeschiedenis begon zich in de Middeleeuwen langzaamaan te ontwikkelen en is sindsdien erg veran…
nieuws uitgelichtTenPages: Investeren in schrijversKleine beleggers en schrijvers kunnen voortaan hand in hand gaan: op de financiële markt waar investeren steeds grotere…
Bronnen en referenties
- Inleiding letterkunde: literatuurgeschiedenis, open universiteit