Literatuurgeschiedenis: De Reinaert - auteur en bewerkingen
Van den Vos Reynaerde (kortheidshalve vaak de Reinaert genoemd) is een middeleeuws verhaal over de sluwe streken van Reinaert de vos. Het wordt wel beschouwd als het beste dierverhaal uit de wereldliteratuur. Dat het verhaal door Willem is geschreven, wordt al in de eerste regel bekend gemaakt. Wat weten we over deze Willem? Is het manuscript bewaard gebleven? Wie was het publiek van de voordrachtskunstenaar? Welke bewerkingen van het verhaal werden er in de loop der tijd vervaardigd? Zijn alle vragen te beantwoorden?
Dierverhaal
In dierverhalen handelen dieren als mensen. Ze zijn vaak een verpersoonlijking van de menselijke ondeugd: de slimme vos, de vraatzuchtige beer, enzovoorts. Het vaak kleine en lichamelijk zwakke dier is zijn tegenstanders door een kist te slim af.
Met de
Fables van Jean de La Fontaine(1621-1695) bereikte het genre van de dierenfabel, een korte dieren-anekdote, zijn hoogtepunt. Met de dierfabel ontstond de langere en minder moraliserende dier-novelle. In de dier-novelle
Isengrimus (circa 1150) krijgen de dieren eigennaamen. De aanduiding van een soort (wolf en vos) wordt vervangen door de naam van en individu (Isengrimus en Reinaert) In
Van den Vos Reynaerde worden de dieren 'mens' door hun karaktereigenschappen
Willem die Madocke maakte
De auteur van de Reinaert
Willem, die Madocke maakte daar hij dikken omme waakte, luidt de beginregel van de
Reinaert. De auteur van de
Reinaert, (ook wel aangeduid met de titel
Van den vos Reynaerde), maakte zich al direct in de eerste versregel bekend. Wat weten we over deze Willem? Hij kan een geestelijke zijn geweest, die van zijn abt toestemming had gekregen om een verhaal in de volkstaal te schrijven. Wellicht was hij een stadsschrijver of een hofschrijver, die de administratie voerde van het stadsbestuur of de landsheer, en die dus toegang had tot schrijfgerei en perkament. Er is ook geopperd dat Willem een voordrachtskunstenaar was, die zijn publiek met zijn verhaal over de streken van
Reinaert de vos wist te boeien.
De tekst bevat in ieder geval diverse aanwijzingen dat hij bedoeld was om voorgedragen te worden. De auteur richtte zich, met uitlatingen als
Nu hoert wat Reinaert heeft gedhaen! en
Wat raedde Brune te doen?, rechtstreeks tot zijn publiek. (Dit direct toespreken van het publiek vinden we overigens ook terug in diverse ridderromans). Maar als Willem een voordrachtskunstenaar was, die langs de wegen zwierf, op zoek naar een plaats om zijn verhaal voor te dragen aan een hopelijk belangstellend publiek, waar heeft hij zijn verhaal dan aan het perkament toevertrouwd? Was hij wellicht geen voordrachtskunstenaar, maar een universitair gevormde jurist, die de praktijk van het dagelijks gerechtsleven nauwlettend volgde? We weten niet wat het beroep van Willem is geweest. Over het leven van de auteur van de
Reinaert is nog steeds niets met zekerheid bekend.
Het verhaal de Madoc
De
Madoc, het verhaal dat Willem noemt in de beginregel van zijn
Reinaert, heeft ongetwijfeld bestaan. De bekende schrijver Jacob van Maerlant verwijst er zelfs na in een regel uit zijn Rijmbijbel (
Want dit en es niet Madocs droom, no Reinaerts, no Arthurs boerden...). Het verhaal is ongetwijfeld opgeschreven. Er is echter geen exemplaar overgeleverd (bewaard gebleven). Wellicht zijn er exemplaren weggegooid. Men had, na de komst van de boekdrukkunst, meer belangstelling voor het gedrukte boek, met zijn nieuwe verhalen in proza. Ook kunnen manuscripten van het verhaal zijn hergebruikt door de boekbinder. Beschreven perkament, met teksten die niet meer interessant werden gevonden, werd door boekbinders gebruikt om boekbanden mee te verstevigen, of om er de voor het binden benodigde lijm van te koken. Er kan dus een exemplaar van de
Madoc in de lijmpot terecht zijn gekomen. Ook kunnen er zich nog flarden van een manuscript van de
Madoc in een oude boekband bevinden.
Het manuscript van de Reinaert
Verhalen werden in de middeleeuwen meestal op bestelling gemaakt. De auteur van de
Reinaert heeft zijn verhaal gebaseerd op de Franstalige
Roman de Renart. De Nederlandse
Reinaert is een bewerking van het Franse verhaal. De auteur heeft het verhaal dus niet alleen vertaald, maar ook diverse zinnen gewijzigd. De auteur van de
Reinaert heeft, vermoedelijk rond 1260, het voltooide manuscript overhandigd aan zijn opdrachtgever. Dit eerste exemplaar, het
dedicatie-exemplaar, is niet bewaard gebleven. Er is een exemplaar opgenomen in het
Comburgse handschrift (een verzamelhandschrift met diverse middeleeuwse teksten).
In het begin van de twintigste eeuw vond men in een Duitse bibliotheek een tweede exemplaar. Deze kopieën zijn waarschijnlijk honderd jaar na het
dedicatie-exemplaar geschreven. De bewaard gebleven kopieën verschillen ongetwijfeld van het origineel. Kopiisten maakten fouten, sloegen regels over, veranderden niet begrepen passages naar eigen inzicht, of wijzigden het verhaal om te voldoen aan de wensen van het (nieuwe) publiek. De twee overgeleverde manuscripten wijken dus zeker af van het originele manuscript. Er bestaan ook enkele tekstuele verschillen tussen de twee overgeleverde exemplaren. Het is dus onmogelijk om te bepalen wat de auteur van de
Reinaert precies in het eerste exemplaar heeft geschreven.
Het publiek van de Reinaert
Publiek afkomstig uit Gent?
De
Reinaert bevat een duidelijke verwijzing naar de stad Gent. In versregel 92 (al ware al tlaken paerkement dat men maket
nu te Ghent) maakt Isengrim (de wolf) een duidelijke toespeling op de stad Gent. Woonde de auteur of zijn opdrachtgever(s) wellicht in Gent? Wilde hij zijn Gentse publiek met die toespeling een plezier doen? We weten het antwoord op die vraag niet. Zeker is wel dat Gent in de twaalfde en dertiende eeuw een belangrijke lakenstad was, met een bevolking waarin niet alleen de burgerij maar ook de adel en de geestelijkheid goed waren vertegenwoordigd.
Bestemd voor adel, geestelijkheid of burgerij?
Stel dat Willem afkomstig was uit Gent, heeft hij de Reinaert dan voorgedragen aan de burgers op het marktplein, of aan rijke kooplieden in een van hun kapitale huizen, of aan edelen in het Gentse kasteel Gravensteen, of wellicht aan geestelijken in een Gents klooster? Er is geopperd dat de burgerij het beoogde publiek was. Immers, de adel en de geestelijkheid werden in de Reinaert op de hak genomen (bespot). Deze theorie klinkt plausibel (lijkt geloofwaardig), maar is wellicht toch onjuist. Het is mogelijk dat de Gentse machthebbers geen bezwaar hadden tegen het bekritiseren van de handelwijze van edelen en geestelijken, zolang ze zichzelf niet aangesproken voelden. We kunnen niet met zekerheid bepalen voor welk publiek de
Reinaert oorspronkelijk bestemd was. Zeker is in ieder geval dat de Reinaert in de loop der tijd door alle standen beluisterd en gewaardeerd werd.
De verschillende bewerkingen van de Reinaert
De bewerking Reinaerts historie
De Reinaert is in de twaalfde en dertiende eeuw diverse malen gekopieerd. Er zijn, zoals al eerder opgemerkt, twee volledige handschriften bewaard gebleven. Bovendien zijn er diverse fragmenten gevonden, restanten van (verdwenen) volledige handschriften. De Reinaert is echter niet alleen gekopieerd, maar ook diverse keren bewerkt. De tekst werd ingrijpend gewijzigd en aangevuld. Zo verscheen al eind veertiende eeuw een bewerking, bestaande uit twee delen, met als titel Reinaerts historie. Het slot van het eerste deel wijkt af van de Reinaert, en het tweede deel is een vervolg van het verhaal. Deze nieuwe versie werd populairder dan zijn voorbeeld. Na de uitvinding van de boekdrukkunst werden er exemplaren van gedrukt. Bovendien werd Reinaerts historie vertaald in het Engels (The Historeye of Reynart the Foxe, 1481), en in het Duits (Reynke de Vos,1498). In 1794 schreef de dichter Goethe Reineke Fuchs.
Herwaardering Van den Vos Reynaerde
Begin negentiende eeuw werd (een versimpelde versie van)
Reinaerts historie alleen nog op de basisschool gelezen. De ontdekking, begin negentiende eeuw, van het Comburgse handschrift, met een volledige versie van
Van den vos Reynaerde (kortheidshalve de
Reinaert), leidde tot een herwaardering van het oorspronkelijke verhaal. Er verschenen vele bewerkingen en hertalingen in modern Nederlands, vaak bestemd voor middelbare scholieren. Een hertaalde versie van
Van den vos Reynaerde wordt tegenwoordig door veel middelbare scholieren gelezen. De ooit populaire bewerking
Reinaerts historie is in de vergetelheid geraakt.
Antisemitische versie van de Reinaart
Het verhaal over de bewerkingen van de
Reinaert kent ook een zwarte bladzijde. Robert van Genechten, een vooraanstaand NSB-lid, schreef een antisemitische versie van de
Reinaert, waarin gepoogd werd om het wegvoeren van de joden door de Duitse bezetter te rechtvaardigen.
Bron: Suske en Wiske, De rebelse Reinaert Andere bewerkingen
Er verschenen in de twintigste eeuw niet alleen nieuwe tekstbewerkingen. Er werden diverse toneelbeweringen gemaakt. En er verschenen standbeelden van de vos zelf, of van scènes uit de Reinaert. Ook verscheen er een tijdschrift,
Tiercelijn. Tijdschrift voor Reynaerdofielen, voor 'fans' van de Reinaert. En zelfs de stipliefhebbers hadden hun eigen Reinaert. Er verscheen een Suske en Wiske met als titel
De rebelse Reinaert. Het middeleeuwse verhaal
Van den vos Reynaerde is kennelijk, hoewel inmiddels meer dan 750 jaar oud, nog steeds populair.
Lees verder