Verhalen vertellen of voorlezen: Hoe kies je je verhaal?
Als je een verhaal wilt selecteren om aan luisteraars voor te lezen of te vertellen, waar kun je dan op letten bij het maken van je keuze? Vier criteria zijn daarbij van belang: de doelgroep (bijvoorbeeld kinderen of volwassenen), het doel (denk aan amusement of educatie), de lengte van het verhaal (rekening houden met de concentratieboog van je doelgroep) en je persoonlijke betrokkenheid (achter je verhaal staan). Als er een opdrachtgever is, pas je de criteria toe binnen de opdracht die deze klant heeft aangegeven voor je voorleesopdracht of je vertelvoorstelling.
Doelgroep of aan wie vertel je of lees je voor?
Uiteraard houd je bij het kiezen van een verhaal in de eerste plaats rekening met de doelgroep.
Lees je een verhaal voor aan een groep kleuters of aan een groep volwassenen? Dat maakt natuurlijk een wereld van verschil!
Kennis en interesseniveau
Deze groepen hebben verschillende interesses en een verschillend kennisniveau. Dat spreekt voor zich. Maar er is ook een verschil in de concentratieduur: kleuters kunnen zich over het algemeen minder lang concentreren dan volwassenen. Je gaat dus uit van de leeftijd van de groep luisteraars. Ook de woordenschat van deze twee doelgroepen verschilt.
Gemengde groep? Maak een keuze!
Heb je een gemengde groep (bijvoorbeeld kleuters en volwassenen), dan zal je een keuze moeten maken. Bijvoorbeeld voor een verhaal dat in de eerste plaats begrijpelijk en boeiend is voor kleuters. De volwassenen kunnen zich dan aanpassen en genieten van het plezier dat de kleuters hebben. Of je kiest voor een verhaal met een diepere betekenis. De kleuters genieten van de gebeurtenissen in het verhaal, de volwassenen van de diepere, symbolische laag in datzelfde verhaal.
Doel: amusement of educatie
Waarom vertel je of lees je een verhaal voor aan een bepaalde groep? Wat wil je bereiken?
Wil je de groep vooral amuseren / entertainen of wil je ze iets leren? In het eerste geval zoek je wellicht naar een grappig verhaal. Maar is het een verhaal voor een halloweenfeest, dan zoek je natuurlijk naar een griezelverhaal. In het geval dat je een ‘boodschap’ wilt overdragen, zoek je naar een verhaal dat die ‘les’ of moraal uitdraagt.
Stel: je wilt kinderen leren dat ze respectvol met de natuur moeten omgaan. Dan ga je bijvoorbeeld op zoek naar een verhaal waarin een kind een beukennootje plant en dat verzorgt tot het boompje zichzelf kan redden.
Overigens kan een verhaal waarin een bepaalde moraal wordt uitgedragen natuurlijk ook leuk zijn. De beide doelen hoeven elkaar niet uit te sluiten. Integendeel: een ‘les’ komt vaak beter tot zijn recht als de ‘verpakking’ leuk en boeiend is. Als de les er te veel 'bovenop' ligt, te expliciet is, dan kan het verhaal vervelend en belerend worden.
De lengte van een verhaal: concentratieboog en praktische mogelijkheden
Een prozaïsch criterium wellicht, maar wel van belang. In de eerste plaats vanwege de concentratieboog van je doelgroep, zoals hierboven al is aangegeven.
In de tweede plaats is de lengte van belang vanwege de gelegenheid waar je bij voorleest of vertelt. Is het op een middelbare school, dan moet je in elk geval binnen het lesuur blijven. Is het op een feest, dan zal je je wellicht moeten voegen in een groter programma.
En dan nog: is het verhaal het hoofdonderdeel van dat programma of is het een van de vele activiteiten op het programma?
Wat is de wens van je opdrachtgever hierover? Denk wel kritisch met je opdrachtgever mee. Niet altijd schatten zij goed in welke lengte zowel het publiek als bij het evenement past.
Betrokkenheid: sta altijd achter de keuze van je verhaal
Van groot belang is de betrokkenheid van de voorlezer of verteller bij het verhaal. Kies altijd voor een verhaal waar je zelf achter staat! Alleen dan komt een verhaal tot zijn recht. Kies dus een verhaal dat je zelf ook grappig vindt. Of, als het om een bepaalde moraal gaat, kies een verhaal met een les waar je zelf ook in gelooft.
Het combineren van de criteria in de keuze, met voorbeeld
De kunst is natuurlijk alle hierboven genoemde criteria zo goed mogelijk te combineren. Een voorbeeld: je wilt je klas voorbereiden op de nationale boomfeestdag.
- Doelgroep: Je geeft les aan kinderen van groep 3 van het basisonderwijs.
- Doel: Je wilt de kinderen duidelijk maken wat het belang van bomen is in hun eigen omgeving.
- Lengte: Je vertelt dit verhaal buiten, vlak voor het planten van een boom. Je kiest voor een kort verhaal, want de kinderen staan te popelen om aan de slag te gaan. Vertel je het verhaal een paar dagen voor het planten van de boom in je klas, dan kan het verhaal langer zijn. Je kunt het bijvoorbeeld inpassen in een groter project rond de Nationale Boomfeestdag.
- Betrokkenheid: Iedere keer opnieuw is het nodig te zoeken naar een verhaal waar je zelf ook achter kunt staan.
Conclusie over hoe een verhaal uit te kiezen om voor te lezen of te vertellen
Alleen als het verhaal dat je kiest past bij je doelgroep en doel, de goede lengte heeft en je bent betrokken op dat verhaal, dan pas is je keuze geslaagd.
Lees verder