Henrik Ibsen, vader van het moderne toneel
Henrik Ibsen (1828 - 1906) is één van de grootste namen uit de wereldliteratuur en wordt wel gezien als de vader van het moderne toneel. Zijn werk wordt nog altijd in de hele wereld gespeeld. Ibsen is mogelijk de meest gespeelde toneelschrijver sinds Shakespeare.
Zijn leven
Henrik Ibsen wordt in 1828 geboren in Skien, in het zuiden van Noorwegen waar zijn vader handelaar is. In 1835 moet zijn vader zijn onderneming opgeven vanwege slechte financiële transacties, alles wordt geveild en de familie vervalt van welstand in armoede.
In 1838 vertrekt Henrik naar Grimstad om leerling apotheker te worden en in 1850 gaat hij naar Kristiania (het huidige Oslo) voor een studie medicijnen maar hij zal deze studie nooit afmaken. Hij heeft inmiddels zijn eerste toneelstuk geschreven, hetgeen gepubliceerd wordt in 1850. In dit jaar volgt ook een eerste toneelopvoering,
Het heldengraf. Een jaar later gaat hij naar Det Norske Theater in Bergen. In 1857 wordt hij artistiek directeur van Kristiania Norske Theater. Dit theater gaat in 1862 failliet, Ibsen maakt een toer door het Gudbrandsdal en het westen van Noorwegen om de folklore te bestuderen. In 1864 verlaat hij Noorwegen, tot 1891 woont hij afwisselend in Italie en Duitsland (Rome, Dresden, München). Bij zijn terugkeer in Noorwegen vestigt hij zich in Kristiania waar hij tot zijn dood blijft wonen. Zijn 70e verjaardag in 1898 wordt groots gevierd in Kristiania, Kopenhagen en Stockholm. Henrik Ibsen overlijdt in 1906.
Ibsen de toneelschrijver
Henrik Ibsen is vooral bekend om zijn toneelwerk, hij schreef totaal 26 toneelstukken.
Enkele van de meest bekende zijn
Peer Gynt, Hedda Gabler, Een poppenhuis.
Het toneel werk van Ibsen wordt vaak verdeeld in 4 periodes.
Nationaal-romantisch en historische drama's
De toneelstukken van
Catiline tot
Mededingers naar de kroon.
Filosofische drama's
De werken
Komedie der liefde, Brand, Peer Gynt, Keizer en Gallileeër .
Geschreven in Rome, de stukken waarmee hij voor het eerst succes boekte maar ook kritiek door zijn bijtende satire en kritiek op zijn vaderland.
Realistisch eigentijds drama
De toneelstukken
Steunpilaren der maatschappij, Een poppenhuis, Geesten, Een vijand van het volk.
Met dit werk wordt komt hij als modern toneelschrijver op de voorgrond en wordt gezien als de grondlegger van het moderne toneel. Hij behandelt thema´s uit het moderne leven, zoals o.a. de positie van de vrouw in het huwelijk en maatschappij, hypocrisie, misbruik van macht, politiek, kerk en media, vrijheid en plicht, incest, euthanasie.
Een Poppenhuis betekende zijn internationale doorbraak en dit stuk is wereldwijd belangrijk geweest in de strijd voor gelijke rechten van de vrouw.
Psychologische en symbolische drama's
De latere werken
De wilde eend, Rosmersholm, De vrouw van de zee, Hedda Gabler, Bouwmeester Solness, Kleine Eyolf, John Gabriel Borkman, Als wij doden ontwaken.
Tragedies met een psychologische diepgang die niet meer voor iedereen te volgen bleken. Vooral in zijn laatste werken grijpt hij terug op zijn eigen leven en worden wel gezien als zelfportretten.
Ibsen de dichter
Hoewel hij zijn hele leven poëzie heeft geschreven is er slechts één bundel gepubliceerd, in 1871, waarvan vier jaar later een tweede, uitgebreide editie verscheen. De bundel is over het algemeen positief ontvangen maar Ibsen hechtte vooral waarde aan de kritiek van Georg Brandes, dat was nu juist één van de minder positieve en heeft er mogelijk toe geleid dat Ibsen geen gedichten meer heeft uitgegeven.
Ibsen de schilder
Minder bekend is dat Ibsen ook een aantal schilderijen en tekeningen heeft nagelaten, vooral landschappen, toneel- en kostuumschetsen.
Bibliografie met jaar publicatie
- Catiline (1850)
- Het Heldengraf (geschreven in 1850, herziene versie gepubliceerd in 1854)
- Norma (1851)
- St. Jansnacht (geschreven in 1852, 1e uitgave in 1909)
- Vrouw Inger (geschreven in 1854, 1e uitgave in 1857)
- Het feest op Solhoug (1856)
- Olaf Liljekrans (geschreven in 1856, 1e uitgave in 1902)
- De Vikingen op Helgoland (1858)
- Komedie der liefde (1862)
- Mededingers naar de kroon (1863)
- Brand (1866)
- Peer Gynt (1867)
- De jeugdbond (1869)
- Gedichten (1871)
- Keizer en gallileeër (1873)
- Steunpilaren der maatschappij (1877)
- Een Poppenhuis (1879)
- Geesten (1881)
- Een vijand van het volk (1882)
- De wilde eend (1884)
- Rosmersholm (1886)
- De vrouw van de zee (1888)
- Hedda Gabler (1890)
- The Master Builder (1892)
- Kleine Eyolf (1894)
- John Gabriel Borkman (1896)
- Als wij doden ontwaken (1899)