Athene: de wieg van de democratie
Democratie is een politieke regeringsvorm waarbij het volk mee helpt regeren door zich uit te spreken over wie zij vinden die in de regering mag zetelen. Veel mensen beseffen niet altijd waar deze democratie vandaan komt en vinden het als vanzelfsprekend. Athene was de wieg van de democratie. Maar hoe zag hun democratie eruit? Verliep die anders dan wat wij nu onder democratie verstaan? Waarom koos men voor democratie aangezien andere poleis, mini-staatjes een andere politieke vorm hanteerden? Of hadden ze geen andere keus?
Het sociale leven in Athene
Om de politieke evolutie te begrijpen moeten we eerst de verschillende bevolkingsgroepen onder de loep nemen. Zo waren er de burgers, de metoiken en de slaven. Welke verschillen waren er tussen deze groepen?
Echte Atheense burgers filosofeerden en namen deel aan de politieke wereld. /
Bron: Pcdazero, Pixabay Echte Atheense burgers
De burgers waren degene met de meeste rechten. Om beschouwd te worden als een burger moest men geboren zijn uit Atheense ouders. Pas wanneer men 18 was en van het mannelijk geslacht was kon men deelnemen aan de politieke wereld.
De vrouw werd levenslang onder voogdij geplaatst van een man, vader, echtgenoot of zoon, en nam niet deel aan het politieke leven. Haar taak beperkte zich tot het huishoudelijke werk en de zorg voor de kinderen.
Wanneer je als een Atheense man geboren was, zag het leven er helemaal anders uit. Hoe dat leven er uit zag, was afhankelijk van de financiële situatie. Indien men rijk was haalde men fortuin uit grootgrondbezit of het verhuren van slaven. Ook het uitbaten van mijnen of werkplaatsen kon een bron van inkomsten zijn.
Een belangrijk deel van de burgers waren echter kleine zelfstandige landbouwers die meestal met enkele slaven werkten. De handelaars en ambachtslui waren beperkter in aantal. Men had ook nog een groep die werkte in de scheepsbouw, de havens of die bouwondernemingen hadden.
De metoiken
Metoiken waren ingeweken vreemdelingen die Athene hadden gekozen als hun vaste verblijfplaats. Ze waren vrij maar hadden geen politieke rechten en konden geen grond of enig ander onroerend goed verwerven. Op deze manier bleven ze wat hun woning of winkel betreft afhankelijk van de Atheense burgers en was hun macht beperkt ook als stonden ze er soms financieel beter voor dan sommige Atheense burgers. Metoiken speelden een belangrijke rol in de nijverheid en de handel. Als ambachtslui, handelaars en bankiers leverden ze een grote bijdrage aan de bloei van Athene tijdens de Gouden Eeuw. De metoiken moesten een verblijfstaks betalen en eveneens taksen op de handel die ze dreven.
De slaven
In Athene had men nog een derde groep en dat waren de slaven. Er waren twee soorten slaven. Zo had je de huisslaven en de staatsslaven. De slaven hadden geen rechten en maakten geen deel uit van de politieke wereld. Ze waren afhankelijk van de goedaardigheid van hun meester wat hun behandeling betreft. Staatsslaven hadden echter een erbarmelijk leven. Meestal waren ze tewerkgesteld in de mijnen en werden ze niet gezien als mensen maar als goedkoop werktuig. Toch waren er geen slavenopstanden. Vermoedelijk is dit omdat de slaven allen uit andere gebieden kwamen waardoor ze niet echt konden communiceren met elkaar.
Voor er democratie was..
Oorspronkelijk had Athene een koning maar die moest al snel zijn macht delen met de belangrijke, rijke families van grootgrondbezitters. In de achtste eeuw werd het koningschap van de tafel geveegd en werd dit vervangen door een aristocratisch regime. Men droeg de koninklijke bevoegdheden over aan archonten. Deze archonten, regeerders, werden verkozen en waren gedurende één jaar aan de macht. Allen maakten wel deel uit van de grondadel. Echt democratisch was dit dus nog niet. Ze namen het dagelijks bestuur voor hun rekening. Naast dit geheel had men ook een Raad van Ouden of de
Areopaag. Deze raad gaf advies aan de archonten en hield toezicht op nieuwe wetten.
Stilaan wordt Athene democratisch
Tekort leidt tot kolonisatie
Omdat Griekenland teveel gebergte had die men niet kon ontginnen en over te weinig landbouwgrond beschikte kon men onmogelijk voorzien in de behoeften van de bevolking. Dit zorgde ervoor dat heel wat Grieken kolonies gingen stichten op de kustvlaktes rondom de Middellandse Zee.
Geldadel eist inspraak
Deze koloniserende Grieken hadden na verloop van tijd heel wat geld verzameld omdat ze uiteraard handel dreven vanuit deze kolonies met hun moederland. Ze keerden dan ook als rijke burgers terug en zo ontstond een nieuwe groep, de geldadel.
De grondadel verloor ondertussen zijn macht. Dit kwam omwille van het feit dat ze hun grond teveel bewerkten waardoor het uitgeput raakte en dus minder oogst opleverde. Ze hadden nood aan financiële hulp en konden hiervoor op de geldadel rekenen. Alleen deed de geldadel dit niet voor niets. Ze wilden best financieel bijspringen in ruil voor macht. Met een grote groep ontevreden inwoners in combinatie met hun geldproblemen gaf de grondadel toe aan hun eis.
Wetten?
Het feit dat de inwoners ontevreden waren, kwam omwille van het feit dat de grondadel zijn macht misbruikte. Dit was makkelijk uit te voeren omdat er op dat ogenblik geen geschreven wetten waren. Onder zware druk legde Draco in 624 v.C. de wetten vast op schrift. Het strafrecht was streng vandaar de uitdrukking draconische maatregelen nemen. Vanaf nu was Athene een rechtstaat geworden en moesten Atheners wetten gehoorzamen en niet zomaar mensen.
Armen willen en krijgen een stem
Deze maatregelen bleken echter onvoldoende en ook arme burgers eisten inspraak in het bestuur. Dit gaat hier nog steeds over burgers en niet over metoiken of slaven. Zo kregen arme burgers ook inspraak maar bleven de belangrijkste ambten gereserveerd voor de rijke burgers.
Eindelijk democratie
In 510 v.C. kregen alle Atheense mannelijke burgers toegang tot de Volksvergadering. Nog steeds was dit geen echte democratie aangezien de armen in praktijk het zich niet konden permitteren om aan de Volksvergadering deel te nemen. Ze konden onmogelijk hun werk laten liggen op de boerderij of in hun werkplaats. Om dit gegeven weg te werken nam Pericles een belangrijk besluit en liet de mensen betalen bij het uitvoeren van hun politieke functie. Nu konden de armen wel naar de Volksvergadering omdat ze een financiële compensatie kregen voor de dag die ze niet konden werken.
De Volksvergadering
Tijdens de Volksvergadering of
Ecclèsia namen alle burgers de politieke beslissingen. Dit politieke orgaan behoorde tot de wetgevende macht. Elke burger kon meestemmen, het woord voeren of wetswijzigingen voorstellen. Men kon omwille van het grote aantal burgers onmogelijk elke dag samen komen. Daarom werden sommige functies overgeheveld naar de Raad der 500. Deze raad werd samengesteld uit telkens 50 mensen per district van Athene. Er waren 10 districten vandaar de Raad van 500. Deze mensen werden aangesteld voor een jaar en werden geloot uit alle burgers. Men koon dus niet kiezen uit een specifieke categorie van burgers. Deze raad zetelde elke dag en bereidde wetten voor, zetten de punten op de agenda van de Volksvergadering en hield toezicht op de regering.
Pericles, de belangrijke strateeg van Athene! /
Bron: PabloEscudero, Flickr (Publiek domein) De volksrechtbank
Ook had men een volksrechtbank. De volksrechtbank bestond uit verschillende rechtbanken en werd samengesteld uit 6000 burgers vanaf 30 jaar. Ook deze personen werden geloot. Aangezien ze recht spraken behoren ze tot de rechterlijke macht.
Strategen en archonten
Strategen en archonten behoorden tot de uitvoerende macht. Deze werden gekozen. Uit elk district koos men één. Zo had je 10 archonten en 10 strategen die samen de regering vormden. Ze waren verantwoordelijk voor de uitvoering van de wetten en moesten een militaire functie uitvoeren indien Athene besliste om met een andere poleis of land oorlog te voeren. Pericles was de beste strateeg ooit voor Athene waardoor hij meermaals werd verkozen. De 5e Eeuw v. C., ook de Gouden Eeuw genoemd, wordt dan ook de Eeuw van Pericles genoemd.
Lees verder