Rome, het Colosseum en de gladiator
Gladiatoren shows waren gruwelijk en wreed, maar mateloos populair in het zo beschaafde Rome. Vanaf de derde eeuw tot het begin van de vijfde eeuw hebben miljoenen toeschouwers zich vergaapt aan het spel met de dood in de arena. Vooral na de inwijding van het Colosseum waren de shows van een ongekende omvang.
Gladiatoren (gladiatores in het Latijn)
Gladiator komt van het Latijnse woord
“gladius” (zwaard). Gladiatorengevechten waren een van Etruskisch godsdienstig gebruik. Zij werden gehouden bij begrafenissen ter ere van de overledene, munus genoemd. Gladiatoren shows waren gruwelijk en wreed, maar mateloos populair in het zo beschaafde Rome. Vanaf de derde eeuw tot het begin van de vijfde eeuw hebben miljoenen toeschouwers zich vergaapt aan het spel met de dood in de arena. Vooral na de inwijding van het Colosseum waren de shows van een ongekende omvang.
Gladiatoren waren de voetbalspelers van hun tijd. Ze werden aanbeden als helden, maar hadden weinig aanzien in de samenleving. Meestal waren zij in het bezit van een lanista. Zij werden onderverdeeld in drie groepen:
- De infami, oftewel de ter dood veroordeelde slaven, krijgsgevangenen of misdadigers. Deze groep van gladiatoren kreeg geen opleiding
- Later kwamen er ook niet veroordeelde slaven, gevangen in alle door de Romeinen veroverde landen. Aan deze groep werd een opleiding van 3 tot 4 maanden gegeven
- Sommige waren vrije burgers of aristocraten die hun geld hadden verloren en ervoor hadden gekozen een kort maar roemrijk leven te leiden. Zij kregen meestal een volledige opleiding en als ze erg goed waren ook medische verzorging
Opleiding
De opleiding gebeurde in sportscholen, waar men oefende met collega’s, die men nadien misschien (moest) doden. Een enkele Gladiator was getrouwd en had kinderen. De seksuele aantrekkingskracht van deze spierenbundels bij de vrouwen was groot, maar een huwelijk met een vrije vrouw was uitzonderlijk en kon enkel als de gladiator ook vrijgelaten was. Gladiatrices bestonden ook, maar bleven zeldzaam.
Gezien de oorspronkelijke betekenis van de gladiatorengevechten is het niet verwonderlijk dat deze religieus geladen zijn. Voor dat het gevecht kon beginnen moesten daarom altijd enkele godsdienstige plichten vervuld worden. Een priester of priesteres vroeg eerst de goden en geesten om toestemming om het gevecht te houden. Daarom worden eerst de voortekenen gelezen. Vaak keek men naar de vlucht van vogels. Bij deze ceremonie kunnen verscheidene goden en geesten worden aangeroepen. Na de goddelijke goedkeuring kon ook nog een geurig wierookoffer worden gebracht, om het gladiatorengevecht symbolisch aan de goden en/of geesten aan te bieden. Na het offer konden de wapens der gladiatoren worden geïnspecteerd.
De gladiatoren gevechten begonnen met een grote optocht van de deelnemers.
Soorten gladiatoren:
- Samnite; Zij vochten met de nationale wapens van de Samnieten (een volk uit het een gebied in Zuid-Italië, dat in 312 vChr werd verslagen). Een groot rechthoekig schild, een metalen of gekookt lederen beenbeschermer alleen aan hun linkerbeen, een gepluimde helm met vizier, een lange staart en een kort zwaard.
- Tracian; Deze vechtersbaas had een klein rond schild, aan beide benen bescherming en een gebogen dolk of zwaard. Tevens droegen ze een volledige vizierhelm of een open helm met een brede rand. Vaak moesten ze vechten tegen Mirmillones.
- Mirmillone; Deze gladiator is ook wel bekend onder de naam Thraciër of Galliër genoemd. Hij werd op de Gallische manier bewapend, namelijk met helm, zwaard en schild. Hun naam hebben ze te danken aan de visachtige versiering op hun helm.
- Retiarius; Ook wel de netman, hij symboliseert de visser. Hij droeg een lichte bewapening, zoals een metalen schouderstuk op de linkerarm. Geen hoofddeksel, in de rechterhand een iaculum (werpnet) waarmee hij zijn tegenstander moest strikken. Om het af te maken had hij in zijn linkerhand een drietand. Deze vechters werden als minderwaardig gezien vanwege hun gebrekkige bepantsering. Zij moesten meestal vechten tegen de secutor.
- Secutor; Deze gladiator wordt ook wel de achtervolger genoemd. Hij vocht met een groot ovalen of rechthoekig schild. Beide benen werden beschermd met lederen bekleding. Op zijn hoofd had hij een hoogvizier helm, en als wapen droeg hij een dolk of zwaard.
- Sagitarius; Dit was een gehelmde boogschutter, hij kreeg zes pijlen mee. Daar moest hij het mee doen.
- Laquearius; Hij droeg geen helm of schild, zijn wapens waren een lasso en een lange dolk. Op zijn linkerarm droeg hij een opstaand zwaar pantser.
- Essedarius; Doet zijn intrede in de arena achterop een strijdwagen, met een helm zonder vizier, een middelgroot ovaal schild, een speer, een zwaard en bepantsering op zijn rechterarm.
- Catafractarius; Had geen schild, wel een klassieke helm, een tweedehands zwaard of een strijdknots. Hij droeg als bescherming een lange schub of maliënkolder en had geen beenbescherming.
- Dimacheirius; Vocht met twee zwaarden, had een helm met opstaande rand en een metalen opstaande kuif. Op beide armen droeg hij een pantser en lederen banden om beide benen.
De lijken
Als een strijder zwaar gewond werd, riep het volk: "Habet" (hij heeft hem). Als een gladiator zich overgaf dan mocht het publiek zeggen of die gladiator dood moest. Als ze hun duim omhoog staken vonden ze dat hij dapper had gevochten en dat hij dus mocht blijven leven. Staken zij hun duim omlaag, dan moest hij dood.
Na de spelen moesten lijken en kadavers opgeruimd worden. De lijken werden door de doodsdemon, Charun, afgevoerd. Eerst gaf hij de dode nog de genadeklap met zijn hamer. De demon en zijn helpers namen het lijk mee door de poort des doods naar de lijkenkamer. Hier werd de wapenuitrusting verwijderd.
Gladiatoren konden een begrafenis krijgen, misdadigers en christenen werden gedumpt op afgelegen plekken, in ravijnen, in de Tiber of als voedsel voor de roofdieren gebruikt. Het vlees van de dieren ging naar arme mensen.
Lees verder