Rome: het Colosseum, voorbeeld van antieke bouwkunst
Het Colosseum in Rome was het grootse amfitheater in het Romeinse Rijk. Hoewel het de tijd niet ongeschonden heeft doorstaan, is het nog steeds een indrukwekkend voorbeeld van antieke bouwkunst. Ruim 50.000 toeschouwers waren in het Colosseum getuige van gladiatorengevechten en andere schouwspelen. De keizer die opdracht gaf tot de bouw van het Colosseum hoopte zo populair te worden bij het volk. Wie het gebouw goed bekijkt komt veel te weten over het grootste Colosseum ten tijde van de Romeinse keizers.
Een Colosseum voor het volk
Het Colosseum in Rome werd gebouwd tussen circa 72 en 80. In die tijd waren er al amfitheaters in andere steden, maar het amfitheater in Rome was wel het grootste en het eerste volledig met stenen opgetrokken amfitheater van het Romeinse Rijk. Keizer Vespasianus gaf in 72 opdracht om het amfitheater te bouwen. Deze eerste keizer van de Flavische dynastie was in 69 aan de macht gekomen, na een volksopstand tegen keizer Nero, de laatste keizer uit de door keizer Augustus gestichte dynastie. Keizer Vespasianus dacht, in tegenstelling tot keizer Nero, wel aan het plezier van het volk. Hij hoopte dat de bouw van het Colosseum hem populair zou maken bij het volk (het volk werd met 'brood' en spelen' rustig gehouden). Om zijn doel te bereiken moest het Colosseum, dat tot de achtste eeuw bekend stond als
Amfitheater Flavius, wel snel worden gebouwd.
De bouw van het Colosseum
Voor de bouw van het Colosseum werd het meer voor het luxueuze paleis van keizer Nero dichtgegooid. De bouw van het Colosseum begon met het maken van een betonnen fundering, zo groot als het Colosseum met het plein eromheen. De fundering zit tot 7,5 meter in de grond. Het feit dat het enorme zware gebouw nooit verzakkingsverschijnselen heeft vertoond, is een bewijs voor de vakbekwaamheid van zijn bouwers.
Voor de bouw werden allerlei materialen gebruikt: beton voor de fundamenten, travertijn (een marmerachtige kalksteen, gemakkelijk te hakken en harder wordend als het aan de lucht wordt blootgesteld), tufsteen en met baksteen bekleed beton, en marmer voor het bedekken van het interieur (marmer dat nu geheel verdwenen is).
Bron: LoggaWiggler, Pixabay Voor de buitenmuur werd travertijnsteen gebruikt, die gewonnen werd in de buurt van Tivoli, 25 kilometer van Rome. Er werd een speciale weg aangelegd voor de door ossen getrokken karren met de zware brokken travertijn. De travertijnsteen werd niet gevoegd, maar met elkaar verbonden door ijzeren pinnen, die
doken werden genoemd. In de ruimte rond de pinnen werd gesmolten lood gegoten. Het uiteinde van het gesmolten lood bleef zichtbaar. Dat is ook de reden dat er veel ijzeren pinnen zijn verdwenen zijn. Vanaf de zevende eeuw hebben ijzerwinners gaten gehakt in de muur, ter hoogte van het lood, om de ijzeren pinnen te verwijderen. Ook die gaten zijn nu nog zichtbaar.
Bron: Armigru, Pixabay De buitenzijde van het Colosseum
De buitenzijde maakt duidelijk dat het Colosseum bestond uit drie verdiepingen, met op iedere verdieping rondbogen. De rondbogen op iedere verdieping zijn afgewerkt met halfzuilen: Dorische halfzuilen voor de eerste verdieping, Ionische halfzuilen voor de tweede verdieping en Corintische halfzuilen voor de derde verdieping. Bogen waren een essentieel onderdeel van veel Romeinse bouwwerken. Hun dragende kracht was een symbool voor de dragende kracht van het Romeinse Rijk. Bestudering van de buitenzijde maakt snel duidelijk dat het Colosseum de tijd niet grotendeels ongeschonden heeft doorstaan. Na een aardbeving in 1348 stortte een deel van de buitenste ring in. Om verder instorten te voorkomen werden er in de achttiende eeuw grote steunmuren geplaatst.
Het Colosseum in getallen
Er was in het Colosseum plaats voor ruim 50.000 toeschouwers. De indeling van de plaatsen was strikt hiërarchisch. Onder zaten de keizer en de priesters, daarboven zaten de patriciërs (welgestelde, invloedrijke burgers), en helemaal boven zat het volk. Ze konden genieten van het spektakel dat in de arena plaatsvond. De arena was 78 meter lang en 46 meter breed. Het amfitheater was 48,5 meter hoog. De afmetingen aan de buitenzijde van het ovaalvormige gebouw waren 189 meter lang en 155 meter breed.
Om de toeschouwers snel naar binnen te kunnen laten komen, en bij een ontruiming het Colosseum snel te kunnen verlaten, werd een ingenieus systeem van trappen aangelegd, die allen uitkwamen bij een van de tachtig genummerde uitgangen op de begane grond. Er waren vier hoofdingangen: een voor de keizer en zijn gevolg, een voor de godenbeelden, een voor de gladiatoren, en de vierde hoofdingang deed dienst als uitgang voor de doden.
Wie goed kijkt ziet dat er kleine vierkantige gaten zitten in de bovenste rand van de buitenmuur. Door 240 gaten staken houten masten naar binnen. Die droegen een enorm zeil dat de toeschouwers beschermde tegen de zon.
De openingsceremonie nam honderd dagen in beslag, zo schreef de Romeinse geschiedschrijver Martiales. Het Colosseum, gelegen aan de
Piazza del Colosseo, is nu een van de bekendste bezienswaardigheden in Rome.
Lees verder