Spanje: kunst en cultuur van Prehistorie tot Middeleeuwen

Spanje: kunst en cultuur van Prehistorie tot Middeleeuwen Spanje is een staat die bestaat uit verschillende naties en culturen. Het gebied, dat het bestrijkt -nagenoeg het gehele Iberische schiereiland-, is vanaf prehistorische tijden dan ook een smeltkroes geweest van beschavingen, die het bewoond hebben. Sommige, zoals de Basken en de 'Gitanos' (Spaanse zigeuners), wonen er nog steeds en hebben nog altijd hun invloed op kunst en cultuur. Dit artikel beoogt de belangrijkste punten door te lopen tot aan de Middeleeuwen.

De man van Atapuerca: het begin

De Sierra de Atapuerca is een kleine bergketen in het noorden van Ibeas de Juarros, in de provincie Burgos. Deze bergketen ligt tussen de de Cordillera Cantábrica en het Sistema Ibérico. In dit gebied werden uitzonderlijke archeologische en paleontologische vondsten gedaan. Er werden overblijfselen gevonden van minstens drie verschillende soorten mensachtigen zoals de 'Homo antecessor', de' Homo heidelbergensis' en de 'Homo sapiens'.

Vooral de eerste, de man van Atapuerca genoemd, heeft veel inbreng gehad in een nieuwe visie op het ontstaan van de mens. Deze oer-Europeaan leefde meer dan 300.000 jaar geleden op ons continent en was een belangrijke concurrent van roofdieren in de omgeving. Hij had een reusachtig bekken en meer dan honderd kilo aan pure spiermassa bij een lengte van 1,80 meter.

Voor deze ontdekking werd aangenomen dat de zwaargebouwde Neanderthaler een extreme evolutionaire aanpassing was ten opzichte van kleimere voorgangers. De gemeenschappelijke voorouder van mens en Neanderthaler was blijkbaar eveneens van grote omvang. Het is dan ook de 'Homo sapiens' die zich in sterkere mate heeft doorontwikkeld. Daarbij zou zeker een derde van de lichaamsomvang en -sterkte verloren zijn gegaan.

De grotten van Altamira

De grotten van Altamira (Cantabria) worden algemeen genoemd als het begin van de Spaanse kunstgeschiedenis. Ze bezitten namelijk rotsschilderingen, die al ongeveer 15.000 jaar geleden werden gemaakt. Ze zijn van een ongekend hoog artistiek gehalte in vergelijking met andere ons bekende kunst uit de vroege Steentijd. De grotten werden in 1869 ontdekt door een jager, die zijn hond probeerde te redden nadat deze bij een jacht op een vos van de rotsen was gevallen.

De grotten van Altamira, die zo´n 300 meter bestrijken, zijn genoemd naar een oude boerderij, gelegen op een hoog weideland: Altamira, wat 'hoge uitkijk' betekent. Het is een prachtige locatie, tussen de Cantabrische zee en de Picos de Europa.

In 1979 moesten de grotten worden gesloten, omdat de kwaliteit van de schilderingen door de vele bezoekers zienderogen achteruit gingen. De temperatuur en de luchtvochtigheid moesten constant worden gehouden. Voortaan mochten slechts twintig bezoekers per dag naar binnen, om verdere schade te voorkomen. Zo ontstond het idee om een replica ervan te maken en die onder te brengen in een museum, vlakbij de grotten zelf; het Museo de Altamira.

De Dama de Elche

De Dama de Elche (dame van Elche), een zandsteenscultuur uit omstreeks de vierde en vijfde eeuw v. C., toen het schiereiland bewoond werd door een volk dat we de Iberiërs noemen. Het werd aangetroffen tussen de ruïnes van La Alcudia, in de omgeving van Elche (Alicante). La Alcudia had in die periode bloeiende handelsbetrtekkingen met de Feniciërs en later met de Grieken. Ook in Romeinse en later in Visigotische tijd was het bewoond, waarna het pas na de Moorse invasie definitief werd verlaten.

Het gaat hier om een portretbuste van een Iberische vrouw, dat in zijn tijd polychroom beschilderd was (zie foto boven). De vrouw is behangen met sieraden en het haar in wielvormen langs beide kanten van het hoofd opgestoken. Daarom vermoedt men dat ze een prominente rol had binnen de Iberische samenleving. Vandaar de benaming 'Dama de Elche' (dame van Elche). Het beeld wordt beschouwd als één van de belangrijkste voorwerpen, die ons uit die periode is nagebleven, en is tegenwoordig te bezichtigen in het Nationaal Archeologisch Museum te Madrid.

'Toros de Guisando'

De Toros de Guisando (Stieren van Guisando) zijn vier beelden, vermoedelijk van stieren, die naast elkaar staan binnen het gebied van de gemeente El Tiemblo, in de provincie Ávila. Ze werden door een Keltisch volk, genaamd de Vettonen, uit graniet gehouwen, zo rond de eerste en tweede eeuw v. C. Dit volk bewoonde voor de romanisering het gebied, welke nu de Spaanse provincies Zamora, Salamanca, Segovia, Ávila en Cáceres, en Trás-os-Montes en Beira Alta in Portugal bestrijkt. De Vettonen werden in de eerste eeuw v. C. na eeuwenlange strijd tegen eerst Carthagers en daarna de Romeinen onderworpen. In de Castro de la Mesa de Miranda, bij Muñico in Ávila, kan een oud Vettoons dorp bezichtigd worden.

Op meerdere plaatsen zijn gelijksoortige bielden, van stieren en varkens en tussen 1 en 2.5 meter hoog, teruggevonden. Er zijn ongeveer 400 exemplaren van overgebleven, waarvan zeker de helft in de provincie Ávila staan.
Vermoed wordt dat deze beelden om religieuze redenen gemaakt werden, waarschijnlijk met als doel de eigen veeteelt te beschermen tegen kwade invloeden. Er zijn ook theoriën, die beweren dat er het bezit van vruchtbaar land mee werd aangegeven door de hoofdmannen van de diverse stammen, opdat het bezit ervan gerespecteerd werd. De beelden, die uit Romeinse tijd stammen, hebben in vele gevallen een luikje, waarachter de as van een overledene werd opgeborgen. Later in de Middeleeuwen werden al deze beelden teruggevonden en o.a. gebruikt als tronen. Ook werden ze naar de stad Ávila gesleept voor de bouw van de beroemde vestingmuur van de stad.

Overblijfselen van de romanisering in Spanje

De stichting van Tarraco

In 218 v. C. kwamen de Romeinen bij waar nu de stad Tarragona (Catalonië) ligt aan land, en troffen daar Iberische nederzettingen aan. Ze bouwden daar een groot militair kamp, dat de naam Tarraco kreeg. Dankzij een strategische ligging, aan de rand van een heuvel en aan de monding van een rivier, was het tijdens de Tweede Punische Oorlog van groot belang. Na de algehele verovering van het Iberische schiereiland, waarin Tarraco een prominente rol speelde, kreeg de stad het statuut van kolonie en later, in 27 v.C., werd Tarraco zelfs de hoofdstad van ‘Hispania Citerior’, weer later de provincie ‘Hispania Tarraconensis’.

In die periode werd het hoger gelegen gedeelte het militair kamp, zodat we daar ook de tempel voor de keizerlijke cultus terugvinden en het Pretorium, waar de vergaderingen gehouden werden. Het laagst gelegen gedeelte scheidde het circus, waar met een capaciteit voor 20.000 bezoekers paardenraces werden gehouden, het militaire gedeelte van het woongebied. Bij de tegenwoordige haven liggen de resten van het forum en van het amfitheater, gebouwd in het begin van de tweede eeuw. De laatste werd gebruikt voor gladiatorengevechten en terechtstellingen. In de arena kan men nog de overblijfselen zien van een Romaanse kerk, die werd opgericht als eerbetoon aan de eerste christelijke martelaren.

De Romeinse stadsmuur van Lugo. De stadsmuur van Lugo, in Romeinse tijd 'Lucus Augusti' genoemd, werd in het jaar 13 v.C. ter ere van keizer Augustus opgericht door Paulo Fabio Mázimo. De achterliggende bedoeling was de annexatie van het noord oosten van´Hispania’. Daartoe werd de stad omringd met een grote verdedigingsmuur, welke nu nog te bewonderen is. Het heeft in meer dan 2000 jaar weinig echte grote veranderingen ondergaan. De stadsmuur heeft een lengte van meer dan twee kilometer en sluit de oude stadskern af van de grote stad. In latere tijden was het daardoor een obstakel voor zijn ontwikkeling. Tegenwoordig ligt het monument binnen de stad, wat er als zodanig dan ook deel van uitmaakt.

Het aquaduct van Segovia. Het aquaduct van Segovia werd in de tijd van de Romeinse keizer Trajanus (53-117 a.D.) gebouwd. Er werden 20.400 granietblokken voor gebruikt zonder dat die gevoegd werden met cement. De stenen blijven op elkaar staan dankzij de druk die ze op elkaar uitoefenen. Het aquaduct diende ervoor om het water van de rivier Frio (bij La Acebeda) naar het op zo’n 17 kilometer gelegen Segovia te vervoeren. Het had bovengronds een lengte van 728 m en 165 bogen. Het water werd verzameld in El Caserón, een watertoren. Vervolgens werd het via een kanaal van natuursteen naar een tweede toren gevoerd waar het water gezuiverd werd. Tegenwoordig loopt dwars door het moderne Segovia en het is dus niet verwonderlijk dat het een belangrijk symbool is geworden. Het komt dan ook terug in het gemeentewapen.

De Visigothische smeedkunst

In 378 kwamen de Visigoten in opstand tegen het Romeinse gezag. Bij de slag om Adrianopel, (tegenwoordig Edirne in Turkije, versloegen zij het Romeinse leger. De Romeinse keizer Valentinianus vond daarbij de dood. In 410 plunderden de Visigoten onder leiding van Alarik Rome.

Nadat enkele jaren later de vrede kwam, stond keizer Honorius de Visigoten toe zich te vestigen in Aquitanië, in het huidige Frankrijk. Vandaaruit konden ze hun gebied uitbreiden tot Spanje. Eerst deelden ze dat gebied nog met andere stammen, als de Vandalen en de Alanen, maar deze laatsten werden al snel verdreven.

Eurik, die Alarik opvolgde, verenigde de verschillende ruziënde stammen der Visigoten en dwong in 475 een volledige onafhankelijkheid af bij het Romeinse bestuur. Toen hij stierf vormden de Visigoten het machtigste rijk in West Europa.

Hoewel de Visigotische architectuur pas begon te bloeien in de zevende eeuw, bouwde men tussen 575 en 600 in Toledo de 'El Salvador'kerk, ter nagedachtenis aan het concilie. De hoefijzerboog, een zich steeds weer herhalend element in de kerken van die tijd, verraadt duidelijk de hand van de Visigoten. De zuilen zijn versierd met een figuurreliëf.

De Visigothen konden voortreffelijke sieraden maken: juwelen, sierspelden, riemgespen. Ze waren ook meesters in het smeden van wapens, de meesten in opdracht van de aristocratische klassen. De Guarrazar-vondsten in Toledo, die gouden kronen en edelstenen bevatten, zijn prachtige voorbeelden van Germaanse goudsmederij.

De Moorse overheersing

Mozarabische en 'mudéjar' stijlen. De komst van de Arabieren in Spanje is in feite te danken aan enkele twistzieke Visigothische heersers. Zij riepen hen in 710 te hulp en toen daar gehoor aan werd gegegeven, zagen de kleine groepen Berbers, die overstaken, dat het land zo verdeeld was dat ze het zonder al te veel geweld zomaar konden overnemen. De Moorse aanwezigheid, die daarop zou volgen, heeftdaarna een beschaving voortgebracht, die een culturele brug zou vormen tussen Oost en West. De hoogstaande islamitische cultuur had bamelijk een grote invloed op de christelijke stijl in Spanje. Er ontstond een zg. 'mozarabische' stijl, die van de christelijke minderheden binnen islamistische gebieden, en een zg. mudéjar stijl, die van Arabische minderheden binnen de christelijke gebieden. De kunstuitingen van de Joodse gemeenschap, de derde cultuur binnen deze culturele smeltkroes, zouden beiden invloeden overnemen. De jodenwijken, rituele badplaatsen en synagogen, o.a. in Toledo en Córdoba, zijn hier prachtige voorbeelden van.

Granada: het Alhambra. Granada was het allerlaatste kalifaat op Spaans grondgebied. Het werd in 1492 door Isabella I van Castilië en haar echtgenoot Ferdinand van Aragón op de Moren veroverd, waarmee de Reconquista voltooid werd. Het meest beroemde bouwwerk uit de tijd van dit kalifaat is het Alhambra. Het is een Nasrid fortificatie op de heuvel Assabica, boven de Río Darro. De naam, dat ‘rode vesting’ betekent, is ontleend aan de roodbruine bakstenen die gebruikt zijn voor de buitenmuren. In het oudste deel, het Alcazaba, vormt het uitzicht vanaf de Torre de la Vela letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt. In het noorden kijk je uit over de oude Moorse wijk Albaicín, in het zuiden over de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada.

Een onderdeel van het Alhambra is het Palacio Nazaries, uit de vroege 14de eeuw. Het is een typisch islamitisch paleis met een rechtszaal, openbare vergaderzalen en harem (vrouwenvertrekken). De harem worden gedomineerd door de Patio de los Leones (het Leeuwenhof) met in het midden een prachtige fontein van twaalf marmeren leeuwen, die onlangs werden gerestaureerd.

Op een heuvel tegenover het Alhambra ligt de Generalife, het zomerverblijf van de sultans. De gebouwen hebben er ranke zuilen en beschutte patio’s. Er zijn vele tuinen met verrassende doorgangen.

De Spaanse koning Karel I, ons beter bekend als Keizer Karel V, wilde zich graag zo dicht mogelijk bij de paleizen van het Alhambra vestigen. Daarom werd zijn paleis er maar binnenin gebouwd. Het project werd uitgevoerd door Pedro Machuga. Het paleis is vierkant en heeft een inwendige ronde patio. Het gebouw heeft twee verdiepingen.

De Asturische cultuur

Na de inval en machtsovername van de Arabieren, trok na de slag van Guadalete, waar de Vistigothen in 711 definitief werden verslagen, wist de edelman Don Pelayo (690-737) aan gevangenschap te ontsnappen. Hij trok naar bergachtige Asturië, in het uiterste noorden van Spanje, waar hij in 717 het koninkrijk Asturië stichtte. In 722 kreeg dit koninkrijk vaste grond toen hij tijdens de slag bij Covadonga een moslimovermacht versloeg. Daarmee stond hij aan het begin van de Reconquista, de herovering van het land door de christenen.

De Asturische bouwkunst. In de eerste jaren na het begin van de Reconquista, ontwikkelde zich in Asturië een geheel eigen kunstvorm, de Asturische kunst, ook wel de preromaanse kunst genoemd. Deze werd vooral binnen de architectuur toegepast, maar ook in de beeldhouwkunst en bij het vervaardigen van sieraden. Constructieve en decoratieve elementen bleven voornamelijk gebaseerd op de Visigotische bouwkunst uit ongeveer de zesde eeuw, maar ze was in aanraking gekomen met andere kunsten van buitenaf, o.a. de Byzantijnse kunst. Zo vormt ze de schakel tussen de kunst van het begin van de Middeleeuwen en die van de latere romaanse, die rond de 12de eeuw in heel Middeleeuws Europa toegepast zou worden.

De beroemdste bouwwerken zijn San Julián de los Prados, Santa María del Naranco en San Miguel de Lillo. De eerste is een basiliek, ook bekend onder de naam Santullano, dat tussen 812 en 842 onder Alfonso II werd gebouwd. In dit kleine kerkje, dat zich afgelegen op een weide bevindt, net buiten de binnenstad van Oviedo, bestaat uit drie schepen, een breed transept en absissen met tongewelf. Tussen het middenschip en de zijschepen zijn rechthoekige pijlers.

Er zijn unieke schilderingen aanwezig, geïnspireerd door voorbeelden uit Byzantium, Ravenna of Rome. Helaas zijn ze sterk beschadigd en daarom deels gerestaureerd.

Santa Maríadel Naranco ligt ook buiten de stad Oviedo, op de Monte Naranco. Het werd oorpronkelijk tussen 842 en 884 gebouwd als paleis voor koning Ramiro. Pas in de 13de eeuw werd het verbouwd tot kerk. De zeer mooi gedecoreerde zuilen, bogen en met sculpturen versierde medaillons herinneren, evenals bij de muurschilderingen in de San Julián de los Prados, aan de kunst van Ravenna en Byzantium. De benedenverdieping is verdeeld in drie ruimten, waarvan er destijds één als kapel diende.

Tot het oorspronkelijke paleis van koning Ramiro behoorde waarschijnlijk ook een complex van koninklijke gebouwen, waarvan één vermoedelijk de hofkerk San Miguel de Liño (of de Lillo) was. Dit bouwwerk, eveneens uit de 9de eeuw, werd in de 13de eeuw door een natuurramp dermate verwoest, dat nu slechts het westelijke deel met de ingang in de originele staat bewaard is. Interessant zijn bijzonder mooie vensters. De huidige absis dateert uit de 13de eeuw.

De 'Beato' van Liébana. De Beato de Liébana (van het latijn, beatus: zalige, en de naam van een dal in het Spaanse Cantabria, el Valle de Liébana) was oorspronkelijk een persoon. Tegenwoordig is het echter de aanduiding van een geschrift als commentaar op de Apocalyps van Johannes dat door deze devote persoon en godsgeleerde rond 776 werd geschreven en gedurende vele eeuwen werd gekopiëerd en over meerdere kloosters verspreid. De zg. beatos zijn dus vervaardigde kopieën van dit handschrift. Door hun bijzondere, expressieve verluchtingen zijn ze van grote kunsthistorische betekenis.

De tekst werd geschreven rond 776 en waarschijnlijk door de Beato zelf gereviseerd in 786 tot zijn definitieve versie. Het origineel is helaas verloren gegaan. De oudste volledige kopie is van rond 940, waarna er minstens nog 25 andere geïllustreerde kopieën zijn gemaakt. In die kopiën zijn o.a. de oudste wereldkaarten van de christelijke wereld terug te vinden. De verluchtingen zijn ongekend helder van vorm en kleur, de voorgangers van de latere Middeleeuwse schilderkunst.

De Beato de Liébana is tegenwoordig te bewonderen in de Bibliteca Nacional te Madrid.

De Codex Calixtinus

De Codex Calixtinus wordt ook wel de “Bijbel van de Weg van Santiago” genoemd, wat al op zich het enorme belang aangeeft dat dit manuscript in zijn tijd, de 12de eeuw, bezeten moet hebben. Tijdens zijn Pontificaat, tussen 1100 en 1140, gaf de bisschop en later de allereerste aartsbisschop van Santiago, Diego II Gelmirez, de opdracht om een aantal manuscripten te vervaardigen met thema’s en verhalen rondom de Weg van Santiago en de Apostel Jacobus (Santiago). Die moesten ten dienste worden gesteld van de pelgrims, die jaarlijks in grote getalen Santiago de Compostela kwamen bezoeken. Uit dit initiatief ontstond eerst “Historia compostelana”, waar de Codex Calixtinus zijn oorsprong in vindt.

Behalve dat de Codex Calixtinus een juweeltje is binnen de middeleeuwse bibliografie, is het vooral ook van groot muziekhistorisch belang. Zonder dit manuscript hadden we nooit de geboorte en de ontwikkeling van de polyfonie in de middeleeuwse muziek naar zijn volledige waarde kunnen inschatten.
Het werk bestaat uit vijf boeken. Het eerste boek gaat over de liturgie rondom de Apostel, het tweede over diens Wonderen (“Liber de Miraculis”), het derde behandelt het overbrengen van het lichaam van de Apostel van Jeruzalem naar Galicia door diens discipelen, het vierde is een boek dat een geheel eigen oorsprong heeft en “Pseudo-Turpin” genoemd wordt, en het vijfde is het beroemde “Liber peregrinationis”, oftewel de “Gids van de pelgrim”, alom beschouwd als de eerste toeristische gids uit de geschiedenis. Het is het meest bekende en meest tot de verbeelding sprekende boek van de Codex Calixtinus.

Lees verder

© 2010 - 2024 Tjiw09, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Jerez de la Frontera of Xeres (Zuid-Spanje)Jerez de la Frontera of Xeres, gelegen in de zuidelijke provincie van Cádiz in Andalusië (Spanje) is een prachtige stad…
De tijd in vakkenDe tijd in vakkenIn de geschiedenis zijn diverse tijdvakken, jaartallen en gebeurtenissen aan te wijzen. Er zijn indelingen, die structuu…
Prehistorie: de tijd van jagers en boerenPrehistorie: de tijd van jagers en boerenWanneer laten we de geschiedenis beginnen? Bij het ontstaan van de eerste mensensoort? Bij het ontstaan van de moderne m…
Geschiedenis, de tien tijdvakkenEr is een nieuwe tijdsindeling gekomen voor geschiedenis. In plaats van de klassieke indeling in vijf tijdvakken, van pr…

Paus Julius II en de kunst in RomeEr wordt wel eens gezegd dat het grootste verdienste van paus Julius II (1443-1513) was dat hij de belangrijkste kunsten…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: CC-BY-SA-2.5, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.5)
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Castro_de_la_Mesa_de_Miranda
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Toros_de_Guisando
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Dama_de_Elche
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Homo_antecessor
  • http://www.educared.net/concurso/531/visigodos.htm
  • http://www.almendron.com/historia/medieval/invasion_arabe/invasion_11.htm
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Arte_asturiano
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Arte_moz%C3%A1rabe
  • http://www.promoliebana.com/beatoliebana.html
  • http://www.cantabriajoven.com/cantabros/biografias/beato_de_liebana.html
  • http://www.elcaminoasantiago.com/caminos/frances/codexcalixtinus.htm
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Codex_Calixtinus
Tjiw09 (84 artikelen)
Laatste update: 17-05-2018
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Kunst
Bronnen en referenties: 13
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.