Het Tet-Offensief
De vier sterren generaal Vo Nguyen Giap had de leiding over het Noord-Vietnamese leger van de jaren ’40 tot aan hun triomfante binnentocht in Saigon in 1975. Hij bezat volgens velen een van de beste tactische breinen van de eeuw, en zijn tactiek om superieure vijanden te verslaan bestond uit het voorkomen van een directe confrontatie en door middel van onverwachte aanvallen voornamelijk demoraliserende schade toe te brengen.
Het Tet-Offensief
De vier sterren generaal Vo Nguyen Giap had de leiding over het Noord-Vietnamese leger van de jaren ’40 tot aan hun triomfante binnentocht in Saigon in 1975. Hij bezat volgens velen een van de beste tactische breinen van de eeuw, en zijn tactiek om superieure vijanden te verslaan bestond uit het voorkomen van een directe confrontatie en doo middel van onverwachte aanvallen voornamelijk demoraliserende schade toe te brengen.
Giap had zich in 1944 al bewezen, toen hij zijn minuscule eenheid op een Franse basis in Indochina afstuurde. Hij viel aan op kerstavond en behaalde een grote overwinning. In 1968 besloot de general een gigantische verrassingsaanval tegen de Amerikanen en Zuid-Vietnamezen uit te voeren op oudejaarsavond. Door heel Vietnam werden provinciehoofdsteden veroverd, garnizoenen aangevallen en zelfs werd de Amerikaanse ambassade in Saigon binnengevallen. Het aantal Noord-Vietnamese slachtoffers was gigantisch maar het had de Amerikanen een enorme klap toegebracht zowel militair als op het gebied van reputatie. Het tij van de oorlog was gekeerd.
Het plan
Giap was bereid een gok te wagen. Zijn divisies waren in de pan gehakt waar zij de Amerikanen tegen kwamen in conventionele oorlogssituaties en de Vietcong werden terug gedreven. Men was in Hanoi goed op de hoogte van de groeiende Amerikaanse vredesdemonstraties en wat een invloed de oorlog had op de Amerikaanse samenleving. Wat Giap nodig had was een sterke aanval die Amerika’s wil om de oorlog door te zetten zou breken en de legitimiteit van de regering in Saigon voor eens en altijd zou ondermijnen. Tijd was echter niet aan zijn kant. De Noord-Vietnamezen waren er weliswaar zeker van dat de Amerikanen zich vroeg of laat zouden terugtrekken, maar hoe langer het duurde hoe sterker de regering in Saigon werd. Als Amerika nog veel langer zou blijven zouden de Noord-Vietnamezen niet meer opgewassen zijn tegen de Zuid-Vietnamezen.Giap had een snelle en beslissende overwinning op het oog, nog voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 1968.
Giap bereidde een aanval op twee fronten voor. Met de herinneringen aan de overwinning bij Dien Bien Phu nog vers in he geheugen plande hij een aanval op de Amerikaanse basis bij Khe Sanh. Tegelijkertijd zouden de NVA en NLF gecoördineerde aanvallen op praktisch alle grotere steden in het Zuiden en alle provincie hoofdsteden. Zelfs als de Amerikanen zouden slagen in het verdedigen van Khe-Sanh zouden ze zwaar in het nauw zitten zodra de strijd overal in Zuid-Vietnam los brak. Gedwongen zich overal te verdedigen, zouden de Amerikanen en Zuid-Vietnamezen een grote hoeveelheid aan kleine dan wel grote nederlagen lijden die samen een grote ramp zouden vormen. Khe-Sanh zou de aandacht van de Amerikaanse commandanten afleiden terwijl de Vietcong en de NVA zich voorbereidden op de massale aanval, en het was waarschijnlijk dat de Amerikanen zelfs Khe Sanh niet zouden kunnen houden.
Het is te betwijfelen of de NVA en de Vietcong verwachtten alle of zelfs maar sommige van de steden en dorpen die ze veroverden te kunnen houden, maar de NLF schenen te verwachten dat grote delen van de stedelijke bevolking in opstand zouden komen. Op enkele uitzonderingen na bleef dit echter uit. Het grootste deel van de stedelijke bevolking in Zuid-Vietnam kon het niet zo veel schelen welke regering ze boven zich hadden, en de Vietcong kreeg veel minder steun dan verwacht. Het doel van de aanvallen op de steden was niet zozeer om in één klap de oorlog te winnen maar vooral om Amerika een hoop vernederende nederlagen te bezorgen en de autoriteit van de regering in Saigon terug te dringen. Toen de Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen eindelijk de NVA en VC terug het oerwoud in drongen was er niets over dan puinhopen, vluchtelingen en ontevredenheid onder de burgers. Geschokt door hun nederlagen zouden de Amerikanen alle zin in de oorlog verliezen, wat er nog over was van de regering in Saigon zou gedwongen zijn een overeenkomst te sluiten met Hanoi, en Noord-Vietnam zou in de loop van de tijd Zuid-Vietnam simpelweg overnemen.
Al deze plannen zouden in werking treden in januari 1968, tijdens de Vietnamese Tet (nieuwjaarsvakanties).
De aanval op Khe Sanh
Khe Sanh lag in het noordwesten van Zuid-Vietnam, tegen de DMZ (gedemilitariseerde zone) aan, en vlakbij de grens met Laos. Er was tijdens de eerste oorlog in Indochina een Frans garnizoen gevestigd en het werd een belangrijke basis voor de Amerikaanse Special Forces. De stad was zo belangrijk omdat het dichtbij de Ho Chi Minh Trail lag. Vanuit Khe Sanh konden de Amerikanen dat gebied beschieten met artillerie en ze hadden zicht op Noord-Vietnamese troepenbewegingen. De vanuit Khe Sanh opererende Special Forces werkten samen met lokale stamleden en onderschepten veel Noord-Vietnamees verkeer. In 1967 vestigden de Marines zich in Khe Sanh en verplaatsten de Special Forces zich naar het dorp Lang Vei.
In de loop van 1967 werd het duidelijk dat Giap iets van plan was. In Noord-Vietnam werd openlijk gesproken over grote overwinningen en het verplaatsen van de oorlog richting de steden in het Zuiden. De 325ste en 304de NVA divisies waren gesignaleerd terwijl zij richting Khe Sanh trokken, en een derde divisie groef zich in langs Route 9, waar ze versterkingen uit Quang Tri zouden kunnen onderscheppen. De twee divisies bij Khe Sanh hadden al eerder gevochten, bij Dien Bien Phu en de dreiging was duidelijk. Generaal Westmoreland, die het commando had over de troepen in Khe Sanh, begon de basis te versterken gezien de slechte weersverwachtingen waardoor bevoorradingsvliegtuigen en luchtsteun gehinderd zouden worden. Tegen februari waren er al 6.000 Marines ingevlogen om het garnizoen in Khe Sanh te versterken en duizenden troepen waren ten noorden van Hue gepositioneerd. De Noord-Vietnamezen versterkten zich echter ook; ten minste 20.000 NVA strijders werden rond Khe Sanh gelegerd en volgens sommigen ligt dat aantal zelfs op 40.000. Giap zou zijn artillerie in de DMZ plaatsen om vervolgens zijn aanvalseenheden de versterkte heuvels op te sturen. Zodra de heuvelsposten eenmaal veroverd waren, zou daar de artillerie heen verplaatst kunnen worden om zo de basis van boven te beschieten. Vervolgens zouden golven van infanterie de basis aanvallen om de vijand te overlopen.
De eerste aanval begon vlak voor zonsopkomst op 21 januari, toen de NVA probeerden de rivier die langs die basis stroomde over te steken. Ze werden teruggedrongen maar slaagden er wel in met hun artillerie de opstijgbaan te beschadigen, de belangrijkste munitieopslagplaats op te blazen en een paar vliegtuigen te beschadigen. Andere aanvallen waren gericht op de verdedigingswerken van de Special Forces bij Lang Vei en de ingegraven Marines op de heuvels rond Khe Sanh, maar deze waren slechts gericht op het testen van de verdedigingswerken. De volgende dag kwamen vrijwel constant helikopters en vliegtuigen de verloren gegane munitie vervangen, tot het weer te slecht werd.
De NVA begon met geconcentreerde artillerie aanvallen en verplaatste de troepen naar voren om een netwerk van ingegraven posities te bewerkstelligen, van waar zij zich konden voorbereiden op verdere aanvallen. Luchtafweer werd in positie gebracht om bevoorradingsvliegtuigen neer te halen, die al nauwelijks meer kwamen door het slechte weer. De Amerikanen konden door middel van zeer gevoelige aparatuur alles horen wat er gezegd werd bij de NVA, en door middel van “SIGINT-vluchten” (een soort verkenningsvluchten) werd communicatie gesignaleerd over het gehele front, en van en naar de commandoposten in Noord-Vietnam. Giap’s ambitie een enorme overwinning tegen de Amerikanen te behalen werd uiteengeslagen door indrukwekkende luchtaanvallen op stellingen van de NVA. B-52’s en aanvalsvliegtuigen dropten hun ladingen met precisie, en tijdens de strijd werden tonnen bommen en napalm rond Khe Sanh gedropt. De NVA concentreerden zich vooral op het beschieten van de basis met artillerie en het neerhalen van bevoorradingsvliegtuigen. Aan beide zijden werden snipers ingeschakeld om vijandelijke troepenbewegingen te bemoeilijken.
De andere aanvallen
Terwijl de wereld zijn ogen had gevestigd op het drama dat zich ontvouwde bij Khe Sanh, waren NVA en VC troepen Saigon, Hue en de meeste Zuid-Vietnamese steden binnen aan het trekken. Ze kwamen in kleine groepjes, verkleed als vluchtelingen, boeren, werklui en ARVN soldaten op verlof. In Saigon drongen geleidelijk 5 Noord-Vietnamese bataljons binnen zonder dat ook maar iemand het merkte. De wapens kwamen apart, in bloemenwagens, doodskisten en vrachtwagens die groente en rijst schenen te vervoeren. Er was in Saigon al een groep VC gevestigd die al een grote hoeveelheid wapens binnen had gesmokkeld of veroverd. De enkele gevangen genomen VC strijders werden aangezien voor deserteurs of afgedwaalde vakantiegangers.
Tet was traditioneel een tijd van vrede in de slepende oorlog en zowel Hanoi als Saigon hadden aangegeven dat dat dit jaar niet anders zou zijn, hoewel er onenigheid was over de duur van deze wapenstilstand. De Amerikaanse inlichtingendienst had lucht gekregen dat er iets op handen was door middel van veroverde documenten, maar de staf in Khe Sanh negeerden deze meestal vage berichten. Op aanvraag van generaal Frederick Weyand, de Amerikaanse commandant in Saigon, werden echter enkele bataljons teruggetrokken van hun posities vlakbij de grens met Cambodja. Generaal Weyand stelde zijn troepen in staat van paraatheid maar er waren slechts een paar honderd Amerikaanse troepen in Saigon in de nacht voor de aanval, doordat de Amerikanen de veiligheid van de grote steden grotendeels aan de Zuid-Vietnamezen over lieten. Later beweerde Westmoreland dat hij de aanval had voorzien maar bewijzen tonen dat hij niet was voorbereid op iets dat ook maar in de buurt kwam van de intensiteit van de aanval die volgde, en nog steeds zijn aandacht gericht had op de strijd in Khe Sanh. Op de vroege ochtend van 21 januari, de eerste dag van het Vietnamese nieuwe jaar, vielen NLF en NVA troepen en commando’s praktisch elke grote stad in Zuid-Vietnam en de meeste belangrijke Amerikaanse bases en vliegvelden aan. De eerdere kleine aanvallen bij Pleiku, Quang Nam en Darlac werden door degenen die een aanval bij Tet verwachtten geïnterpreteerd als de hoofdaanval. Zo kwam vrijwel elke aanval compleet bij verrassing. Hele paradas van NVA en VC strijders trokken door de straten van Saigon en Hue, en er werden snelle showrechtszaken en snelle executies gehouden, voor diegenen die sympathiseerden met de Zuid-Vietnamese regering.
In Saigon bliezen 19 VC commando’s een gat in de muren van de Amerikaanse ambassade en de vijf MP’s die het gebouw verdedigden werden overlopen. Twee van hen werden direct vermoord door de op de hoofdingang afgevuurde antitankraketten. De VC zaten vast door aangesnelde Marines en er volgde een lang vuurgevecht tot een helikopter versterking kwam brengen en de strijd direct beslist was in het voordeel van de Amerikanen. Vijf Amerikanen waren gesneuveld, twee Vietnamese burgers en alle negentien VC strijders. Er was weliswaar snel en adequaat gehandeld maar het feit dat de Amerikanen aangevallen waren op hun eigen ambassade was goed voer voor de media. Deze strijd werd symbool voor het gehele Tet-offensief.
Andere groepen NVA/VC strijders vielen het presidentiële paleis in Saigon aan, het radio station, de hoofdkwartieren van de leiders van de ARVN, en 700 man vielen de Tan Son Nhut luchtbasis aan. Hier sneuvelden 23 Amerikanen, er waren er nog eens 85 gewond en 15 vliegtuigen hadden ernstige schade opgelopen. De luchtbasis in Bien Hoa werd aangevallen door 2 bataljons en 20 vliegtuigen werden vernietigd tegenover 170 gesneuvelden. In totaal kwamen er bijna 1200 NVA en VC strijders om het leven in Saigon. Andere VC eenheden vielen de Franse begraafplaats en de racebaan bij Pho Tho aan. De woonwijk Cholon werd praktisch een uitvalsbasis van de NVA en VC. Het duurde nog meer dan een week van intense gevechten voor heel Saigon weer onder Zuid-Vietnamees bewind was. Delen van de stad waren niet meer dan puinhopen door de lange gevechten waarbij ook tanks, vliegtuigen en helikopters waren ingezet. Het radiostation, verschillende industriële gebouwen en een grote hoeveelheid huizen lagen plat. Het duurde weken eer de chaos weer op orde was.
Op 5 februari waren de gevechten in Saigon zelf zo goed als over maar de strijd zette zich nog tot het eind van de maand voort in Cholon. De wijk werd gebombardeerd door vliegtuigen en artillerie maar de NVA en VC bleven volhouden en organiseerden zelfs tegenaanvallen richting bases in Saigon en het Tan Son Nhut vliegveld. Zodra de NVA en VC eindelijk verdreven waren trokken ze naar de omliggende dorpen om daar verder te vechten. Amerikaanse en Zuid-Vietnamese artillerie en vliegtuigen bombardeerden deze dorpen vervolgens, voordat de grondtroepen de dorpen terug veroverden. De NVA en VC bleef deze tactiek herhalen zodat de regering in Saigon zijn eigen versterkte dorpen vernietigde en zich nog verder distantieerde van de plattelandsbevolking. Een maand na het begin van het Tet-offensief waren ongeveer 15.000 burgers om het leven gekomen, en een nieuwe vluchtelingenstroom van 2.000.000 was op gang gekomen. Op andere plaatsen in Zuid-Vietnam was het succes van het Tet-offensief gering. Veel van de aanvallen op provinciale steden en Amerikaanse bases werden gemakkelijk afgeslagen binnen een paar minuten of uren, maar weer op andere plaatsen werd bitter gevochten. In Dalat werd een verdediging georganiseerd door een Zuid-Vietnamese militaire school tegen een geoefend VC bataljon. De VC groeven zich in op de markt en het gevecht duurde tot midden februari, waarbij 200 VC strijders het leven lieten. Ook in steden als Ban Me Thuot, Ben Tre en Kontum versterkten de VC zich in de armere delen van de stad, waarbij ze het uithielden tegen verschillende pogingen hen te verdrijven. De grootste strijd echter vond plaats in Hue.
De boeddhistische crisis had in Hue bittere gevoelens tegenover de regering in Saigon achtergelaten, en binnen een paar uur hadden de vermomde rebellen versterkt door 10 NVA en VC bataljons de hele stad overlopen behalve de hoofdkwartieren van de 3e ARVN divisie en het hoofdkwartier van de Amerikaanse adviseurs. Het belangrijkste doel van de aanval was de Citadel, een oud keizerlijk paleis van ongeveer 2 vierkante kilometer en dikke hoge muren. NVA troepen vielen de citadel aan en hesen de VC vlag op de vroege ochtend van 31 januari. Toen ze de stad eenmaal hadden overlopen en een grote steun onder delen van de bevolking hadden gevonden, begonnen de NVA en VC direct aan een revolutionair programma. Duizenden gevangenen werden vrijgelaten en duizenden sympathisanten van de Zuid-Vietnamese regering werden geëxcecuteerd of verdwenen op mysterieuze wijze.
Nadat Hue eindelijk was heroverd aan het eind van februari vonden Zuid-Vietnamese officieren in de binnenstad massagraven met meer dan 1200 lichamen en later nog meer massagraven buiten de stad. Het totaal aantal gevonden lichamen lag rond de 2500 maar het aantal vermiste burgers na de slag om Hue was bijna 6000. Veel van de slachtoffers waren katholieken die veiligheid zochten in een kerk maar naar buiten waren gehaald en geëxecuteerd. Anderen werden aanvankelijk afgevoerd voor zogenaamde politieke heropvoeding maar werden vermoord toen de Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen te dichtbij kwamen.
Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen trokken de stad binnen en, na bijna 2 dagen van zware gevechten, namen de controle over de oever van de Perfume rivier tegenover de Citadel over. Hue was voor de Vietnamezen een heilige stad en bevatte naast de Citadel nog meer heilige gebouwen. Na een hoop getouwtrek werd besloten toch de posities van de NVA en VC te bombarderen en bestoken met artillerie. De weerstand was zwaar en de Marines de stad in sturen zonder lucht- en artillerie ondersteuning zou te veel levens eisen. De Citadel werd zwaar bestookt door bommen en artillerie. Door de dikke muren kostte het niet veel levens aan de zijde van de NVA en VC maar het dwong ze dekking te zoeken terwijl de Marines en soldaten de oever beneden innamen.
Terwijl de Zuid-Vietnamezen met ondersteuning van Amerika hun weg vochten door de straten van Hue, bereidden de Marines zich voor de Citadel aan te vallen. Op 20 februari gingen Amerikaanse aanvalsteams naar binnen, onder dekking van traangas. De NVA en VC werden teruggedrongen naar de zuidwesthoek van de Citadel en op 23 februari eindelijk overmeesterd. Eindelijk was het Noord-Vietnamese verzet in Hue teruggedrongen tot kleine geïsoleerde groepjes en sniper teams. Toen de Citadel was gevallen trokken de NVA en VC zich terug naar de woonwijken, soms met groepen gevangenen, klaar om geëxecuteerd te worden. Op 25 februari was de slag om Hue gestreden ten koste van 119 mensenlevens aan Amerikaanse zijde, 363 Zuid-Vietnamezen kwamen om, en ongeveer zestien keer zoveel NVA en VC soldaten lieten het leven. Dit enorme verschil in verliezen kwam vooral door het zware gebruik van artillerie en vliegtuigen om de NVA en VC uit hun stellingen te jagen, waardoor ook grote delen van de stad verwoest werden. Als de commandanten hadden besloten de historische gebouwen in Hue te beschermen dan was het dodenaantal en Zuid-Vietnamese en Amerikaanse kant veel hoger geweest. Bijna 1000 Amerikanen raakten gewond tijdens de slag om Hue, en ongeveer 1200 ARVN soldaten. Bijna 120.000 inwoners van Hue hadden geen dak meer boven hun hoofd en van de bijna 6.000 overleden burgers was een groot deel om het leven gekomen bij de bombardementen door vliegtuigen en artillerie. Grote delen van Hue waren nog relatief onbeschadigd, maar na de strijd werd er dagenlang geplunderd door soldaten uit het originele ARVN garnizoen. Hun commandant wordt ervan beschuldigd geweten te hebben van de aanval op Hue, maar hij verdidigt zich door te beweren dat hij bewust de NVA en VC de stad binnen liet trekken om ze in de val te laten lopen.
Nog een week lang werd gevochten in de dorpen buiten Hue, terwijl ook hier de NVA en VC de dorpen net lang genoeg bezaten om vernietigd te worden door bombardementen en artillerie beschietingen. Het dodental onder burgers en het aantal vluchtelingen liep hierdoor nog hoger op.
Hill 881
Op 5 februari, toen de gevechten in Saigon verminderden en de Marines zich voorbereidden op de aanval op de Citadel in Hue, werd in de belegerde basis in Khe Sanh waargenomen dat de vijand zich voorbereidde op een aanval op Hill 881, buiten het hoofdkamp. Intensieve artilleriebeschietingen dreven de NVA uit elkaar maar een tweede geplande aanval op Hill 881 was onopgemerkt gebleven tot er plotseling golven Noord-Vietnamezen de heuvel bestormden. Een half uur lang werd er zwaar gevochten van zeer dichtbij, totdat gerichte artillerie de aanvallers terug kon dringen.
Lang Vei
Twee dagen later werd het kamp van de Green Berets in Lang Vei aangevallen door een aanvalsgroep van de NVA geleid door 10 lichte tanks van Russische makelij. Ondanks een tekort aan antitank munitie werden 3 van de tanks onschadelijk gemaakt voor de NVA het kamp overliepen. Vanwege de grote waarschijnlijkheid van een hinderlaag werd er geen versterking gestuurd en de commandant van de Special Forces, Cpt. Frank Willoughby, besloot zijn troepen de jungle in te leiden en vroeg een artillerie aanval op het kamp aan. Van de 24 Green Berets en 900 Zuid-Vietnamese soldaten hebben slechts 74 man, inclusief Willoughby, Khe Sanh gehaald. De NVA begonnen verdere aanvallen op 17, 18 en 19 februari. De eersten werden gemakkelijk opgerold door artillerie en luchtaanvallen, terwijl de tweede zware gevechten vereisten. Begin april bereikten ontzettingstroepen de basis. Een 1st Cavalty helikopter aanvalsteam landde vlakbij Khe Sanh terwijl Amerikaanse en ARVN troepen NVA posities langs Route 9 bestookten. Op 6 april was Khe Sanh ontzet en vier dagen later werd Lang Vei heroverd. Nog een tijd lang bleven er gevechten plaats vinden rond Khe Sanh maar Giap had de hoop de basis te veroveren al lang opgegeven. Het bevrijden van Khe Sanh was soepel en zonder hevige weerstand verlopen. Hieruit is af te leiden dat het geheel rond Khe Sanh puur erop gericht was de voorbereidingen voor het Tet-offensief in het zuiden te dekken. Op zich is dat waar maar er zijn bewijzen gevonden dat Giap’s plannen bij Khe Sanh een dodelijker doel hadden dan enkel de aandacht van de Amerikanen af te leiden van het zuiden. Halverwege februari was het duidelijk dat de strijd om de steden in het zuiden van Vietnam faalde en de Amerikaanse luchtmacht simpelweg te sterk was.
Lees verder