Literatuur: moderne literatuur van 1945 tot heden

De geschiedenis van de Nederlandse letterkunde heeft sinds de Middeleeuwen een groot aantal ontwikkelingen doorgemaakt. Bij elke literaire periode horen kenmerken en topstukken. In dit artikel is er aandacht voor de moderne letterkunde vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot en met het heden.

Literatuur voor het einde van de Tweede Wereldoorlog.

De geschiedenis van de Nederlandse letterkunde gaat terug tot in de Middeleeuwen. Vanaf dat moment is men namelijk verhalen op gaan schrijven en werden deze niet langer alleen voorgedragen. Allereerst was de literatuur vooral bestemd voor de adel. Daarom wordt het eerste blok van de Middeleeuwse literatuur ook wel de Adellijke letterkunde genoemd. Daarna, rond 1300, was literatuur meer op de burgerij gericht. De naam van dit blok is de Burgerlijke letterkunde. Na het einde van Middeleeuwen nam Nederland de Italiaanse trent ,de renaissance, over in haar kunsten. Allereerst hadden we te maken met de vroeg-renaissance, maar als snel brak er een bloeitijd aan voor de renaissance. Na verloop van tijd, veranderde er weer het een en ander in de literatuur: het classicisme brak aan. Vanaf 1730 veranderde er opnieuw veel, nu zou de literatuur vallen in de categorie verlichting. De verlichting bracht de literatuur naar de romantiek, waarin schrijvers het liefste hun tijd ontvluchtte en met weemoed keken naar het verleden. Vervolgens was het tijd voor het realisme, waarin schrijvers nog steeds zwartgallig waren, maar er was nu ook plaats voor kritiek op de maatschappij. Het antwoord op het realisme kwam vervolgens van de Beweging van Tachtig. Zij vonden dat kunst op zich moest staan en hechtte veel waarde aan objectieve beschrijvingen van dingen. Niet veel later vond men dat kunst een gemeenschapskunst moest zijn en in dienst moest zijn van de maatschappij. Daarna, in het begin van de 20ste eeuw ontstond er een originaliteit drift die resulteerde in het expressionisme en het dadaïsme aan de ene kant en het modernisme aan de andere kant. Na roerige tijden waarin de literatuur overschaduwd werd door oorlog brak uiteindelijk de Beweging van Vijftig door.

Moderne literatuur in de jaren vijftig

Omdat de Tweede Wereldoorlog grote impact heeft gehad op alles zijn er ook grote veranderingen op getreden in de literatuur. In de eerste tijd na de oorlog gingen auteurs verder met schrijver op de vooroorlogse manier maar al snel komt er een omslag. Opmerkelijk is dat veel van de schrijvers die belangrijk waren in de periode voor de oorlog overleden waren na de oorlog. Bekende modernisten als Du Perron en Ter Braak waren op jonge leeftijd overleden in 1940, de een pleegde zelfmoord, de ander stierf aan een hartaanval. Hun invloed is echter niet verdwenen. De tijdschriften Forum en Criterium werden namelijk gewoon nog uitgegeven.

Beweging van Vijftig

In de jaren vijftig komt de Beweging van Vijftig op. Zij zijn qua impact op de letterkunde te vergelijken met de Tachtigers. De Beweging noemt zichzelf vernieuwend en stelt spontane creativiteit voorop. Er is geen scheiding tussen leven en kunst, ze zijn anti-esthetisch en anti-intellectueel. Het zijn vooral dichters en hun poëzie is vooral experimenteel. Dit is te zien aan de volgende kenmerken:

  • Volledige vrijheid in vormgeving ( hoofdletters en leestekens zijn vaak niet aanwezig)
  • Klank is heel belangrijk, er komt veel assonantie en alliteratie voor
  • Beeldspraak wordt autonoom
  • Verbanden binnen het gedicht zijn meer associatief dan causaal
  • Veel politieke betrokkenheid in de gedichten

Verder bouwt de Beweging van Vijftig verder op het avant-gardistische dadaïsme.

Dichters
De bekendste dichters uit de Beweging van Vijftig zijn Lucebert, Gerrit Kouwenaar en Hugo Claus. De auteurs van de Beweging hebben niet samen een literair tijdschrift. Het resultaat van de Beweging van Vijftig is nog altijd merkbaar. Sinds deze tijd is er namelijk een veel grotere vrijheid in taal behandeling en beeldspraak dan voorheen.

Proza na de oorlog

De proza die na de oorlog verschijnt staat bekend onder de naam ontluisterend realisme. Deze stroming wordt rond 1948. Er wordt in de boeken een anti-idealistische visie op mens en maatschappij gegeven en er wordt veel aandacht aan seksualiteit en lichamelijkheid geschonken. Een van de eerste boeken die in deze stijl verscheen was het boek de Avonden van Gerard Reve. De algemene kenmerken van de proza die in deze stijl verschenen is zijn:

  • Hoofdfiguren hebben geen idealen
  • De toon is anti-intellectueel
  • Nadruk ligt op lichamelijkheid en er is een weinig verheven visie op de liefde

Auteurs
De belangrijkste auteurs zijn Reve, W.F. Hermans, Boon en Hugo Claus.

Moderne literatuur in de jaren zestig

Neorealisme

Het woord en beeldgebruik dat in de jaren vijftig terug kwam in de poëzie riep uiteraard een reactie op. Hieruit is het neorealisme geboren. Deze dichters vinden dat ook de werkelijkheid kunst is. Er is geen rangorde tussen kunst en niet-kunst. De persoonlijke ervaring van de kunstenaar is niet van belang. Beeldspraak is niet toegestaan. Al deze kenmerken leveren gedichten op die voor veel mensen niet in de categorie gedicht vallen maar het desondanks zijn.
Tijdschriften en auteurs
Er zijn twee belangrijke tijdschriften in deze tijd. De eerste heet Barbarer en is in handen van Bernlef en K. Schippers. De tweede heet Sivik en is in handen van Armando en Sleutelaar.

Antifictionele en andere proza

Hoewel het realisme dat na de oorlog ontstond nog volop aanwezig is, ontstaat er ook een stijl die vereist dat schrijvers documentaire teksten schrijven. Verder wordt er voortaan andere proza geschreven. Met andere proza wordt simpelweg experimentele proza bedoeld. Een bekende schrijver die dergelijke proza schreef was Sybren Polet die beroemd is geworden met het boek Breekwater.

Moderne literatuur in de jaren zeventig en verder

Moderne poëzie

Vanaf de jaren zeventig worden er verschillende soorten poëzie geschreven. Allereerst verschijnt er veel poëzie waarbij dichters vooral geïnteresseerd lijken door psychische observaties. Gevoelens van de dichter mogen weer het onderwerp van een gedicht zijn. Verder is de toon van deze gedichten van ironisch. Navolgeres van deze stroming zijn Judith Herzberg en Rutger Kopland.
Andere dichters blijven veel waarde hechten aan taal, zoals de Vijftigers dit ook deden. Zijn blijven een fan van autonome poëzie. Een echte dichter die zo schreef was Gerrit Kouwenaar.
Gerrit Komrij produceerde ineens in deze periode een dichtbundel van neoromantische gedichten.

Moderne proza

De drie auteurs die eigenlijk als de belangrijksten gezien worden in deze periode ( en daarvoor en daarna) zijn Reve, Hermans en Mulisch. Al hun werk zijn wel gebaseerd op het realisme en de auteurs staan bekend als de grote drie.

Belangrijk is ook de mimetische proza, proza die alles wil afbeelden zoals het er werkelijk uit ziet. Een klein groepje schrijvers publiceerde het Manifest voor de jaren zeventig. Mensje van Keulen is een van de Zeventigers.
Tegenover de mimetische proza staat de anti-mimetische proza. Deze proza wil niet de werkelijkheid beschrijven zoals hij is. Het hoeft allemaal niet realistisch te zijn. Deze proza wordt geschreven door mensen die naar eigen zeggen lid zijn van de Revisor-groep.

Ook krijgen we te maken met het post-modernisme. Deze term kan op verschillende manieren worden opgevat. Het kan ten eerste gezien worden als reactie op het modernisme. Kunst moet gezien worden als ontsnappingsmogelijkheid uit de restricties van de werkelijke maatschappij. Ten tweede kan men post-modernisme zien als een stroming waarin men beweerd dat er geen objectieve werkelijkheid is die in taal uitgedrukt kan worden. Men kan alleen alles omschrijven. Alles is in deze stroming mogelijk qua literatuur. Er is geen verschil tussen fictie en non-fictie, vroeger en nu.
© 2010 - 2024 Niamh, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Nederlandse literatuurEr wordt een onderscheid gemaakt tussen literatuur en lectuur. Deze verschillen hebben vooral te maken met de schrijfsti…
Het postmodernisme uit de jaren tachtigHet postmodernisme uit de jaren tachtigHet postmodernisme is een van de lastigere stromingen uit de kunst; wat het postmodernisme is laat zich niet makkelijk o…
Harry Mulisch, één van Nederlands grootste auteursHarry Mulisch (1927 - 2010) geldt als één van de belangrijkste naoorlogse schrijvers en wordt gerekend tot de 'Grote Dri…
Het anagram in de literatuurHet eeuwenoude anagram lijkt de laatste decennia steeds populairder te worden in de literatuur: het komt voor in de Harr…

De oorsprong van het woord ‘fuck’De negatieve bijklank die het woord ‘fuck’ in het Engels heeft is in de loop van de afgelopen jaren flink afgenomen zoda…
Literatuur: Tachtigers, jaren 90, avant-garde en modernismeDe geschiedenis van de Nederlandse letterkunde heeft sinds de Middeleeuwen een groot aantal ontwikkelingen doorgemaakt.…
Bronnen en referenties
  • Inleiding letterkunde: literatuurgeschiedenis, open universiteit
Niamh (113 artikelen)
Gepubliceerd: 03-04-2010
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Taal
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.