Aletta Jacobs: eerste studente & arts
De naam Aletta Jacobs doet bij velen een belletje rinkelen, het was namelijk een belangrijke historische dame. Maar wat heeft zij nu precies betekend voor Nederland of in het geval van Aletta kunnen we beter zeggen; wat heeft zij allemaal betekend voor de vrouwen in Nederland? Aletta was verschillende malen in Nederland namelijk "de eerste vrouw die....." Maar haar belangrijkste "overwinning" was wel dat zij het voor het elkaar kreeg dat vrouwen in Nederland als mens werden gezien.
Inhoud
De familie Jacobs
Op 9 februari 1854 kwam in de plaats Sappemeer, Aletta Jacobs ter wereld. Ze was het achtste kind wat werd geboren in het Joodse gezin van Abraham Jacobs en Anna de Jongh. De vader van Aletta was huisarts en dit heeft Aletta vermoedelijk geïnspireerd om de de eerste vrouwelijke studente én arts van Nederland te worden. Daarnaast streed zij voor het vrouwenkiesrecht en was zij tijdens haar leven de bekendste feministe van ons land. Aletta Jacobs is overleden op 10 augustus 1929 in Baarn.
De zussen van Aletta
Niet alleen Aletta deed baanbrekend werk op het gebied van de rechten van de vrouw, ook haar zussen deden hier volop aan mee. De oudere zus Charlotte werd namelijk de eerste vrouwelijke apotheker van Nederland en de jongere zus Frederika deed als eerste vrouw in Nederland middelbaar examen in wiskunde en boekhouden. Hieruit blijkt wel dat Aletta zeer vooruitstrevende ouders had. Ondanks dat het gezin acht kinderen had, kregen alle kinderen de kans om te studeren inclusief hun dochters en dat was voor die tijd heel bijzonder. Vrouwen waren namelijk voorbestemd om hun leven als huisvrouw te slijten en naar school gaan hoorden daar niet bij.
Aletta groeit op
Aletta was als kind al enorm leergierig. Dit bleek ook wel uit het feit dat ze altijd tegen haar vader zei dat zij ook arts wilde worden. Haar vader had geen idee wat hij met haar wens aan moest, er waren namelijk geen vrouwelijke artsen en studeren was voor vrouwen ook niet toegestaan. Toen Aletta na een aantal weken al de brui gaf aan de jonge damesschool, besloot haar vader dat ze dan maar thuis les moest krijgen. Bij haar ouders thuis ontmoette Aletta een vriend van haar vader. Dit was de vooruitstrevende hygiënist Levy Ali Cohen, hij was het die Aletta aanraadde om haar apothekersexamen te doen. Dit advies volgde ze op en ze slaagde voor haar examen in juli 1870.
Aletta Jacobs wil studeren
Voor vrouwen is het tegenwoordig niet meer voor te stellen dat je iets niet mag, alleen om het feit dat je vrouw bent, maar in de tijd van Aletta was dit meer regel dan uitzondering. Maar Aletta had haar zinnen gezet op het volgen van een studie en zo zou het ook gaan gebeuren.
Toegang tot de universiteit
Wilde je vroeger toegang krijgen tot de universiteit dan moest je een zogenaamd admissie-examen afleggen. Aletta kreeg een kans om voor dit examen te studeren aan de Hoogere Burgerschool in Sappemeer.
In diezelfde periode verleenden de liberale minister-president Thorbecke een opvallende gunst aan een jongeman, die net als Aletta het leerling apothekersdiploma bezat. Hij gaf de beste man vrijstelling voor het admissie-examen en direct toegang tot de universiteit. Dit opende nieuwe deuren voor Aletta! Zonder iemand hiervan op de hoogte te brengen stuurde Aletta minister-president Thorbecke een brief waarin ze hem vroeg haar dezelfde vrijstelling te verlenen. Thorbecke reageerde op haar brief en vroeg onder andere naar haar leeftijd en motivatie, dit deed hij wel via Aletta's vader omdat dat gebruikelijk was in die tijd. Na enige tijd met elkaar geschreven te hebben kwam het verlossende antwoord. Aletta Jacobs kreeg vrijstelling voor het admissie-examen en mocht een jaar gaan proefstuderen aan de universiteit. Na dat jaar zou men definitief beslissen.
Aletta was niet de eerste vrouwelijke student aan een universiteit in Nederland, dit was namelijk Anna Maria Schurman. Zij volgde in 1636 vanachter een gordijn, zodat haar mannelijke medestudenten haar niet zouden zien, colleges in Utrecht. Maar Aletta was wel de eerste officiële vrouwelijke student aan een universiteit en ook de eerste vrouw die afstudeerde. /
Bron: Anna Maria van Schurman (1607-1678), Wikimedia Commons (Publiek domein) Aan de studie
Op 20 april 1871 was het het zover, Aletta betrad als student de Groningse Universiteit. Directeur Rensen van de universiteit was na de toestemming van Thorbecke zonder slag of stoot akkoord gegaan met de proefperiode van Aletta. Aletta schreef hier het volgende over: "nergens was bepaald dat meisjes niet als toehoorders mochten worden aangenomen. Met Thorbecke als minister durfde hij (directeur Rensen) het gerust te wagen." Dat Aletta was toegelaten en rond liep op de universiteit was voor iedereen behoorlijk wennen. In Groningen zelf overheerste de welbekende Groningse nuchterheid maar in de rest van het land werd Aletta in tijdschriften en kranten bespot en belachelijk gemaakt. Dit had zijn weerslag op de familie en vooral sommigen broers van Aletta hadden het zwaar te voortduren. Een broer vond het zelfs zo zwaar dat hij zijn zus, Aletta, zelfs openlijk dood verklaarde. Aletta vond dit uiteraard verschrikkelijk maar zette door om de studie te volgen die ze haar hele leven al had willen doen.
Plotseling bereikte Aletta het bericht dat Thorbecke stervende zou zijn. Of zijn opvolger ook positief stond tegenover studerende vrouwen was nog maar de vraag. Aletta legde in aller haast een paar tentamens af en stuurde de positieven resultaten naar de stervende minister-president met het verzoek om zijn definitieve toestemming voor haar toelating aan de universiteit. En die kwam! Aletta schreef hier het volgende over: "Twee dagen na Thorbecke's dood, 5 Juni 1872, ontving ik de in rouwrand vervatte toestemming. Zij was gedateerd 30 Mei 1872, en in een begeleidend schrijven werd mij medegedeeld, dat het verlenen van dit verlof behoord had tot 's Ministers laatste ambtsbezigheden." Met haar officiële toestemming op zak studeerde Aletta verder en met succes. Op 23 april 1874 legde zij het kandidaatsexamen af en in 1878 slaagde zij voor haar artsexamen.
Op 3 april 1878 was Aletta officieel de eerste vrouwelijke arts in Nederland. Maar Aletta wist dat ze meer kon en wilde graag promoveren. In 1879 behaalde ze haar promotie met haar proefschrift over: "localisatie van physiologische en pathologische verschijnselen in de groote hersenen."
Londen
Na haar promotie wilde Aletta heel graag ervaring opdoen in een ziekenhuis, maar weer liep ze tegen de beperkingen voor vrouwen in Nederland aan. Geen ziekenhuis wilde haar hebben. Uiteindelijk mocht ze meelopen bij een ziekenhuis in Londen en vertrok naar Engeland. Aangekomen in Londen kwam ze al vrij snel in contact met een groep vrouwelijke artsen die gestudeerd hadden aan de London School of Medicine for Woman. Deze vrouwen hadden allemaal een sterke mening over vrouwenkiesrecht en Aletta kwam hier mee in aanraking. Met deze nieuwe inzichten raakte Aletta er van overtuigd dat geboortebeperking de oplossing was voor de socialen problemen waar Nederland mee had te kampen in de 19e eeuw.
Na haar stage in het Londense ziekenhuis keerde Aletta terug naar Nederland en begon een artsenpraktijk voor vrouwen aan de Herengracht in Amsterdam. Ook als arts in haar eigen praktijk kreeg Aletta nog volop te maken met de vooroordelen van een vrouwelijke arts. Ooit kwam een echtgenoot klagen over de rekening nadat Aletta zijn vrouw had behandeld. Zijn klacht was dat haar rekening net zo hoog was als die van een mannelijke arts. Aletta schijnt hem daarop het volgende antwoord te hebben gegeven: "Hebt u dan, toen mevrouw Uw echtgenoote inderdaad ernstig ziek was, minderwaadige en goedkoope hulp voor haar gezocht? Ik vermoed, dat het U in de eerste plaats om goede hulp te doen was". Enkele dagen later werd de rekening alsnog betaald.
Voorbehoedsmiddelen en vrouwenkiesrecht
Aletta heeft zich veertien jaar lang, iedere week, twee keer per week bezig gehouden met het behandelen van de armen vrouwen uit de Amsterdamse Jordaan. Het was Aletta opgevallen dat vele opeenvolgende zwangerschappen, wat vooral bij de armere vrouwen veel voorkwam, een vrouwenlichaam volledig konden uitputten. Dankzij haar vooruitstrevende studies was Aletta via de Duitse arts Mensinga in het bezit gekomen van een pessarium. Deze werd in die tijd gebruikt om een gekantelde baarmoeder te ondersteunen. Aletta ontdekte dat dit pessarium ook voor geboortebeperking gebruikt kon worden. In diezelfde periode werd Aletta ook lid van de Nieuw-Malthusiaanse Bond die voor geboortebeperking streed. Dit leverde Aletta een storm van kritiek op.
Mede dankzij de meningen van de dames die zij in Londen had ontmoet en door de storm van kritiek die zij in Nederland ontving besloot Aletta zich vanaf de 20e eeuw ook in te zetten voor het vrouwenkiesrecht. Aletta had ook hier goed haar huiswerk gedaan en diende een verzoek in om op de stemlijst voor de gemeente Amsterdam geplaatst te worden. Aletta dacht dat dit geen probleem moest zijn omdat er in de wet alleen werd gesproken over Nederlanders en ingezetenen die zich verkiesbaar mochten stellen, er werd niet expliciet vermeld dat het iemand van het mannelijke geslacht moest zijn. En met haar baan als arts voldeed ze ook aan de inkomensnorm die er gesteld werd aan het stemrecht. Toch werd haar verzoek tot drie keer toe afgewezen. Vervolgens werd de wet veranderd, er werd nu wel vermeld dat alleen mannen stemrecht hadden. Vervolgens werd Aletta in 1903 voorzitter van de Vereniging van Vrouwenkiesrecht en ze bleef dit ook tot de invoering van het vrouwenkiesrecht in 1917.
Bijzondere daden van Aletta Jacobs
Carel Victor Gerritsen (1850-1905) /
Bron: DBNL
Zoals in de inleiding gezegd, was Aletta niet alleen de eerste vrouwelijke studente en arts, maar sowieso een vrouw die in veel dingen de eerste was. In 1884 ging ze een "vrij huwelijk" aan met de radicaal liberale en feministische politicus Carel Victor Gerritsen. Uiteindelijk trouwden ze alsnog in 1892 omdat ze graag kinderen wilden en zonder huwelijk zou hun kind sowieso onwettig zijn. Tijdens de huwelijksceremonie moest Aletta, net als alle vrouwen in die tijd, de gelofte van gehoorzaamheid afleggen. Dit deed ze uiteindelijk wel, maar pas na fel protest. Het stel kreeg uiteindelijk één kind, wat op de dag van de geboorte direct overleed. Alette gaf de schuld hiervan aan onzorgvuldig medisch handelen. Helaas overleed ook haar geliefde Carel al snel na een lang ziekbed in in 1905.
Zitgelegenheid tijdens de werkdag
Gedurende de jaren dat Aletta vrouwen ontving in haar praktijk begon het haar op te vallen dat vele winkelmeisjes last hadden van dezelfde terugkerende klachten. Een winkelmeisje werkte in die tijd (1886) van acht uur 's morgens tot elf uur 's avonds, dus zo'n 15 uur per dag met maar een paar korte pauzes. Tevens was het de winkelmeisjes niet toegestaan om te gaan zitten tijdens het werk omdat ze letterlijk klaar moesten staan voor als er een klant binnen zou komen. Medisch en sociaal natuurlijk volledig onverantwoord maar wettelijk toegestaan. Aletta schreef er het volgende over: "En bijna bleek altijd na onderzoek, dat zij leden aan gynaecologische afwijkingen, waarvan ik de oorzaak slechts kon toeschrijven aan het feit, dat deze jonge vrouwen uren en uren achtereen en elken dag weder opnieuw moesten stáán."
Aletta besloot actie te ondernemen en in in januari 1984 publiceerde ze een oproep aan de vrouwen in Nederland om zitgelegenheid voor de winkeljuffrouw te verlangen. Daarnaast gaf ze het advies aan de klanten om de winkel voortaan te mijden als hier geen gehoor aan werd gegeven. Een kleine bom ontplofte en er barstte een nationale discussie los. De mannelijke artsen waren tegen Aletta en haar ideeën maar in de tussentijd waren er behoorlijk wat vrouwencomité's die juist voor waren. In 1902 werd uiteindelijk een wet aangenomen die een zitgelegenheid voor de winkeljuffrouw verplicht stelde.
dr. Aletta Jacobs met de Hollandse delegatie op het congres van de Wereldbond voor vrouwenkiesrecht in 1913 in Budapest /
Bron: Isgeschiedenis.nlOorlog en vrede
In 1911 en 1912 reisde Aletta samen met Carrie Chapman Catt over verschillende continenten om het belang van vrouwenkiesrecht te benadrukken en om de internationale banden tussen vrouwengroepen te verstevigen. Zo groeide langzamerhand de steun voor het vrouwenkiesrecht en ze durfden met een optimistische blik naar de toekomst te kijken.
Voor het jaar 1914 stond het achtste congres van de Wereldbond voor vrouwenkiesrecht gepland in Berlijn. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ging het congres echter niet door. Er werd een alternatief congres georganiseerd in Den Haag en mede op initiatief van Aletta zou het onderwerp van dit congres niet het vrouwenkiesrecht zijn maar het belang van vrede.
Honderden vrouwen uit neutrale en oorlogvoerenden landen waren aanwezig. De vrouwen die door hun regering waren gedwongen om thuis te blijven volgden de berichtgeving over het congres op de voet. Er werd vergaderd over een methode waarmee een einde aan de oorlog gemaakt zou kunnen worden en om een structuur voor een vreedzame samenleving te vinden.
Het congres kan gerust een succes genoemd worden. Petities werden opgesteld en aangeboden aan de regeringen van de neutrale en oorlogvoerenden landen. Zo ontstond er razendsnel een internationaal netwerk dat maar één doel voor ogen had: vrede. Het congres richtte diversen kleine comités op, vaak bestaande uit maar twee vrouwen, die een regering bezochten. Aletta Jacobs vormde een comité samen met de Amerikaanse Jane Addams. Jane zou later de Nobelprijs voor de vrede voor dit werk ontvangen.
Women's International League for Peace and Freedom
Na het congres reisde Aletta naar Amerika om met president Woodrow Wilson te spreken. Vervolgens werd de de Women's International League for Peace and Freedom (WILPF) opgericht die heden dagen nog steeds bestaat. Samen met de vrouwen die streden voor het kiesrecht besloot Aletta zich ook in te zetten voor het bevorderen van de wereldvrede. Zij schreef hierover: "Ik ben het met Bertha von Suttner eens, alleen door invoering van het vrouwenkiesrecht in alle landen, kan aan de onmenschelijke oorlogen een einde gemaakt worden. Vrouwen medezeggenschap geven in de Parlementen is het eenige geneesmiddel voor deze kwaal..."
Nalatenschap
Uiteindelijk heeft Aletta nog meegemaakt dat het vrouwenkiesrecht werd ingevoerd. Maar tot haar grote teleurstelling werd ze nooit gekozen tot volksvertegenwoordiger. Toen ze de leeftijd van 70 jaar bereikte kon ze tevreden terug kijken op haar leven, ze had een hoop van haar andere idealen wel verwezenlijkt; de vrouwen hadden eindelijk kiesrecht, de winkeljuffrouwen mochten zitten tijdens hun lange werkdagen en ze had een persoonlijke bijdrage geleverd aan seksuele voorlichting en aan de wereldvrede. Wel hadden al die zware jaren van haar leven zijn sporen bij haar nagelaten. Aletta stierf op 10 augustus 1929 op een leeftijd van 75 jaar.
Ondanks al haar inzet voor de vrouwen in Nederland en haar andere bijzondere daden heeft Aletta nooit een officiële onderscheiding gekregen van de Nederlandse staat. Later begon het besef meer en te komen dat Aletta heel belangrijk voor de Nederlandse geschiedenis is geweest en zijn er diversen straten en instituten naar haar vernoemd.
Vooruitstrevend tot na haar dood
Zelfs na haar dood was Aletta nog vooruitstrevend. Ze had namelijk op 30 maart 1924, op haar eigen briefpapier, haar laatste wil opgeschreven. Aangezien deze laatste wilsbeschikking was ondertekend moest deze gerespecteerd worden. Aletta Jacobs wilde na haar dood graag gecremeerd worden. Aletta werd uiteindelijk gecremeerd in het eerste en enige crematorium van Nederland: Begraafplaats en Crematorium Westerveld in Driehuis. Hier is ook haar originele laatste wilsbeschikking te vinden.
Lees verder