Mary Stuart, koningin der Schotten
Het leven van Mary Stuart was zowel tragisch als boeiend. Ze werd reeds als baby tot koningin gekroond, trouwde drie keer, maar kreeg slechts één kind. Ze werd door tijdgenoten omschreven als een lange, sierlijke en mooie vrouw. Ze bracht negentien jaar van haar leven in gevangenschap door. Mary Stuart wordt soms verward met Bloody Mary, maar dat was Mary Tudor, een tijdgenoot van haar.
Mary Stuart's jeugd
Mary werd geboren op 8 december 1542 op het paleis van Linlithgow als enig wettig kind van James V. Haar vader overleed zes dagen na haar geboorte en zo kwam het dat ze als baby van negen dagen oud gekroond werd tot koningin van Schotland. Haar moeder Maria van Guise werd aangesteld als regent totdat Mary oud genoeg zou zijn om zelf te regeren. Het land kreeg vele aanvallen te verduren en daarom stuurde Maria haar dochter voor haar veiligheid naar Frankrijk (haar thuisland) kort na haar vijfde verjaardag. Hier werd ze opgevoed aan het Franse hof en de Franse koning was dol op het kind. Ze leerde aan het Franse hof Frans, Latijn, Grieks, Italiaans en Spaans. Ze kreeg er een katholieke opvoeding en ook zingen, dansen en luit spelen werden onderwezen. Wanneer Mary zeven is, komt haar moeder haar opzoeken. Dat is de laatste keer dat ze elkaar zien. Op haar vijftiende werd Mary uitgehuwelijkt aan haar speelkameraadje, de twee jaar jongere lichamelijk en geestelijk zwakke Francis, de zoon van koning Henri II van Frankrijk. Na de dood van Mary Tudor (Bloody Mary) verklaarde koning Henri II dat zijn schoondochter de rechtmatige koningin van Engeland was. Dit tot grote woede van Elizabeth, die zichzelf reeds de troon had toegeëigend.
Koningin van Frankrijk
In 1559 stierf Henri II en werd Mary koningin van Frankrijk. Dit was echter van korte duur want Francis overleed aan een abces in de hersenen en Mary werd hierdoor weduwe op haar negentiende. Ze was zeer verdrietig na het overlijden van haar echtgenoot. Uitgeput van het waken aan zijn ziekbed, maakte ze zichzelf letterlijk ziek van verdriet. Het huwelijk werd gezien het vele ziek zijn en de jonge leeftijd van Francis waarschijnlijk nooit geconsumeerd. Wanneer kort daarna ook haar moeder overlijdt, besluit ze om terug te keren naar Schotland.
Tweede huwelijk
In Schotland deed Mary veel moeite om de lasten van de armen te verlichten. Dit maakt haar geliefd bij de gewone mensen, maar de adel had meer moeite met haar. Mary werd verliefd op haar neef Henry Stuart en ze trouwden op 29 juli 1565 zonder dispensatie van Rome (ze waren neef en nicht) en zonder goedkeuring van de Engelse koningin Elisabeth. Mary werd al snel zwanger. Het huwelijk was teleurstellend. Henry blijkt niet de man die Mary dacht dat hij was, hij kan haar niet helpen met het vervullen van haar officiële taken en wil meer macht dan zij hem wil geven. Ze richtte haar genegenheid hierdoor op een Italiaanse zanger, David Riccio. Hij werd haar persoonlijke secretaris en er ontstond een hechte platonische vriendschap. Met hem besprak ze haar verantwoordelijkheden. Henry was zeer jaloers op de vriendschap en op een avond stak hij David in een dronken bui dood voor de ogen van zijn zes maanden zwangere vrouw. Mary bevalt drie maanden later van haar zoon James maar vergeeft haar man zijn daad niet. Uit wraak zocht ze contact met de graaf van Bothwell, die een gruwelijke hekel had aan haar man. Henry werd gewurgd door de graaf.
Derde huwelijk
Drie maanden na het overlijden van Henry trouwde de zwangere Mary met de graaf van Bothwell. Ze was op dat moment opnieuw in verwachting van Henry, haar tweede echtgenoot. Het huwelijk is een grote fout want het volk pikt het niet dat zij trouwt met de moordenaar van haar echtgenoot. Het volk komt in opstand. Er breken gevechten uit en Mary wordt vanwege het gevaar voor haar leven van het ene kasteel naar het andere vervoerd. Ze kreeg hierbij een miskraam en uiteindelijk werd ze gedwongen af te treden ten gunste van haar zoon (1 juli 1567).
Vlucht naar Engeland
Nadat haar zoon haar was opgevolgd, vluchtte Mary naar Engeland. Daar zat Elizabeth nog steeds op de troon. Elizabeth was niet blij met de komst van Mary. De Engelse koningin (bang voor haar positie), wilde immers al lang van Mary af en had zelfs haar vijanden geldelijk ondersteund. Iets waarvan Mary niet op de hoogte was. Mary werd gevangen gezet en bleef negentien jaar lang de gevangene van Elizabeth, ofschoon de twee koninginnen elkaar nooit hebben ontmoet. Haar derde echtgenoot zag ze nooit meer. Hij stierf in 1578 in gevangenschap in Denemarken. In 1586 beraamde ze een complot om Elizabeth van de troon te stoten en zelf de macht te grijpen (de samenzwering van Babington). Dit mislukte en op 8 februari 1587 werd Mary naar het schavot gebracht. De eerste klap van de bijl sneed slechts de achterkant van haar hoofd af, waarna ze “Sweet Jezus” fluisterde. De tweede klap maakte uiteindelijk een einde aan haar leven.
Na haar dood
Na de dood van Mary wordt ze door de Schotten, die haar eerder zo veroordeelden gezien als een heldin en een martelaar. Wanneer haar zoon zestien jaar later koning van Engeland en Schotland is geworden, verhuist hij haar lichaam naar Westminster Abbey in Londen en bouwt hij een graf voor haar wat met het graf van Elizabeth kan wedijveren.