Hans Christian Andersen (1805-1875): dé sprookjesschrijver
Het leven zelf is geen sprookje, maar sprookjes horen wel bij het leven. Wie is er niet mee groot geworden? Als kind werd je vast door je ouders of grootouders voorgelezen uit een mooi sprookjesboek. De titels "Het lelijke eendje", "De prinses op de erwt", "De kleine zeemeermin" en ''Het meisje met de zwavelstokjes" zijn een aantal erg bekende sprookjes. Maar door wie werden deze sprookjes eigenlijk geschreven?
Inhoud
Sprookjes
Een sprookje is oorspronkelijk een volksverhaal dat (mondeling) werd (door)verteld. Eigenlijk ging het van generatie op generatie. Het woord sprookje komt van het middeleeuwse woord 'sproke". Dit betekent verhaal of vertelling. Deze vertelvorm was populair in de 14e en het begin van de 15e eeuw
Magie en fantasie
In sprookjes is sprake van magie en fantasie. De personages is sprookjes zijn veelal: sprekende dieren, stiefmoeders, heksen, koningen en koninginnen, prinsen en prinsessen, elfjes of kabouters. Sprookjes behoren tot een oude orale traditie, het speelt zich af op een onbepaalde plaats en in een onbepaald verleden. Een sprookje is eigenlijk niet zomaar iets, vroeger bevatte het een zedenles of diepere wijsheid, tegenwoordig zijn sprookjes juist kinderverhalen met levenslessen.
Soorten sprookjes
Er zijn verschillende soorten sprookjes. Hierbij valt te denken aan:
- diersprookje: hierin spelen dieren de hoofdrol. Zij kunnen praten en gedragen zich als mensen.
- bruidverwervingssprookje: in dit soort sprookjes trouwt de held/heldin met zijn of haar prinses/prins.
- moderne sprookje: is gericht op deze tijd en huidige maatschappij
- realistische sprookje: hierin is geen sprake van toverij of wonderen die worden verricht
- volkssprookjes: deze sprookjes zijn, zoals het woord al zegt, door het volk bedacht. Ze gaan over het volk en worden door het volk aan het andere volk doorverteld.
- kunstsprookjes: deze sprookjes bestaan niet echt en zijn door een schrijver bedacht.
Een schrijver van kunstsprookjes is bijvoorbeeld Hans Christian Andersen.
Hans Christian Andersen
Op 2 april 1805 werd in
Odense (Denemarken), een klein jongetje geboren. Zijn naam was Hans Christian Andersen. Op de dag van zijn geboorte werd hij thuis ook al gedoopt. De ouders waren Hans Andersen Sr. en Anne Marie Andersdatter. Zijn vader doorliep de basisschool en maakte Hans Christian bekend met literatuur. Hij liet hem
Arabian Nights lezen. Hij was schoenmaker in Odense en overleed toen Hans Christian nog maar 11 jaar oud was. Zijn moeder volgde geen onderwijs en heeft een moeilijke jeugd gehad. Na het overlijden van haar man werkte ze als wasvrouw. In 1818 hertrouwde ze.
Zijn ontwikkeling
Nadat zijn moeder hertrouwde, werd Hans Christian naar een school voor arme kinderen gestuurd en moest hij in zijn eigen levensonderhoud voorzien. Hij werkte als leerling voor een wever en kleermaker. Op veertienjarige leeftijd vertrok hij naar
Kopenhagen. Hij wilde daar werk als acteur vinden. Doordat hij een goede sopraanstem had, werd hij tot het Koninklijk Deens Theater toegelaten. Maar zijn stem veranderde al snel, waardoor hij niet bij het theater kon blijven. Naast zingen hield hij van dansen en acteren, maar hiervoor had hij niet genoeg talent. Doordat een collega van het Koninklijke Deense Theater hem zei dat hij wel iets weg had van een dichter, begon hij zich - ondanks zijn
dyslexie - op het schrijven te focussen.
Zijn schooltijd
De directeur van het Koninklijk Deense Theater, Jonas Collin, voelde genegenheid voor Hans Christian en liet hem naar scholen in
Slagelse en
Helsingør gaan. Later zelfs naar het gymnasium. Op deze laatste school had hij niet zo'n leuke tijd, hij werd namelijk door zowel leerlingen als leraren erg veel gepest. Hij heeft zelfs een poos bij zijn schoolmeester in huis gewoond. Hier werd hij - onder het mom van het verbeteren van zijn karakter - mishandeld. Hij was een erg stil en verlegen jongetje. Volgens eigen zeggen heeft die tijd op school hem juist erg aangemoedigd om te gaan schrijven en hierdoor niet in een depressie terecht te komen.
Zijn werken
Hans Christian Andersen heeft veel werken op zijn naam staan:
- In 1822 publiceerde hij zijn eerste verhaal, The Ghost op Palnatoke 's Grave.
- in 1827 debuteerde hij met het gedicht Det døende Barn (Het stervende kind).
- In 1835 werd, na een studiereis door Europa, zijn roman Improvisatoren (De improvisator) uitgebracht. Deze roman was zowel een autobiografie als een beschrijving van Italië.
- In datzelfde jaar werd zijn eerste Eventyr, fortalt for Børn (Sprookjes aan kinderen verteld) uitgegeven. Dit waren de traditionele sprookjes die hij in gemakkelijkere kindertaal heeft hergeschreven.
Later schreef hij de zelf bedachte sprookjes die we nu allemaal kennen. Zijn laatste sprookje komt uit 1872.
Naast sprookjes schreef hij ook romans en drama's. Ook was hij een muziekliefhebber en werkte nauw samen met diverse componisten. Zelfs na zijn dood bleef en blijft hij componisten inspireren. Er zijn diverse opera's en balletten op zijn sprookjes gebaseerd. Hij schreef in totaal 156 sprookjes, die in meerdere talen werden vertaald.
Overlijden
Op 4 augustus 1875 overleed hij. Vanaf het moment dat hij in het voorjaar van 1872 uit bed viel en daardoor ernstig gewond raakte, is hij nooit meer de oude geworden. Al met al heeft hij na die val nog een aantal jaren geleefd. Zijn lichaam werd bijgezet op het kerkhof
Assistens Kirkegård in Kopenhagen.
Bron: ©ottergraafjes Bezienswaardigheden
In Denemarken zijn een aantal bezienswaardigheden voor diegene die het leuk vindt om meer over Hans Christian Andersen te weten te komen.
- In Odense kan men naar het Hans Christian Andersen museum. Hier kun je onder andere zien waar hij heeft gewoond.
- In Kopenhagen is het Hans Christian Andersen sprookjeshuis. Hier worden diverse sprookjes nagebootst.