Hannie Schaft - een heldin in het verzet
Tussen 374 slachtoffers ligt op Erebegraafplaats Bloemendaal een dapper meisje begraven, dat stierf op 24-jarige leeftijd. Een meisje waar na haar dood boeken over zijn geschreven en zelfs een film over is uitgebracht. Het meisje stond bekend als ‘het meisje met de rode haren’ en als ‘Hannie Schaft’. Op 16 oktober 1920 geboren in Haarlem als Jannetje Johanna Schaft, en op 17 april 1945 als heldin in Bloemendaal gestorven, vermoord door SD-ers, drie weken voor het einde van de oorlog.
Het leven voor de oorlog:
Jannetje Schaft (roepnaam ‘Jo’) werd geboren in Haarlem uit het huwelijk tussen leraar Pieter Schaft en Aafje Talea. Jo volgde de HBS en stond daar bekend als een schuw meisje dat weinig contact had met medeleerlingen, maar uit haar huiswerk bleek wel dat ze een groot gevoel had voor recht en humaniteit. Haar ideaal was op kinderrechter te worden en dus ging ze rechten studeren in 1938. Tijdens haar studie raakte ze bevriend met Philine Polak en Sonja Frenk, twee joodse studenten. Later zouden deze twee vrienden bij haar ouders ondergedoken zijn. Door deze twee personen raakte Jo persoonlijk betrokken bij de joodse discriminatie.
Begin van de oorlog:
Toen de Duitsers Nederland overvielen en bezetten, veranderde het leven van Jo Schaft drastisch. Ze weigerde een loyaliteitsverklaring te tekenen en stopte vervolgens in 1940 met haar studie. In haar studietijd was ze begonnen met het helpen van onderduikers: het rondbrengen van illegaal verkregen bonkaarten, het stelen van persoonsbewijzen en ze bood hulp aan vrouwen van gearresteerde landgenoten. Eenmaal thuis bij haar ouders zocht ze contact met het Haarlemse Verzet: de Raad van Verzet (RVV). De RVV was een harde verzetsgroep die bekend stond om haar gewapende acties. Jo nam de schuilnaam ‘Hannie’ aan en al snel werd haar bijnaam ‘Het meisje met de rode haren’.
Het Verzet:
Hannie had drie belangrijke personen waarmee ze omging binnen het verzet: de zusters Truus en Freddy Oversteeg en de man die haar geliefde werd: Jan Bonekamp. Samen pleegden ze aanslagen op Duitser, collaborateurs, en landverraders. In 1944 pleegden liquideerden ze in Heemstede bijvoorbeeld banketbakker en NSB’er Piet Faber. Op 21 juni 1944 pleegden ze een succesvolle aanslag op W.M. Ragut, een foute politiechef. Jan Bonekamp werd hierbij in zijn buik geschoten. Het verhaal gaat, dat hij naar een willekeurig huis is gestrompeld en dat twee dames voor hem de politie hebben gebeld. Daar heeft hij in vertrouwen, hij wist dat hij stervende was, zijn verhaal aan een verzetsverpleegster verteld (niet aan de politie, die was niet te vertrouwen wist Jan), daarbij heeft hij Hannie’s naam genoemd. De volgende ochtend bleek dat de verpleegster toch niet te vertrouwen was. De SD doorzocht het huis en arresteerde de ouders van Hannie, die naar kamp Vught werden gestuurd. Hannie woonde al niet meer thuis. Hannie was stuk van het verlies van haar geliefde, en van de arrestatie van haar ouders. Dit uitte zich, door zich nog heviger in te zetten voor het verzet. Ze verfde haar haar, zodat het niet meer opvallend rood was, en pleegde samen met de gezusters Truus en Freddy nog vele succesvolle en minder succesvolle liquidaties. Hannie legde het aan met Duitse soldaten sprak vloeiend Duits, wat resulteerde dat ze ook vanuit het verzet niet door iedereen meer vertrouwd werd. Maar ondertussen bleef ze goed werk verzetten.
Arrestatie:
Hannie werd, vermoeid door haar gestreden strijd, op 21 maart 1945 bij een Duitse wapencontrole Haarlem opgepakt, toen zij daar op de fiets met de illegale Waarheid en een revolver in haar tas passeerde. Op het politiebureau ontdekte de Duitsers met wie ze te maken hadden. Hannie werd verdacht van 5 moorden en aanslagen. Ze werd overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam. Een moedige poging van Truus Oversteeg om haar te bevrijdde, mislukte. In deze tijd (het einde van de oorlog) was er afgesproken tussen de Binnenlandse Strijdkrachten en de Bezetters om niemand meer te vermoorden, en zeker geen vrouwen. Hannie leek dus gered.
Hannie’s dood:
Op 17 april 1945, drie weken voor het einde van de oorlog, komen en een aantal mannen de cel van Hannie binnen. Het is een groepje SD’ers en rechercheur Maarten Kuiper, een beruchte NSD’er. Ze namen haar mee, en brachten haar naar de duinen nabij Bloemendaal. Daar wordt een poging gedaan haar te vermoorden. In eerste instantie lukt dit niet, en komt Hannie er vanaf met alleen een schampschot. Vervolgens spreekt ze haar laatste, beroemde woorden uit: ‘Ik schiet beter!’. Maarten Kuiper schiet dan zijn machinegeweer op haar leeg, en dat overleeft ze helaas niet.
© 2008 - 2024 Ilsebo, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hannie Schaft (1920-1945)"Ik schiet beter" zouden de laatste woorden zijn geweest van Hannie Schaft, vlak voor ze werd gefusilleerd door de Duits…
Hannie Mein (1933-2003)Weinig keramisten hebben een zo herkenbare stijl als Hannie Mein. Haar, vaak gedecoreerde, tegels, vazen, bordjes etc. k…
Dichter Rutger KoplandRutger Kopland is één van de populairste dichters van deze tijd. Zijn werk is bovendien in verschillende talen vertaald.…