Boeken: boekhandels in de negentiende eeuw
Boekhandels waren er ook in de negentiende eeuw. Amsterdam telde in 1828 78 boekhandels. De inrichting van de boekhandel was heel anders dan tegenwoordig. De boekhandelaar was vaak tevens uitgever en leesbibliotheekhouder. Tot zijn vaste klantenbestand behoorden uitsluitend heren uit de betere stand. Ook de boekhandelaar met een uitgeverij behoorde tot de culturele elite.
De inrichting van de boekhandel
Hoe zag een boekhandel in de negentiende eeuw er van binnen uit? Zelf uitzoeken in kasten wat je wilde hebben, was niet mogelijk. Er lagen ook geen stapeltjes met boeken naast de kassa. De boekhandelaar stond achter de toonbank. Achter hem stond een kast met de gebonden boeken uit zijn winkelvoorraad. Dit waren populaire uitgaven als bijbels, school- en gezangboeken, en almanakken. In de eerste helft van de negentiende eeuw werden veel boeken niet ingebonden, vandaar dat in de kast ook veel stapeltjes gevouwen bladen lagen. De titelbladen van deze ongebonden boeken hingen in de etalage van de boekhandel. De klant moest het stapeltje gevouwen bladen zelf laten inbinden. Boekhandelaren met en kleine boekwinkel waren vaak ook tevens boekbinder. Boeken werden ingebonden in en leren band naar keuze. Zo paste het door de klant aangeschafte boek dus goed in zijn eigen bibliotheek.
De prijs van boeken in de negentiende eeuw
In de eerste helft van de negentiende eeuw waren boeken duur. Een boek was een kostbaar bezit. Sommige lezers vormden daarom een
vereniging die gezamenlijk boeken kocht, die om beurten werden gelezen. Boeken werden met de hand gezet en gedrukt op kostbaar van lompen vervaardigd papier. Een boekhandelaar had dure uitgaven niet in voorraad. Een affiche in de etalage van de boekhandel kondigde een nieuw boek aan. De klant kon zijn naam zetten op een intekenlijst. Pas als een uitgever voldoende intekeningen binnen had, werd het nieuwe boek gedrukt. De klant kreeg het bestelde boek thuisbezorgd. Hij moest soms wel even geduld hebben, want tot ver in de negentiende eeuw werden bestelde boeken verzonden per trekschuit of per postkoets.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werden boeken goedkoper, door de komst van sneldrukpersen op stoom en van uit hout vervaardigd paper.Ook bood de boekhandelaar de boeken steeds vaker ingebonden aan. Steeds meer boeken werden voorzien van een linnen band. Alleen kostbare boeken werden nog in leer ingebonden.
De klanten van de boekhandelaar
De boekhandel in de negentiende eeuw was een mannenwereld. De vaste klanten van de boekhandelaar waren heren. In een boekhandel kwamen in de regel geen 'gewone' mensen. Ook vrouwen en kinderen kwamen er doorgaans niet. Vrouwen lieten het kopen van boeken over aan hun echtgenoot. Een heer die voor zijn bestellingen naar zijn eigen vaste boekhandel ging, voegde daar wat luchtige werkjes voor haar 'romankastje' aan toe.
De boekhandelaar
De boekhandelaar leverde boeken aan een aantal (vaste) klanten en aan een aantal leesgezelschappen. Hij verzorgde ook de levering van tijdschriften. In de grote steden was de concurrentie vaak hevig. In Amsterdam waren er in 1828 78 boekhandels. Bovendien waren grote oplagen van boeken ongewoon. Er kon dus niet, zoals tegenwoordig, winst gemaakt worden door het verkopen van grote aantallen bestsellers. Om de inkomsten te verhogen, waren veel boekhandelaren tevens uitgever. Ook boden veel boekhandelaar hun klanten de gelegenheid om, tegen betaling, tijdschriften te lezen in hun boekhandel. Veel boekhandelaren besloten om, tegen betaling van enkele centen per boek, boeken te gaan uitlenen. Zo werden ze tevens leesbibliotheekhouder. Een grote boekhandel in Amsterdam, van de gebroeders Diederichs, had in 1838 een leesbibliotheek met meer dan 38.000 titels. Het aanbod bestond vooral uit populaire boeken. Knechten en dienstmeisjes kozen er hun boeken in overleg met de leesbibliotheekhouder.
Boekhandelaren die ook een eigen uitgeverij hadden behoorden tot de culturele elite. Tot hun vaste klantenkring behoorden, zoals al eerder opgemerkt, heren uit de betere stand: de burgemeester, de advocaat, de notaris, de schrijver en de politicus. Vrouwen en kinderen zag hij niet zo vaak in zijn boekhandel.
Lees verder