Ideale Sinterklaasgedichten voor iedereen
Vanaf half november kriebelt in Nederland het dichtersbloed. De Sint moet per slot van rekening worden geholpen met prachtig dichtwerk. Aan de lopende band worden gedichten en versjes geproduceerd, om de surprise of het decembercadeau in stijl aan te kunnen bieden. Wat voor de een heel gemakkelijk is, valt een ander zwaar. Waar moet je aan denken bij een sinterklaasgedicht?
Surprise
Begin december zijn talloze hulpsinterklazen druk in de weer om Sint en Piet een handje te helpen bij het inpakken van de cadeaus. Sint geeft elk jaar heel verschillende cadeaus. Groot, klein, dik, dun, duur of juist heel goedkoop. Het allerleukste is het, wanneer het presentje op passende wijze is ingepakt. Het is bij uitstek het moment om iemand een cadeau te geven, maar tegelijkertijd een grapje met hem of haar uit te halen. Ook hierin is van alles mogelijk. Je kunt een cadeau heel moeilijk bereikbaar inpakken, door het in gips of kaarsvet te gieten, maar je kunt er ook een grappige verpakking omheen maken. Het cadeautje in een van een kartonnen doos gebouwde auto verstoppen, bijvoorbeeld.
Sinterklaasgedichten
Een grappige verpakking, dat is al leuk. Niet alleen voor de ontvanger van het cadeau, maar vlak de voorpret van de goede gever niet uit. Maar vaak is het ook heel leuk een tekst te maken, die het pakje als het ware inleidt. En de traditie schrijft voor, dat deze tekst op rijm is. Ofwel: het
sinterklaasgedicht.
Waar voldoet een goed sinterklaasgedicht aan?
Je kunt een paar regels stellen, waar een goed gedicht aan moet voldoen. Sommige van die regels zijn wat subjectief, het is goed om in de kring waarin de surprise wordt gevierd van tevoren hierover afspraken te maken.
- Een gedicht moet rijmen.
- Een gedicht moet lekker ‘lopen’.
- Een gedicht moet niet al te kort zijn
- Een gedicht moet niet te lang zijn
- Een gedicht is geen plaats voor een of andere afrekening: houd het netjes!
- Slotregel
Een gedicht moet rijmen
Het vinden van rijmwoorden kan een hele klus zijn. Gelukkig bestaan er rijmwoordenboeken en rijmwebsites die je wat op weg kunnen helpen. Het helpt ook, als je op tijd met het dichten begint. Vaak vallen je na een paar dagen ineens de rijmwoorden binnen. Er zijn verschillende manieren waarop je de regels in een sinterklaasgedicht kunt laten rijmen.
AABB
De meest voorkomende vorm is
AABB… Dat wil zeggen, dat steeds twee regels op elkaar rijmen. Voorbeeld:
Sinterklaas die goede man
Waar ken ik die toch van?
Ook zijn vriendje mis ik niet
Want daar is Zwarte Piet
Je ziet, regel 1 en 2 rijmen op elkaar, regel 3 en 4 ook.
ABAB
Je kunt de regels ook om en om op elkaar laten rijmen. Regel 3 rijmt op regel 1, regel 4 rijmt op regel 2. Voorbeeld:
Sinterklaas, die goede man
Met zijn knechtje Zwarte Piet
Komt alle jaren als hij kan
En ook jou vergeet hij niet
AABBA
In de
limmerick-vorm rijmen regels 1,2 en 5 op elkaar, en daartussenin regel 3 en 4. Voorbeeld:
Zie de maan schijnt door de bomen
Sint is weer aangekomen
En ook Zwarte Piet
Die vergeet hij heus niet
Is met hem mee komen stomen
Een gedicht moet lekker ‘lopen’
Het goed ‘lopend’ krijgen van een gedicht kan een hele uitdaging zijn. Als je bijvoorbeeld het volgende gedicht neemt, valt wel op dat het niet lekker loopt:
Voor jou zijn deze schoenen
Want ik weet dat je ervan houdt om deze dingen te boenen
Het valt je al op, dat deze regels een hele verschillende lengte hebben. Hierdoor komen ze al wat geforceerd bij elkaar. Waar je ook aan moet denken: het metrum. Ofwel: op welke manier volgen de klemtonen in de regel elkaar op. Een mooie versregel heeft een ritme zitten in de opvolgende klemtonen. Uiteraard moet dit met de volgende regel(s) ook kloppen.
Er was een man in onze straat
Die altijd naar de kroeg toe gaat
Je ziet dat de beklemtoonde en niet-beklemtoonde lettergrepen elkaar opvolgen.
Een gedicht moet niet al te kort zijn
Dit is een lastige regel. Wat vind je kort? Een vers van twee regels, die op elkaar rijmen, is het absolute minimum. Een beetje gedicht heeft toch minimaal een lengte van vier tot zes regels.
Een gedicht moet niet al te lang zijn
Misschien heb je het wel eens meegemaakt. Halverwege de pakjesavond komt er een sinterklaasversje tevoorschijn van enkele pagina’s groot. Ongetwijfeld met veel humor en plezier in elkaar gezet. Maar aangezien een gedicht moet worden voorgelezen, vraagt een lang gedicht veel van het uithoudingsvermogen, niet alleen van diegene die met pak en gedicht is bedacht, maar ook van de toehoorders. Probeer het daarom binnen de perken te houden. Beter een wat korter vers dan oeverloos gezw… juist.
Een regel of twintig is vaak al stevig genoeg.
De slotregel
Ideale sinterklaasgedichten bestaan waarschijnlijk niet. Je kunt het nog zo mooi bedacht en bedoeld hebben, een gedicht ontleent ook kracht aan de wijze waarop het is voorgelezen. Je zult niet de eerste zijn met een welhaast perfect gedicht, ideaal van lengte, rijm, dichtvorm en metrum, die zijn schepping door een onkundige lezer de mist in ziet gaan. We zijn nu eenmaal op de surpriseavond geen dichters die elkaars poëtische gaven beoordelen. Het moet vooral
leuk en
gezellig zijn. Ofwel, als het een keer niet zo lekker rijmt of loopt, dat is eigenlijk geen enkel probleem!