Hoofddorp en Dik Trom
Het dorp waar Dik Trom woonde, aan de Hoofdvaart, lag in het midden van een grote polder. Veel kinderen moesten ver lopen naar school. De markt met de grote polderboom, de plaats waar Dik vaak zijn vrienden ontmoette en hun plannen maakten.
Cornelis Johannes Kieviet
Geboren in maart 1858 te Kruisdorp, vanaf 1868 Hoofddorp geheten, als 10e kind (van de elf) van Lourens Kivit, timmermansaannemer, en Margje Huisman. De Haarlemmermeerpolder was pas een paar jaar drooggelegd en Johan en zijn ouders woonde in het nieuwe dorp aan de Hoofdvaart, tegenover het oude raadhuis.
Het gezin had het niet breed, vader verdiende net genoeg om zijn gezin te kunnen onderhouden en moeder hield ook kostgangers.
Johannes als leraar
Als zestienjarig knaap gaat Johan als kwekeling naar Delft en werd drie jaar later hulponderwijzer aan de openbare lagere school op de hoek van de Hoofdweg en Marktplein te Hoofddorp. Op zijn 21e werd hij schoolmeester in Lisse, leerde daar zijn Gezine kennen en ging met haar in Den Haag wonen. Hij werd hoofdonderwijzer in een klein dorpje onder Hoorn, namelijk Etersheim.
En als schrijver
Bij gebrek aan goede kinderboeken ging Johan zelf schrijven. Zijn eerste boeken, De twee neven en Frans van Dorentil, kwamen in 1890 uit. Een jaar later verscheen het eerst deel van Dik Trom. Hij had veel moeite om een goede uitgever te vinden, dit voornamelijk vanwege het ondeugende karakter van het knulletje Dik. Het eerste boek was pas na 8 jaar uitverkocht. In 2001 is de 100e druk van de Dik Trom boeken verschenen!
In 1930 wilde men Dik Trom (en Pietje Bell) uit de bibliotheken verwijderen, maar de verkoop bleef gewoon doorgaan en in 1988 stonden de boeken van Dik Trom nog altijd op de vierde plaats van de Jeugdboeken top honderd aller tijden.
Dik Trom kreeg brede nationale erkenning toen hij in 1973 achterstevoren op zijn ezel in brons vereeuwigd werd door Nico Onkenhout en in Hoofddorp een eigen museum kreeg. In 1991, ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van Dik Trom, werd een deel van het Marktplein waar het beeld staat, omgedoopt tot Dik Tromplein.
Uiteindelijk verschenen er zes delen van deze deugniet, namelijk:
- 1891; Het leven van Dik Trom (geschreven in Etersheim)
- 1907; De zoon van Dik Trom (geschreven in Zaandam)
- 1912; Toen Dik Trom een jongen was (geschreven in Zaandam)
- 1920; Dik Trom en zijn dorpsgenoten (geschreven in Wassenaar)
- 1923; Het tweede boek van Dik Trom en zijn dorpsgenoten (geschreven in Wassenaar)
- 1931; De avonturen van Dik Trom (geschreven in Wassenaar)
Dit is een greep uit de auteurslijst van dhr. Kieviet, uiteindelijk schreef hij meer dan 50 boeken. Helaas maar zes over Dik Trom.
Hij overleed in augustus 1931 te Wassenaar.
Dik Trom & Hoofddorp
Een ondeugend personage ontsponnen aan de fantasie van Cornelis Johannes Kieviet. Al vanaf zijn vroege kinderjaren beleeft Dik het ene avontuur na het andere, zoals die ene keer dat hij in de wastobbe van zijn moeder uit varen gaat in het kanaal. Als hij wat ouder is trekt hij er vaak met zijn vrienden Piet van Dril en Jan Vos op uit. De ene keer nemen ze de driftige veldwachter Flipsen in de maling, dan weer zien ze een boomgaard waar zoveel lekkere dingen hangen dat niemand een paar appels of peren zal missen.
In geen enkel boek wordt gesproken over Hoofddorp, wel over de plaatsen die rondom dit dorp liggen. Het is echter wel zeer aannemelijk dat alle personages die in de boeken van Dik Trom genoemd worden gebaseerd zijn op de feitelijke dorpelingen uit de periode 1870-1880.
In deel één schrijft Kieviet over de molenaar Van Dijk. Hiervoor heeft zeer waarschijnlijk de molenaar Dirk David van Dijk model gestaan, de molenaar van de molen de Eersteling te Hoofddorp. De veldwachter Flipsen heeft echt bestaan, er ligt namelijk in het gemeente archief van Hoofddorp een dossier van Flipsen, de veldwachter in gemeentedienst.
Het dorp waar Dik Trom woonde, aan de Hoofdvaart, lag in het midden van een grote polder. Veel kinderen moesten ver lopen naar school. De markt met de grote polderboom, de plaats waar Dik vaak zijn vrienden ontmoette en hun plannen maakten. De periode welke Johann Kievit gebruikte als model voor zijn boeken, moet gelegen hebben tussen 1867 en 1912.
Regelmatig wordt in de boeken van Trom gesproken over het raadhuis en de markt met zijn polderboom. Het bedoelde raadhuis van Hoofddorp werd in 1867 in gebruik genomen en de markt in 1912 plaats moest maken voor het Polderhuis. Dit laatste gebouw wordt niet in de boeken genoemd. Het cachot onder het raadhuis bestaat nog steeds, een kleine ruimte met een raampje op straathoogte waar Dik werd opgesloten. Flipsen had hem namelijk betrapt bij het stelen van appels.
Dik Trom in de WO II
In 1941 wordt door het Nieuwsblad voor den Boekhandel onder de kop “verboden” een lijst gepubliceert met namen van titels van boeken en van schrijvers. De Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des S.D. verboden het lezen van deze boeken. Onder deze titels bevond zich ook het boek “De zoon van Dik Trom”.
In dit boek wordt namelijk een stukje oorlog nagespeeld:
- ´O, daar weet ik wel raad op. 't Kasteel is een Hollandsch slot, dus daar zetten we de nationale vlag op, dat spreekt vanzelf. Als jij nu je vlag onderste - boven aan den stok bindt, lijkt hij heel veel op de Duitsche vlag. Jullie stelt dan het Duitsche leger voor, dat een inval doet op Hollandsch grondgebied. Zeg jongens, dat kan leuk worden, zou ik menen.' [...]
Even iets verder in het verhaal:
- Zijne soldaten, aangevuurd door zijn geestdrift, volgden hem met mannenmoed. Ha, daar had Karel den gekanteelden muur bereikt, en reeds richtte hij zich op om victorie te roepen, toen Jan plotseling op hem toesprong, en hem pardoes achterover naar beneden wierp. "Weg met de Duitschers!" schreeuwde hij.
Uiteraard heeft Hoofddorp, naast een beeld en museum van Dik Trom, ook een basisschool die de naam van deze held draagt: “De Dik Tromschool” voor Dalton onderwijs.