De piramidebouwers: De Baarmoeder van de Maan
Baarmoeder van de Maan is de vertaling van de Keltische omschrijving Brù na Bòinne, de regio waartoe het overbekende Newgrange hoort. Newgrange is slechts een deel van een enorm complex van honderden, misschien wel duizenden "grafheuvels", stenen cirkels en neolithische kalenders. Hoe vreemd het ook moge lijken, passen elk van deze oude monumenten in het World Wide Web van de piramidebouwers.
De typische controversie
Newgrange wordt in de algemene consensus voorgesteld als een verfijnd ganggraf. Net zoals de piramide van Khufu is dat echter op hoogst twijfelachtige bronnen gebaseerd. Maar het geeft iedereen natuurlijk dezelfde dooddoener als verklaring voor het doel en gebruik van de site en vermijdt dat al te veel mensen zich daar vragen bij stellen. De bewering dat Newgrange en gelijkaardige sites graven waren is gebaseerd op één enkele getuigenis. Deze bewering kwam van de landeigenaar Charles Campbell die de site in 1699 begon af te graven voor bouwmateriaal en op de ingang van de heuvel stootte. De antiquair Edward Lhwyd die nog datzelfde jaar bij het project betrokken raakte, maakt echter totaal geen gewag van de twee lichamen die volgens Campbell in de site waren geborgen. Wat wel gevonden werd zijn kleine botresten van mensen, die daar door dieren zijn achtergelaten. Sommige van die dieren waren bijvoorbeeld honden die in de gang waren gesukkeld en niet meer buiten geraakten. In later tijden werden asresten in de "graven" bijgezet, maar tegen die tijd (rond 2.000 v.Chr.) was de betekenis van de monumenten bij de 'Bekercultuur' al niet meer bekend en werden ze omgeven met de mythologie van de oudste tijden, waar o.a. de Tuatha Dé Danaan en de Fir Bolg deel van uitmaken. Dezelfde consensus dateert de constructie van de meeste van de 'ganggraven' rond 3.200 - 3.000 v.Chr., wat ze dus ouder zou maken dan de piramides van Gizeh of zelfs Stonehenge.
Toenemend onderzoek
Dat Newgrange onder andere duidelijk gericht is op de winterzonnewende is sinds het onderzoek van de jaren 60 van vorige eeuw niet alleen algemeen aanvaard, maar ook het meest toeristisch geëxploiteerde gegeven van de site. Dit enkele feit lijkt op zich niet zo overweldigend, maar het veronderstelt een meesterlijke bouwkunst. Uiteraard is dit niet het enige markante feit van de enorme hoeveelheden monumenten. Eén van de meer vrijdenkende onderzoekers in dit verband is de Ier James Swagger, die een onmiskenbare link legt naar het sterrenbeeld Cygnus. Hij staat daar niet alleen in; zelfs moeder natuur bevestigt zijn visie. De streek rond Newgrange is de plek waar IJslandse zwanen overwinteren. In oude culturen over heel de wereld wordt aan Cygnus een belangrijke betekenis gegeven en 'de Zwaan' staat in verband met vruchtbaarheid en wedergeboorte. De oude Keltische naam van de streek valt perfect binnen die zienswijze. Daarnaast is het net als in Egypte de kern van de religie. Vergeten we ook niet dat de monumenten gebouwd zijn in een tijd waar nog lang geen sprake was van een patriarchale maatschappij. Het is ook niet toevallig dat in de Iers-Keltische cultuur tot laat in de zesde eeuw de vrouw even hoog geacht werd als de man, en zowel op politiek vlak als binnen de druïdisch beïnvloede Keltische Kerk evengoed verantwoordelijke functies mocht bekleden (wat de katholieke kerk altijd een enorme doorn in het oog geweest is). Andere sites die eveneens in verband worden gebracht met deze vruchtbaarheidscultussen in oeroude tijden zijn de stenen cirkels van Malta en Göbekli Tepe. Göbekli Tepe zou eveneens op Cygnus gericht zijn. De posities van de 'grafheuvels' én de alomtegenwoordige symboliek duiden op een kennis van zowel zon- als maankalenders, de maan en Venus.
Een gemeenschappelijke cultuur?
Een speciale opmerking maken we over één van de bekendste sites van Malta, Hagar Qim, die een cluster vormt van verschillende cirkels en 'hoefijzervormen'. Deze hoefijzers worden niet onterecht in verband gebracht met de baarmoeder. In Malta zijn oeroude godinnenbeeldjes gevonden die tot 5.000 jaar oud zijn. Dat komt weer overeen met de veronderstelde leeftijd van Newgrange. De naam Hagar is één van de meest mysterieuze namen uit de oudheid, maar een mogelijke betekenis binnen bijvoorbeeld het Hebreeuws kan 'vlucht' zijn. Wie zich de Egyptische slavin van Sarah, Abrahams vrouw herinnert, zal misschien haar naam Haggar nog kennen. Haar naam kan tegelijk op twee manieren met deze etymologie in verband gebracht worden. Het kan immers slaan op het feit dat ze moet 'vluchten' uit Abrahams woning, omwille van haar 'vruchtbaarheid'; en op haar beurt kan het sterrenbeeld Cygnus staan voor de 'vlucht'. We vinden hier nog een andere aanwijzing voor en niet toevallig in Egypte. De belangrijkste godin van vruchtbaarheid en tegelijk de figuur die de landbouw introduceerde, was ongetwijfeld Isis, de zuster van Osiris. Ze werd uiteraard over heel Egypte vereerd, maar haar thuisbasis was het "Iseum", in het huidige Behbeit el-
Hagar. In het Arabisch is Mohammed's roemruchte vlucht naar Jeruzalem gekend als de 'Hegira'. Uiteraard kan ook dit weer puur toeval zijn. Is het ook toevallig dat de goddelijke voorouders van de Kelten kinderen waren van Danu, de naam van de Keltische vruchtbaarheidsgodin die over heel de wereld voorkomt: bij de Romeinen gekend als Diana, bij de Grieken Dione, bij de Hindu's eveneens Danu. De Donau, draagt nog steeds haar naam (vgl. Duits 'Danübe').
Een ster in Afrika
Het aspect van vruchtbaarheid is een belangrijk verband met Egypte, waar we nog op terug komen. Een heel frappante overeenkomst vinden we echter aan de andere kant van de Sahara, in Mali, waar de Dogon één van de oudste volken zijn van het Afrikaanse continent. De meeste mensen zijn misschien maar vaag bekend met deze stam, maar binnen de astronomische wetenschap zijn ze beroemd om hun kennis van sterren en planeten, lang voor onze technologie hun beschrijvingen konden bevestigen. Niet alleen kenden ze Sirius A, de helderste ster aan onze hemel en vereenzelvigd met Isis, maar ook haar begeleider Sirius B, die wij pas sinds 1970 met telescopen kunnen zien. Daarnaast wisten ze onder andere van het bestaan van de vier satellieten van Jupiter, de ringen van Saturnus e.a. (Nvda. Er zijn mensen die de authenticiteit van hun kennis betwisten). Zelfs als hun astronomische kennis niet authentiek zou zijn, komt hun religieuze kunst verbazingwekkend overeen met de spiraal-, maan- en zonmotieven in Newgrange. De overeenkomsten zijn gezien de afstanden op zijn minst opmerkelijk te noemen.
Het grotere geheel
Het is binnen het bestek van één enkel artikel onmogelijk om zelfs maar alle 'ganggraven' of cirkels te vernoemen. Gedurende duizenden jaren zijn ook veel van de oorspronkelijke sites geërodeerd, vernietigd of geassimileerd in latere religieuze bouwwerken.
Men vermoedt dat het oorspronkelijk over meer dan 25.000 sites ging, hoewel velen ervan nog moeilijk waarneembaar zijn. Veel christelijke kerken en forten werden op oudere sites gebouwd, en een nog groter deel van de kunstmatige heuvels werd in de loop der tijden afgegraven om plaats te maken voor landbouwgrond. Toch blijft het aanbod enorm. Alleen in de bocht van de Boinne waar Newgrange ligt, gaat het om een veertigtal sites (op een oppervlakte van ca. 9 km²). Binnen de uitgebreidere driehoek Newgrange, Loughcrew en Derrypatrick gaat het al over honderden 'ganggraven', stenen cirkels en menhirs.
Precessie en getallen
We kunnen Newgrange niet alleen 'symbolisch' in verband brengen met Gizeh en de vruchtbaarheidscyclus. Net zoals het plateau van Gizeh een enorme "klok" is, is Newgrange dat ook. Dat brengt ons onvermijdelijk bij het fenomeen van de precessie en de wiskundige verhoudingen die daarin besloten liggen. We kunnen beginnen met te zeggen dat Newgrange op 4.007,50 km van de Grote Piramide ligt. Dat is exact één tiende van de evenaar. Precessiecijfers komen uiteraard veelvuldig voor. De drie "ellipsoïden" die door de respectieve graven van Knowth, Dowth en Newgrange worden voorgesteld, hebben een respectieve x- en y-as van 80 en 90 meter. Daarmee komt het getal 72 weer prominent naar voor, zoals we al zo vaak gezien hebben binnen de 'special' rond de piramidebouwers. Het is wel belangrijk op te merken dat deze metingen gebeurd zijn met Google Earth, wat zeker niet de grootste accuratesse toelaat, maar deze metingen komen toch te vaak voor om genegeerd te worden. Een tweede probleem bestaat uit de overgeleverde staat van de monumenten, die natuurlijk zwaar onder de tand des tijds hebben geleden. Zo is er rond de oorspronkelijke hoogtes van de heuvels veel discussie. De huidig gehanteerde standaard voor Newgrange is echter veelzeggend: 36 voet of 11 meter. Het zijn twee getallen die ook in Egypte consequent voorkomen. Zeggen dat de bouwers van Newgrange het getal
π kenden, lijkt misschien net zo ver gezocht. Deze wiskundige constante is natuurlijk inherent aan cirkels en ellipsen. Twee voorbeelden echter die misschien een bewust gebruik van π kunnen aantonen:
- Bij een X-as van 80 m en Y-as van 90 meter, is de omtrek 11.309,73355 m of 3.600 π meter.
- De oppervlakte in meter² is 5.654,8668 of 1.800 π.
Het gebruik van deze twee assen maakt dus dat de oppervlakte getalsmatig exact de helft is van de omtrek. Bewust of toeval? Misschien kunnen we er nog een "derde getuige" bijhalen. Vermits we een zeker verband met Egypte vermoeden, zouden we een Egyptische maateenheid kunnen loslaten op de verhoudingen van Newgrange. Als we de oppervlakte uitdrukken in royal cubits², dan zien we dat deze 10.800 is of drie maal de omtrek (of ook 6 maal de oppervlakte in meter²). Hoe vaak mag je het woord 'toeval' gebruiken zonder dat het begint te irriteren?
Graniet, kwarts en kalksteen
In weze komt de structuur van Newgrange ook op het vlak van bouwmateriaal merkwaardig overeen met de piramides. Kalksteen wordt gebruikt voor de 'ruwe' opbouw van de kunstmatige heuvel. Net als in de piramide van Cheops wordt graniet gebruikt om de 'grafkamers' te omsluiten. Zeer opvallend is ook het gebruik van kwarts. Werd het bewust gebruikt omwille van de geleidende eigenschappen van dit materiaal? In Newgrange en Knowth werd niet genoeg kwarts teruggevonden om daaruit te concluderen dat de heuvels er volledig mee bedekt waren. Niettemin zijn er genoeg aanwijzingen om dat te veronderstellen, net zoals we ervan uitgaan dat de piramide van Cheops ook bedekt was met een laag witte, gepolijste stenen. Een blik op Loughcrew zegt ook al veel. In een heldere nacht in lang vervlogen tijden lichtten de heuvels op aarde misschien net zo fel op als de maan en sterren in de hemel. Vijf millennia geleden waren ook deze heuvels waarschijnlijk in de meest letterlijke zin "
pyr-amiden"