Overige steden in oud Attika behoudens Athene
De naam Attika is afgeleid van het Griekse woord voor kaap. Het is een bergachtig schiereiland beheerst door de stad Athene. In het noorden wordt het begrensd door de landschappen Megara en Boeotië. De bewoners van oud Attika probeerden, net als in andere gebieden gebruikelijk was, door het bedenken van constructies overlevering en geloof met elkaar te verenigen. In oude tijden werd er door de Attische steden regelmatig onderling strijd geleverd, waarna ze in de klassieke tijd onder de invloed van de stad Athene kwamen.
Algemeen
De oudste neolitische vestiging in Attika werd in 4000 v.Chr. gesticht in de buurt van Nea Makri, dat aan de kust is gelegen. Tot Attica behoren ook de eilanden Aegina, Antikythira, Kythira, Poros, Salamis en Spetses en daarnaast de gemeente Troizèn. Pelasgische kolonisten bouwden daarna nog andere dorpen in Rafina en Agios Kosmas. Na verloop van tijd verplaatsten ze de activiteiten allengs naar het binnenland van Attika en stichtten aldaar talrijke prehistorische dorpen. Daaruit zouden dan weer in latere eeuwen de 12 staten van het historische Attika ontstaan. Deze koninkrijken die elkander bestreden werden door Thèseus aaneen gesmeed, waarna ze in de klassieke tijd onder de invloedssfeer kwamen van de stad Athene. Vanaf die tijd konden ze slechts in lokale zaken enigszins zelfstandig opereren. In 477 v.Chr. werd de Attische zeebond opgericht, in een latere fase gevolgd door de tweede zeebond van 378-372 v.Chr.
Eleusis
Deze stad ontstond reeds 2000 v.Chr. en was destijds een onafhankelijk koninkrijk, dat de controle had over de vruchtbare Thriasische vlakte ten westen van Athene. Deze streek was aan drie zijden omgeven door hoge bergen en alleen in het zuiden grensde het aan de zee. Vlakbij de zee strekten zich twee heuvels uit. Het was op de oostelijke heuvelrug dat Eleusis werd gesticht, terwijl de hoogste westelijke heuvel in een latere fase fungeerde als steengroeve en voor het overgrote deel afgegraven werd. Tijdens het Myceense tijdperk (1600-1200 v.Chr) groeide Eleusis uit tot een machtige stad en vanwege zijn ligging op een heuvel later tot een belangrijke concurrent van Athene. De top van de heuvel was daartoe destijds versterkt met een ringmuur. Het paleis van koning Keleos was zodanig gelegen, dat men een overzicht had over de vruchtbare vlakte van de Messógië (middenland). Iets onder het paleis bevond zich de enige bron, die de bewoners van de stad van drinkwater voorzag. Deze bron was van eminent belang en werd geeërd met rituele dansen. Eleusis werd bewoond door twee oeroude geslachten: de Kerykes en de Eumolpiden, waarbij de laatsten die uit Thrakië stamden, van oudsher belast waren met de eredienst van Dèmètèr. Nadat de viering van de mysteriën in Griekenland algemeen ingang had gevonden in 750 v.Chr. nam de officiële invoering van de Dèmètèr dienst een aanvang.
Inlijving van Eleusis door Athene
Aan de zelfstandigheid van Eleusis kwam abrupt een einde toen het in de tijd van Solon (594 v. Chr) werd ingelijfd door de stadstaat Athene. Het ging toen deel uitmaken van één der Attische 100 demen (gemeenten) van Athene, wat een uitbreiding inhield voor de eredienst van Dèmètèr en Persephonè. De vestingstad Eleusis had als taak de toegangswegen naar Noord-Griekenland, Thebe en de Peloponnèsus te bewaken. Eleusis was zoals gesteld de stad van Dèmètèr, tevens werd Dionysos er als Iakchos (Bacchus) opgenomen onder de goddelijke figuren van de Eleusische Mysteriën. De processie vanuit Athene via de Hiera Odos naar het heiligdom te Eleusis, een afstand van 22 kilometer, werd tijdens de oogstfeesten voorafgegaan door het beeld van Iakchos, die tezamen met Dèmètèr werd vereerd.
Brauron
Dit was in het oude Griekenland een drukke havenstad, die veel werd gebruikt voor zeevaart naar Klein-Azië en de Aigeïsche zee.
In het waterrijk gebied werd er een Dorische tempel gewijd aan Artemis gebouwd, omdat Artemis godin was van de havens en rivieren (limen). Tevens was ze de beschermster van de gewassen. Het officiële feest (Brauronia) werd om de vijf jaar gevierd, waarbij meisjes in de leeftijd van vijf tot 10 jaar aan Artemis werden gewijd. In een latere fase werd volstaan met een processie die op de Acropolis van Athene begon en aansluitend werd er dan in Brauron een geit als offer geslacht.
Verering van Artemis
Als symbolen van Artemis gelden onder meer het hert en de wilgen. Ze wordt tevens in verband gebracht met Anahita, de moeder van de stiergod Mithras (tr of trt betekend toren) en Themis. De Artemis van Ephese in Klein-Azië daarentegen werd vereerd als een steen die uit de hemel kwam. De oude naam Brauron bleef in gebruik voor de haven. Zodoende was dat een hulpmiddel voor de archeologie om de plaats van het toenmalige Artemision te bepalen.
Rhamnóus
Deze stad aan de kust gelegen, 57 kilometer ten noorden van de stad Athene. Het zou vernoemd kunnen zijn naar de alom groeiende ramnos-struiken (meidoorn), uit wiens bessen een tegengif tegen slangenbeten kon worden verkregen. Tevens beveiligde men er de huizen met de takken van deze struiken tegen boze geesten. De godinnen Themis en Nemesis werden er vereerd. Deze godinnen beschermden beide het recht en hielden de wereldorde in stand. De archaïsche tempel van Themis werd in de klassieke tijd door de Perzen aan de vooravond van de slag bij de stad Marathon verwoest. In 430 v.Chr. werd op die plaats een grotere Dorische tempel, ditmaal gewijd aan Nemesis (wraak) de dochter van Nyx gebouwd. Nemesis werd begeerd door de jongere Oppergod Zeus en veranderde zich in een gans. Zeus nam adequate maatregelen en veranderde zich in een zwaan. Tezamen verwekten ze toen een lieftallige dochter (Helena). die later de aanleiding zou zijn geweest voor de slag bij Troje.
Het heiligdom van Amphiaraos (de dubbelheilige)
Dit is gelegen in Oropos in een vallei op 50 kilometer ten noorden van Athene op de grens van Attika en Boeotië. Het heiligdom, voorzien van een orakel, werd gesticht omstreeks 425 v.Chr. De basis van de therapie van Amphiaraos was gericht op het interpreteren van dromen door aanwezige priesters en op herstel van de relatie tussen lichaam en ziel. De zieken sliepen aanvankelijk in de open lucht in de buurt van het altaar dat in tegenstelling met wat gebruikelijk was, noord-zuid georiënteerd was. In een latere fase werd een 110 meter lang gebouw geconstrueerd, alwaar de zieken konden vertoeven. Het werd aanvankelijk meer bezocht dan het heiligdom van Asklepios in Epidauros. Het offeren van een ram, ook varkens en hazen kwamen hiervoor in aanmerking, was een vereiste om de reinigingsriten te kunnen uitvoeren. De zieken voerden zelf het offeren uit. In de financiën werd voorzien door het organiseren van wedstrijden, waarbij entreegeld betaald diende te worden, het instellen van een afzonderlijk honorarium voor de slaaphal en de opbrengst van de recette van de drankverkoop in de vele herbergen ter plaatse.
De streek Oropos bevindt zich in een gebied waarin Athene,Thebe en Erytrea hun conflicten uitvochten. De legende verhaalt dat de ziener Amphiaraos de heldengroep van de Zeven tegen Thebe als waarzegger begeleidde. Hij voorzag het droevige lot van de Argeiers, slechts Adrastos ontkwam aan het bloedblad, terwijl hij zelf door toedoen van de Oppergod Zeus werd gered.
Lees verder