De stad Sparta in de periode vanaf 1000-280 v.Chr
Sagen hebben tot doel de afkomst van de Lakedaimoniërs op de Goden terug te voeren en vooral op Artemis Orthia die reeds vanaf de prehistorie de beschermgodin van Sparta was. Tevens dienden de sagen om de Spartanen in staat te stellen het eigendom van het door hen bewoonde land op historische rechten te kunnen baseren. Vóór 620 v.Chr. was Sparta een frivole stad en was minimaal identiek aan het culturele leven van de andere Griekse steden. Archelaos en Charillos behoorden tot de eerste koningen van Sparta (esparta zijn Parthen). Getrouwde Spartaanse vrouwen droegen een sluier. In latere tijden veranderde dit beeld volkomen.
Algemeen
Sparta was eigenlijk geen stad maar een verzameling van vier plattelandsdorpen, te weten Limnea, Kynosura, Mesoa en Pitane. Deze dorpen hebben weinig archeologische sporen achtergelaten. De vier dorpen lagen in de vlakte van de rivier Evrotas. De naam Sparta werd ontleend aan de mythische Sparta. Dit was een Doriër lid van een stam die de oversteek maakte vanuit Naupactus (Lepanto) en deze stichtte de stad Sparta. Deze Doriër had twee dochters Eurydikè (de geliefde van Orpheus), de jonge prins der Bistonen in Thrakië en Danaè (van het bronzen vat). Volgens oeroude Peloponnèsische traditie echter was de hèros Lakedaimon, de mythische stamvader van de Lakedaimoniërs of Spartanen, een zoon van Zeus en de door hem geschaakte nymphe Taygete. De Dioskoeren bestaande uit Kastor en Polydeukes waren een oeroud godenpaar en zeer geliefd in Sparta. In veel gebieden bestond het geloof aan (gelukbrengende) tweelingen. Bij oorlogsvoering droeg het leger hun beeltenis voor de troepen uit. De vroegere bevolking werd in slavernij gebracht (penestae), terwijl de Spartanen zelf als feodale meesters over hen regeerden. In tegenstelling tot de andere staten in Griekenland behield Sparta wel het koningschap. Zo was Labotas de vierde Agide (afstammeling van Atreus) en koning van 870-840 v.Chr.
Slavenarbeid & opvoeding in Sparta
De economie van Sparta leunde zwaar op heloten (slaven uit de stad Helos) en perioikoi (omwonenden) uit de omringende steden Pellana, Geronthai, Boiai, Prasiai, Bryseae, Amykles en Menelaeon. Alle dorpen ook niet ver van de rivier de Evrotas gelegen. Deze perioiken hadden meer rechten dan de slaven. Er waren 60x zoveel slaven als Spartanen, vandaar dat het gewone werk door deze slaven werd verricht. Ze werden onder meer vanwege het feit dat ze dezelfde huidskleur hadden of zich afkochten, veelvuldig in vrijheid gesteld. Om het hoofd te kunnen bieden aan eventuele slavenopstanden en uit vrees voor de stad Argos dienden de Spartanen zich militair strak te organiseren.
Militaire organisatie
Jongens werden op een leeftijd van zeven jaar gescheiden van hun moeder en ingedeeld bij een afdeling (ilè) en daarmede nam de polis de opvoeding over. Op hun twaalfde (pais genoemd) werden de jongens kaal geschoren en kregen uitsluitend een mantel als kleding. Ook schoenen werden verboden en deswege liepen ze barrevoets. Vervolgens konden de jongens na promoties opklimmen tot de rang van eirèn op hun twintigste. Tenslotte werden de 20-30 jarige strijders samengebracht in een mannenverband (andreia). De meisjes kregen beter te eten dan de jongens, want zij dienden immers te zorgen voor een gezond nageslacht. Geborenen met een zwakke gezondheid werden dan ook zonder pardon in de Apothetae-kloof geworpen.
Organisatie & cultuur
Een Spartaan mocht geen land bewerken en diende soldaat te zijn. Lichamelijke opvoeding en oefenen in de krijgskunst stonden hoog in het vaandel, waarbij zelfs de vrouwen niet ontzien werden. Vriendschappen tussen mannen was in deze cultuur dan ook niet te vermijden, waarbij bi-seksualiteit de norm was. Een en ander was echter niet voorbehouden aan de slaven. Ook gelijkheid voor alle Spartanen vloeide uit deze cultuur voort en dit uitte zich in het gemeenschappelijk nuttigen van de maaltijden (syssitia). Eerstgeborenen hadden in Sparta geen bevoorrechte positie en de ijzeren munt van Sparta had geen waarde buiten Sparta, terwijl de verhouding zilver en ijzer 1:1.200 was. Goud en zilver werden in het geheim bewaard. In Sparta was het heel gewoon dat bijvoorbeeld vijf broers een en dezelfde vrouw hadden. Ook het schaken van een vrouw was in die tijd geen onbekend fenomeen. Een erfdochter werd opgeëist door de rechthebbende broer van de vader, daarna kwamen de zonen van de broers aan de beurt.
Godsdienst
Er werd geofferd aan Zeus, Athène en Artemis. Hyakinthia was een van de hoofdfestivals van Sparta en duurde 3 dagen. Zie in dit kader de strijd tussen Apollo en Hyakinthia, die in het voordeel van Apollo werd beslecht. Vanaf 600 v.Chr. waren er oeroude cultische dansen in het heiligdom van Artemis Orthia. Deze tempel had een afmeting van 17 bij 7.60 meter. Een speciale wedstrijd, waarom de eredienst van Artemis vooral bekend was, bestond uit een proef in uithoudingsvermogen. Alle jongens moesten zich daaraan onderwerpen. Ze werden dan vóór het altaar gegeseld en overwinnaar was diegene die de marteling het langste volhield.
Bestuursorganen
In 550 v.Chr. werd de Rhetra (grondwet ) ingesteld door Lykoergos. Vijf ephoren werden voor één jaar gekozen door de leden van de Apella (volksvergadering) daarna konden ze niet herkozen worden. Ze waren verantwoordelijk voor een goed verloop van de volksvergadering en waren aanvankelijk dienaren van de koning. In een latere fase, onder meer door manipulaties werden ze steeds machtiger en hielden vanaf toen toezicht op de twee koningen. Ook was er een raad bestaande uit twee koningen en 28 edelen van boven de 60 jaar (gerousia). Een van de twee koningen voerde met volmacht het leger buiten Sparta aan. Van de volksvergadering kon sinds 620 v.Chr. iedere Spartaanse burger boven de 30 jaar deel uitmaken, met dien verstande dat ze voorstellen uitsluitend konden goed- of afkeuren. Wijzigingen in voorstellen aanbrengen was voor hen uit de boze alsmede het ontplooien van activiteiten om nieuwe voorstellen te lanceren.
Oorlogshandelingen in de jaren 800-371 (alle vermelde jaartallen dateren van vóór Christus)
De Hippeis was een elite eenheid bestaande uit 300 mannen, die buiten de andere krijgsonderdelen van Sparta om opereerde en tot taak had te fungeren als lijfwacht voor de aanvoerende koning. Van 740-720 was er de eerste Messeense oorlog om het bezit van de bergvesting Ithome en de Messeense vlakte. In het jaar 640 gevolgd door de tweede oorlog tegen Messenia. Mede door toegenomen militaire vaardigheden onderwierp Sparta middels de falanx techniek op vlak terrein de omringende gebieden en uiteindelijk na een generatie van gevechten op de Pamisos-vlakte in 600 ook het vruchtbare Messenië. Met de verovering van Messenië nam de macht van Sparta aanzienlijk toe. De Spartanen eigenden zich aldaar de vruchtbare gronden toe, 39.000 kavels (klèros) werden verdeeld en zo ontstond er voor iedere Spartaan een familiegrond van circa 15 acres. Uiteindelijk leidde zulks tot een burgeroorlog in de regio.
Oprichting van de Peloponnèsische Bond
Omstreeks 550 sloot Sparta een verdrag met Tegea en werd de Peloponnèsische Bond gesticht, waar alleen Argos niet was in opgenomen. In 546 waren er gevechten tussen Sparta en zijn eeuwige vijand Argos om de hegemonie op de Peloponnèsos. Het fenomeen tyran was in Sparta onbekend en werd zelfs intensief bestreden. Zo werd in 510 v.Chr. met hulp van Sparta de tirannie in Athene verdreven. In 464 was er een zware aardbeving in Lakedaimon, daarna brak er een opstand van de perioikoi uit. Dit was het startsein van de derde Messeense oorlog, die zou duren tot het jaar 455. In het jaar 445 werd er vrede gesloten tussen Sparta en Athene, waarbij Athene afzag van verdere veroveringen. In 431 was er een Peloponnèsische inval in Attica onder leiding van koning Archidamus van Sparta, waarbij Attica (Attiki) werd verwoest. Dit is het begin van de Peloponnèsische oorlog, die met een onderbreking van een zestal jaren zou duren tot 404. Athene dolf toen het onderspit tegen de Spartaanse admiraal Lysander en diende naast het slechten van zijn lange muren alle oorlogsschepen uit te leveren.
Aanvankelijk Theramenes en later Critias, was in 404 v.Chr. de leider van het door de stad Sparta aangestelde oligarchische regime van de 30 tirannen in Athene. Reeds in 403 v.Chr. kwam deze regering ten val en werd de democratie onder Thracybulus hersteld.
Van 399-394 voerde Sparta oorlog met de Perzen, waarbij dezelfde Lysander sneuvelde in het jaar 395. In deze oorlog versloeg Konon van Athene met de Perzische vloot de Spartaanse vloot, waarna met behulp van Perzisch geld Athene zijn lange muren weer opbouwde.
Terugval in militaire slagkracht
In de 5de eeuw kostte het Sparta veel moeite om na de Perzische oorlogen, waarin Athene een hoofdrol speelde, zijn dominerende plaats in Griekenland te behouden. Alle kracht diende op de politiek gericht te worden en daardoor ging het geestelijke aspect verloren. Er werd dan ook in Sparta niets geschapen, dat maar enigszins de vergelijking met de klassieke werken van Athene kon doorstaan. Het bevolkingsaantal van strijdbare Spartanen liep drastisch terug, zo waren er in 479 nog 5.000 man onder de wapenen, welk aantal in het jaar 350 was gereduceerd tot hooguit 1.000 man. Athene stond aan de kant van Thebe in de Olynthische oorlog tussen Sparta en Thebe, die zou duren van 379-362. Thebe overwon in de slag bij Leuktra, acht kilometer van Platea gelegen door aanwending van een nieuwe schuine falanx (slagorde) het tot dan toe op land oppermachtige Sparta. Hierdoor kwam een einde aan een hoofdrol voor Sparta. Na de dood van koning Nabis, die regeerde van 207-193, kwam er een einde aan de onafhankelijkheid van Sparta. Het definitieve einde van de stad Sparta kwam in 396 n.Chr. toen het inclusief het heiligdom Artemis Orthia, met de grond gelijk werd gemaakt door de Goten onder leiding van hun aanvoerder Alarik.
Lees verder