Egyptische kunst 8: De rotsgraven
De rotsgraven komen in tijd na de piramiden en de mastaba's. Ze dateren uit de latere dynastieën, vooral uit het Middenrijk. Ze hebben hun naam te danken aan het feit dat ze in de rotsen zijn uitgehouwen.
Plunderingen
Waarom de Egyptenaren van de piramidevorm naar de rotsgraven zijn overgestapt, is niet met zekerheid te zeggen. Misschien deed men dat om lijkroof zoveel mogelijk te verhinderen. De piramiden waren van grote afstand al te zien en trokken zodoende de aandacht, ook van lieden met minder goede bedoelingen. Het is wel eens voorgekomen dat er in één piramide twintig mummies van Farao's zijn aangetroffen, zo hadden de lijkrovers huisgehouden in de verschillende koningsgraven.
Dat de oude Egyptenaren zo bedreven waren in het plunderen van graven is hen haast niet kwalijk te hemen. Ze leefden dikwijls in bittere armoede en konden door lijkroof een beter leven gaan leiden. Hele dorpen hebben honderden jaren van de opbrengst hiervan geleefd!
We kunnen de Egyptenaren zelf niet alle misstanden op dit gebied aanrekenen, want ook de Europeanen hebben in de piramiden grof huisgehouden. De Egyptische kunstschatten zijn bij hopen vervoerd naar musea over de hele wereld. Ook dit is te beschouwen als een -gecultiveerde- vorm van lijkroof. De rotsgraven waren minder opvallend en daardoor niet zo blootgesteld aan plunderaars.
Exterieur en interieur van de rotsgraven
Aan de buitenkant van de rots wordt de toegang tot het graf aangegeven door twee pijlers, die een zware dwarsbalk schijnen te dragen. Dat "dragen" is inderdaad niets meer dan schijn, want èn pijlers èn dwarsbalk zijn één met de rots waaruit zij gehouwen zijn. Deze pijlers zijn soms vierkant, soms achthoekig en ook wel zestienhoekig.
In één van de graven kunnen we duidelijk zien dat het dragen van de dwarsbalk, de architraaf, door de pijlers maar schijn is. Daar is namelijk een deel van een pijler verdwenen, zodat het bovenstuk ervan aan de architraaf hangt.
In de muur tegenover de ingang is een diepe nis, die hier de rol van serdab] -woonplaats van het dubbel- vervult. In die nis bevond zich een vrijstaand beeld, zittend, van de overledene. Ook dat beeld was ter plaatse uit de rots gehouwen.
De muren zijn geheel bedekt met muurschilderingen en reliëfs. Ook stonden op de muren de voorgeschreven gebeden en tevens al het goede dat de overledene tijdens zijn leven had gedaan. De zonden die hij niet gedaan had, stonden eveneens opgetekend.
Hieruit blijkt dat men er vast van overtuigd was dat het aardse leven van betekenis was en invloed uitoefende op het leven hiernamaals. De zorg voor het dubbel komt hiermee iets op de achtergrond, al moest men daar de nodige aandacht aan blijven besteden. De rotsgraven komen verder in aanleg overeen met de mastaba's.
Vindplaatsen en veranderingen
Dit soort graven vindt men in de rotswanden van de Nijl, tot Thebe toe. Uiterlijk veranderden de rotsgraven in de loop van de tijd. De aanleg werd steeds weelderiger, de grafkapel verdwijnt en daarvoor in de plaats verschijnen de graftempels. De graffacaden verdwijnen ook, met de bedoeling de toegang tot het graf zoveel mogelijk verborgen te houden.
© 2008 - 2024 Bvell, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Petra, de stad in de rotsenIn augustus 1812 reisde de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt (1784-1817) door het Nabije Oosten. Een pelgrim vertelde hem…