De gladiatoren tijdens het Romeinse Rijk
Gladiatoren die vochten in het Colloseum spreken nu nog steeds tot onze verbeelding. Het Colloseum was een niet te onderschatten politiek instrument. De keizer ontmoette er namelijk zijn burgers en kon ze dankzij de spelen die hij erin organiseerde controleren. De reputatie en het succes van een keizer werd dan ook vaak in verband gebracht met het organiseren van gevechten en spelen. Waren ze succesvol verlopen dan zou de keizer gunstig zijn bij de goden en dus een goeie keizer zijn. Maar waren ze slecht verlopen dan was de keizer niet lang meer zeker van zijn leven. Waarom waren Romeinen zo gefascineerd door gladiatoren? Hoe verliepen de spelen? Hoe en waarom werd je een gladiator?
Bron: Skeeze, Pixabay Gladiatorenspelen: het ontstaan
Lijkspelen
Gladiatorenspelen, ook wel munera genoemd hadden een lange geschiedenis. Ze ontstonden als onderdeel van lijkspelen voor de aristocratie. Dit zijn spelen die werden georganiseerd om iemands dood te herdenken omdat men geloofde dat men de zielen van de doden gunstig kon stemmen met mensenbloed.
Veteranen in overschot
De uitbreiding van deze spelen en de vele amfitheaters die overal in Italië te vinden zijn, kan men wellicht verklaren door de vele veteranen die terugkeerden naar Rome. Veteranen zijn soldaten die hun carrière in het leger succesvol hadden afgesloten.
Omwille van verschillende redenen keerden ze naar Rome terug en had men dus daar een overschot van mannen die heel wat kenden van wapentechnieken en dus ook een mogelijk gevaar waren voor de algemene veiligheid. Deze veteranen dronken uit verveling en daarom konden ze een gevaar betekenen voor de gewone burgers. Ze konden eveneens samensmeden tegen de keizer en dus moest men proberen deze mannen onder controle te houden door ze te laten doen waar ze goed in waren en dat was vechten maar dan op een gecontroleerde manier in de arena.
Politieke zwaartekracht dankzij spelen
Later tijdens de laat-republikeinse en de vroege keizertijd raakten de religieuze aspecten van gladiatorenshows op de achtergrond en draaide het meer rond politieke zwaartekracht en puur spektakel. De elite gebruikte de shows om hun eigen populariteit op te krikken.
Gladiatorenscholen: de opleiding
Wanneer werd je gladiator?
Een gladiator is iemand die meestal vrijwillig een contract afsloot. Hij gaf zijn vrijheid als burger voor een aantal jaren op en behoorde dus officieel tot de stand van de slaven.
Een gladiator werd je wanneer je je schulden niet meer kon betalen of wanneer je reeds slaaf was. Dat leverde het misprijzen van de Romeinen op. Toch kon een gladiator door moedig vechten de status van een superster krijgen en dit was voor enkelen ook een reden om gladiator te worden.
De ludus of vechtschool
Elke grote stad had een ludus of een vechtschool. In Rome alleen al had je 4 ludi maar de belangrijkste en eerste gladiatorenscholen bevonden zich in Capua. Het was in Capua dat Spartacus, een gladiator, de grote slavenopstand zou beginnen. De kazernes in de school waren comfortabel en het eten was er goed. Gladiatoren waren dan ook kostbaar en werden goed verzorgd. De opleiding verliep streng, soms bruut maar vooral erg gedisciplineerd. Een goede vechttechniek bood de gladiatoren de beste overlevingskansen in de arena. De gladiatoren doorliepen een algemene opleiding en kozen daarna één specialiteit. Er konden zo’n 2000 gladiatoren verblijven in deze scholen. Elke gladiator moest een eed afleggen waarin hij totale gehoorzaamheid beloofde aan zijn lanista.
De lanista
De baas van een school heette de lanista of ‘vleeshandelaar', een naam met een erg negatieve bijklank. Hij zag vooral zijn school als een onderneming. Hij kocht en verkocht gladiatoren zoals voetbalclubs nu voetballers kopen en verkopen. Wanneer een gladiator stierf in de arena kreeg hij een vergoeding van de editor, degene die de spelen organiseerde om het verlies te compenseren. Gladiatoren vochten maar een aantal keren per jaar en waren dus een dure investering. Dit ontkracht dan ook de mythe dat in elk gevecht een gladiator stierf. Een gladiator had 90 % kans dat hij een gevecht zou overleven.
De trainer
De doctor of trainer was meestal een oudere gladiator met ervaring. Zonder de juiste training waren gladiatorengevechten een gevaarlijke bezigheid, maar vooral saai voor de toeschouwers. Ze waren als acteurs en moesten spektakel verkopen. De doctor was vaak ook begonnen als slaaf maar kreeg na een moedig gevecht soms het houten zwaard. Dit betekent dat hij dan zijn vrijheid kreeg omdat hij zo goed had gevochten. Uitzonderlijk werden ook vrouwen gladiatoren.
Bron: Joduma, Pixabay Soorten gladiatoren
Er waren zo’n 20 soorten gladiatoren bekend. De eerste vermelde soorten gladiatoren zijn: de Samniet en de Gallier. Zij waren de traditionele vijanden van de Romeinen tijdens de republikeinse periode.
De Samniet
Een Samniet was oorspronkelijk een licht bewapende gladiator. Later werd hij zwaarder bewapend en kreeg tijdens het vroege keizerrijk een andere naam, hoplomachus. Hij droeg een helm met een grote pluim en een vizier. Hij had een dijhoge beenplaat aan zijn linkerbeen en een groot schild die leek op dat van een legioensoldaat. Hij beschikte ook over een kort zwaard.
De Galliër
Ook de Galliër was oorspronkelijk lichtbewapend met een traditioneel lang Gallisch schild en een recht zwaard met een kling van 60 cm. Aan het einde van de republiek kreeg hij een slagzwaard en een helm. Ook hij kreeg een andere naam tijdens het vroege keizerrijk, murmillo. Hij had een helm zonder vizier en een lang zeshoekig schild.
De Thraciër
De Thraciër verscheen in de 2e eeuw v. C in de arena. Hij had een helm met brede rand, een klein schild en twee dijhoge beenplaten. Hij beschikte over een traditioneel kromzwaard.
De retarius
De retarius of netman is waarschijnlijk de bekendste soort gladiator. Hij droeg enkel bescherming op zijn linkerarm en schouder. Hij had eveneens een groot metalen schouderschild ter bescherming van zijn nek en de onderkant van zijn gezicht. De retarius was als visser toegerust met een groot net en een drietand. Hij had ook nog een dolk.
Venationes: jachtdemonstraties
Romeinen uit hogere standen waren dol op jagen. Jachtdemonstraties waren een populaire vorm van entertainment voor hen. Geleidelijk aan ging men steeds exotischere dieren gaan gebruiken, dit dankzij de vele veroveringen van het Romeinse leger in de provincie Africa.
Zo waren er gevechten met olifanten, panters, krokodillen en nijlpaarden. Uiteraard ontbraken de leeuwen ook niet. De leeuwentemmer had een belangrijke taak omdat hij de dieren moest trainen om iets te doen wat onnatuurlijk voor hen was, namelijk mensen doden op bevel. De Romeinen hadden een oplossing gevonden voor hun krijgsgevangen of criminelen. Ze plaatsten ze ongewapend in de arena tegenover een groep leeuwen. Terwijl ze toekeken werden criminelen aan stukken gescheurd omdat de leeuwen van de leeuwentemmer menselijk vlees gevoerd kregen om te wennen aan de smaak. Maar soms liep het mis en vielen de leeuwen niemand aan. De oorzaak hiervan was het vele lawaai dat het publiek maakte. Een leeuw schrikt hiervan terug en weigert dan aan te vallen.
Wanneer dit gebeurde lag het lot van de leeuwentemmer in de handen van de editor en stierf hij als straf in de arena.
Op vele mozaïeken zijn venatoren te zien die op de dieren jaagden in de arena. Ze werden op dezelfde wijze opgeleid als de gladiatoren maar werden beschouwd als de minderen. Ze droegen meestal een korte, lichte tunica en beenpijpen. Ze droegen dus weinig bescherming maar soms waren hun armen en borstkas toch beschermd door een leren plaat.
Verloop van spelen
De pompa
Een voorstelling begon met een optocht van gladiatoren, de pompa. Deze optocht werd voorafgegaan door trompetblazers. Ze liepen met zijn tweeën naast elkaar met hun helmen en schilden in de hand.
De voorstelling met de dieren vond ’s ochtends plaats. Hierop volgden vaak de terechtstellingen van criminelen of christenen. Daarna kwamen de tironen, dat zijn de nieuwe en minder gekende gladiatoren. Soms vochten ze een duel uit maar vaak moesten ze met zijn allen de arena in en ontstond een groepsgevecht. Het was de editor die bepaalde hoe de spelen moesten verlopen.
Daarna kwamen de gekende gladiatoren om een tweegevecht te houden. Bij elk gevecht waren een aantal scheidsrechters aanwezig die keken of alles goed verliep. Meestal stonden vechters met gelijke kansen tegenover elkaar. Alle slagen waren toegelaten behalve dodelijke.
De editor
De organisator van de spelen heette de editor. Hij besliste na het gevecht over leven en dood. Het publiek had geen beslissingsrecht. Als de editor zijn duim uitstrekte ( en dus niet naar beneden zoals in de films), moest de verliezer sterven.
Gladiatorengevechten kenden vooral tot de 3e E.n.C. veel succes. Door het uitbreken van epidemieën, de vele burgeroorlogen binnen het rijk en de voortdurende bedreiging van de barbaren ontvluchtten de notabelen de stad en vestigden ze zich in hun villa’s op het platteland. Ze financierden geen stadsspelen meer en vele gladiatorenscholen moesten sluiten.
Lees verder