Journalistiek tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
Omdat Nederland in de Tweede Wereldoorlog onder Duits regime viel, moesten journalisten zich aan bepaalde persvoorschriften houden. In persvoorschriften stond welk nieuws wel en niet in kranten besproken mocht worden. Hiermee bleek de journalistiek weinig kritisch en een 'schoothond' van de samenleving. In een latere fase nam de Duitse propaganda zelfs helemaal de overmacht. Redacties van Nederlandse kranten werden compleet vervangen door redacteuren in dienst van de nazi's. Na de oorlog kwam veel kritiek op de journalistiek in deze periode. Dit leidde tot een nieuwe journalistieke aanpak na de oorlog.
Journalistiek in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog
Toen Nederland onder Duits regime viel, veranderde er veel aan de berichtgeving in Nederland. Er waren twee fases waarmee de journalistiek zich geleidelijk aan ontwikkelde. In
fase 1 was er sprake van een heimelijke overname en controle over de berichtgeving. Onopvallend werd er voor een verandering in de journalistiek gezorgd. Het vertrouwen van het volk werd daarbij behouden, en ook werd men (onbewust) enthousiast over de nazi-ideologie. In deze eerste fase golden een aantal persvoorschriften. Zo waren er
verboden persberichten; zoals foto's, tekeningen of andere afbeeldingen van de Koninklijke familie, het Nederlandse leger of van joden. Andere persberichten waren
ongewenst, zoals Engelse mode of Schotse rokjes, foto's van verwoestingen meidagen 1940, foto's die medelijden opwekken voor joden of andere volksvreemde elementen, foto's van Amerikaanse filmsterren of Engelse kinderverhalen. Andere onderwerpen werden juist
benadrukt in de persberichten in de eerste fase: begrippen 'nieuwe orde', 'nieuw Europa' of 'broederlijke samenwerking'.
In
fase 2 was de pers inmiddels zo ver beïnvloed door de geleidelijke inhoudsverandering in fase 1. Nederland was een openlijke spreekbuis geworden voor de Duitse propaganda. Zelfs hoofdredacteuren en redacties waren vervangen.
Illegale radio en pers
Om de Duitse macht tegen te gaan en verzet op te wekken, ontstonden veel illegale kranten. Deze kranten kenden wel problemen, ze hadden vaak papiertekort, konden maar moeilijk aan nieuws komen en het waren kleine, meer amateuristische bladen. Toch konden zij deels meewerken aan het ontwrichten van de Duitse propaganda. Ook Radio Oranje speelde een belangrijke rol in het ontwrichten van de Duitse propaganda. Koningin Wilhelmina gebruikte dit kanaal om verzet op te wekken tegen de nazi's. De radio-uitzendingen maakte ze in Londen.
Journalistiek na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog werd men meer bewust van de manier van verslag geven, en ook van de grote gevolgen die een bepaalde journalistieke aanpak kan hebben. Tussen journalistiek en politiek zat tot dan toe nog maar weinig afstand. Daarom waren journalisten vaak in dienst van de machthebbers, en baseerden ook hun verslaggeving daarop. Dit heeft in de oorlog mede voor de Duitse propaganda gezorgd. Na de oorlog ontstond daarom een discussie over de commercialisering van de pers. Commercialisering zou er voor zorgen dat de pers meer onafhankelijk is van de politiek, en daarom ook wanneer nodig de politiek kan bekritiseren. Ook wordt de illegale pers uit de oorlog mainstream.
Raad van Tucht / Raad voor de Journalistiek
Er wordt na de oorlog steeds meer gestreefd naar perszuivering en objectiviteit. Ook steeds meer afstand tot de politiek komt; subjectieve elementen uit de journalistiek verdwenen en journalisten werden selectiever. Mede door de strijd naar objectieve verslaggeving is de
Raad van Tucht opgericht in 1948. Deze raad werd opgericht door de
Nederlandse vereniging van Journalisten, die goede uitoefening van het journalistieke beroep hiermee veilig wilden stellen. In 1960 werd dit de
Raad van Journalistiek.