Het Egyptische Thèbai in de oudheid

Het Egyptische Thèbai in de oudheid De religieuze hoofdstad van Egypte Thèbai groeide in de oudheid ten koste van de stad Noebt en was vanaf het begin van het tweede millennium v.Chr. de grootste stad van Egypte. Dichtbij deze stad kwamen de westelijke- en oostelijke woestijnroutes bij elkaar wat de handel zeer ten goede kwam. Het bezit van deze stad was deswege belangrijk, omdat het de toegang tot Nubië met zijn goudmijnen vanuit het noorden beheerste. Door exploitatie van deze Nubische goudmijnen kon Egypte uitgroeien tot een imperiale grootmacht.

Algemeen

In de vierde dynastie werden er in Opper-Egypte talrijke nieuwe steden gesticht. Zo nam de stad Thèbai de plaats in van Noebt en Soenet (Denderah) verving Tjeni als regionaal bestuurscentrum. De stad Djeba overvleugelde in deze periode Nechen. In de eerste tussenperiode maakte Thèbai gebruik van Nubische boogschutters om de woestijnroutes met bestemming Gebtoe te veroveren en breidde vervolgens in de 11de dynastie onder Antef II zijn macht naar het noorden toe uit door de drie aangrenzende provincies (nomes) zijnde Gebtoe, Soenet en Hoet-sechem te veroveren. Thèbai continueerde de macht door vizier Amenemhat, voortgekomen uit het gewone volk, die de 12de dynastie in het leven riep en een zeer stabiel vorstenhuis zou vormen. Deze 12de dynastie was net als de 11de dynastie afkomstig uit Thèbai. Het bestuur was ronduit dictatoriaal en kenmerkte zich door een rigide bureaucratisch bestel, waarbij afwijkende geluiden absoluut niet getolereerd werden. Amenemhat (Amon staat voorop) had grote ambities en bouwde onder meer een grote tempel, wat tot dusverre niet zo gebruikelijk was, ter ere van zijn beschermgod, de Thèbaanse god Amon.

Het bouwen van een grote tempel in Opper-Egypte

Deze tempel van meer dan 100 meter lang en 65 meter breed domineerde de omgeving van Ipetsoet (Karnak) en was net als Luxor gesitueerd op de tegenover Thèbai gelegen oostelijke Nijloever. Een en ander in schril contrast met de onooglijke tempeltjes uit het Oude Rijk. In de regio van Thèbai lagen op de westelijke oever van de Nijl nog de dorpen Goernah en Medinet-Aboe. Ten tijde van de overheersing door de Hyksos was het onafhankelijke Egypte, waaronder de gouw Thèbai ingeklemd tussen deze overheersers en de Koesjieten uit Nubië. In eerste instantie werkten de Thèbanen nog samen met de Hyksos door tegen betaling de door hen in beslaggenomen landerijen te beheren. Allengs ontstonden er echter problemen, waarna de Hyksos uiteindelijk met grote moeite door de Thèbanen uit de regio en de Nijldelta werden verjaagd. Met de verwisseling van een dynastie verschoof gewoonlijk de macht van de ene stad naar de andere.

Thèbai in het Nieuwe Rijk in Egypte

Nadat een groep Thèbaanse loyalisten onder koning Ahmose de vorsten van de Hyksos had verdreven, werd met nieuw elan Egypte weer opgebouwd en ving er met de 18de dynastie, die bijna 250 jaar over de Nijlvallei zou heersen, een nieuw tijdperk aan. Het zelfvertrouwen van Egypte en geloof in eigen kunne kende geen grenzen en schitterende bouwwerken verrezen, waar vooral Thèbai waar deze dynastie uit voortkwam de vruchten van zou plukken. Tevens werd de buitenlandse handel geïntensiveerd en nam de rijkdom ook nog toe door veroveringsoorlogen en slim diplomatiek optreden. Al met al was het een gouden tijdperk. Dit is heden ten dage in Thèbai nog zichtbaar is in de vorm van het drastisch verfraaien van de in de 11de dynastie gebouwde tempel van Karnak, de kolossen van Memnon en grafvondsten in het Dal der Koningen van onder meer Toetanchamon. Voor het gewone volk veranderde er echter niet veel. Ze bleven gehuisvest in nederige woningen hun traditionele eigen huisgoden vereren en bleven onverminderd schatplichtig.

Religieuze veranderingen in Egypte

Amenhotep I, de zoon van Ahmose, verordonneerde de splitsing van het koninklijke grafcomplex in twee aparte delen. Allereerst een graftempel als permanent gedenkteken voor de koning, dat dienst deed als publiek centrum voor de verering van het koningschap. Daarnaast werd verborgen in de rotsen van westelijk Thèbai een diepe tombe uitgehouwen om voor eeuwig een veilige rustplaats te bieden aan de overleden koning. Een en ander om schending van de graven door roofrovers te verhinderen.
De 18de dynastie luidde een nieuw tijdperk van openbaar religieus spektakel in. Zo werden op hoogtijdagen de barkschrijnen van de goddelijke triade, zijnde Amon, Moet en Chonsoe, op de schouders van de priesters over de processieweg van Thèbai (Waset) gedragen en aan het volk getoond.

Het economisch beheer van tempelbezittingen

Vanuit het hoofdkwartier in Ipetsoet domineerde de verering van Amon de Thèbaanse samenleving op ieder niveau. Zo beheerde de hogepriester van Amon naast de uitgestrekte landerijen en andere bezittingen van de tempel van Ipetsoet, ook wereldse zaken zoals het toezicht op de lokale monumentenbouw en de mijnbouw in de Oostelijke woestijn en Nubië. Tempels waren deswege enorme bedrijven met grote aantallen personeel, waarvan tienduizenden onderdanen al dan niet direct afhankelijk van waren, ook al door de opgeslagen granen in de depots.

Adoptie als wapen tegen het ontbreken van een troonopvolger

In het kader van de erfelijke monarchie was reeds gedurende twee elkaar opvolgende generaties de troon bestegen door minderjarigen, gedeeltelijk voorafgegaan door het tussentijds regeren door vrouwelijke leden van de Koninklijke Familie. Zo'n constructie was verre van ideaal en werd in de hand gewerkt doordat Amenhotep I en zijn zuster-gemalin zelf de kinderen waren van een huwelijk tussen broer en zus, wat ook weer gold voor hun ouders. Daarom was het niet verwonderlijk dat de zuster-gemalin van Amenhotep I onvruchtbaar was. Om in de lacune van het hebben van een legitieme opvolger te voorzien, besloot Amenhotep I één van zijn meest getalenteerde hovelingen zijnde Thoetmosis te adopteren. Hoewel deze reeds de middelbare leeftijd had bereikt ten tijde van de troonsaanvaarding bleek dit een briljante zet.

De krijgshandelingen van Thoetmosis I en II

Ondanks het feit dat hij maar 12 jaar zou regeren was Thoetmoses I een zeer daadkrachtig man die Nubië veroverde door een groot aantal schepen over land langs de stroomversnellingen van de derde cataract te laten slepen. Daarmede was de weg vrij om de hoofdstad Kerma van Nubië grondig te verwoesten. Ook de staat Mitanni, dat de Hethieten uit het noorden van Syria had verdreven, werd in zijn vierde regeringsjaar verslagen. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Thoetmosis II, die gehuwd was met zijn halfzuster Hatsjepsoet, welke hem reeds na afloop van drie jaar regentschap voor haar stiefzoon Thoetmosis III zou opvolgen.

Het dagelijks bestuur tijdens het Nieuwe Rijk

Het spanningsveld tussen het bekleden van het mannelijke ambt door een vrouw bleef bestaan, vandaar dat adviseurs van Hatsjepsoet een nieuwe omschrijving van het begrip monarch voorstelden. Van nu af werd het woord voor paleis (per-aa) gebruikt voor de voornaamste bewoner ervan. Op deze wijze werd peraa (Pharaoh) de unieke benaming van de Egyptische vorst. Hatsjepsoet liet de hoofdtempel van de staatsgod Amon-Ra grondig verbouwen, waardoor het een monumentaal nationaal heiligdom werd. Verder verrezen er talloze schitterende bouwwerken, waaronder de tempel in Deir el-Bahri die nauw verbonden was met de moedergodin Hathor en recht tegenover de zuidelijke poort van Ipetsoet lag. Het staatsbestel van de eerste koningen van de 18de dynastie versterkte de absolute macht, terwijl het dagelijks bestuur van het land werd uitbesteed aan een kundige vizier.

De overdracht van macht

Ondertussen monopoliseerden bepaalde ambtenarenfamilies de overgebleven beste banen en gaven die banen net als de vizier veelal door van de ene generatie op de andere. Soms werd echter met deze traditie gebroken en benoemde de koning een andere familie om bepaalde taken uit te voeren. Zo werd de heersende elite eraan herinnerd, dat in een absolute monarchie de macht heel wisselvallig kon zijn. De Nijlvallei en de Delta werden onderverdeeld in 42 provincies (nomes).

Militaire acties en veldtochten

Eerst na 15 jaar werd Thoetmosis III alleenheerser, om vervolgens direct op te trekken tegen de zwaar versterkte stad Megiddo, die de Jizreëlvallei beheerste. Deze stad werd door het leger van Thoetmosis III omringd door een houten wal, waarna de inwoners zodanig werden uitgehongerd dat ze zich overgaven. Dit leverde naast gevangenen en concubines een rijke buit op van onder meer 2000 paarden en bijna 1000 strijdwagens. Deze gevangenen werden vervoerd naar de Nijlvallei en integreerden volledig in de Egyptische samenleving. Vervolgens ondernam hij in de loop van 20 jaar maar liefst 16 inspectiereizen naar het Nabije Oosten om tribuut te innen en een drietal veldtochten tegen de kustprotectoraten van de stadstaat Toenip in het noorden van Syria. Langzaam maar zeker annexeerde Egypte grote delen van het Nabije Oosten, waaronder Mitanni. Uiteindelijk zou Thoetmosis III al dan niet samen met Hatsjepsoet 53 jaar aan de macht zijn. Hij werd opgevolgd door de sportieve Amenhotep II, die zeer gecharmeerd was van paarden. Deze ondernam twee zeer succesvolle veldtochten tegen resp. Tachsy en naburige landen en Palestina, daarbij werd naast bijzonder veel zilver en in mindere mate goud ook 100.000 krijgsgevangenen als buit meegevoerd. Zijn opvolger Thoetmosis IV claimde de zonnegod Horemachet (Horus van de horizon) als zijn persoonlijke beschermer en wijdde zich geheel aan binnenlandse activiteiten. Dit was mogelijk geworden, omdat diplomatie een essentieel instrument werd om de vroegere veroveringen in het Nabije Oosten te consolideren.

Diplomatieke oorlogsvoering & extensieve bouw van monumenten

Ook zijn opvolger Amenhotep III ondernam ten gevolge van de ongebruikelijke stabiliteit in het Rijk geen enkele veldtocht naar het Nabije Oosten tijdens de 37 jaar van zijn regering. Om deze stabiliteit te continueren werden er op strategische punten garnizoenen gelegerd en graandepots langs de kust versterkt. Deswege kwam er tijd vrij om talloze bouwwerken te laten bouwen, waarbij de verbondenheid met de God Ra voorop stond. Om die reden werden beelden van de koning veelal gehouwen uit rood graniet of goudkleurig kwartsiet, waarbij een en ander tot uitdrukking kwam. In de omgeving van Gebel el-Silsila, 60 kilometer ten noorden van het eiland Aboe in Opper-Egypte maakt het Nubische zandsteen plaats voor het zachtere Egyptische kalksteen. Om de continue toevoer van goud uit Nubië te garanderen liet Amenhotep III op de westelijke oever van de Nijl het fort van Chaëmmaät (Soleb) bouwen om dat land te beschermen tegen verderop gelegen landen. Zijn opvolger Amenhotep IV/ Achnaton riep niets minder dan een co-regentschap uit, met zichzelf en de zonnegod als gezamenlijke souvereinen.

De verering van de zon

De zonneschijf (Aton) werd boven alle andere goden verheven, daartoe werd een eigen domein in de vorm van een stad gebouwd.
Deze stad Achet-Aton (de horizon van de zonneschijf) werd op een strategisch punt halverwege tussen Thèbai en Memphis gebouwd en was in feite één grote tempel om de zichtbare zon te kunnen vereren. Achnaton, gehuwd met Nefertiti, benoemde Merire tot hogepriester van de Aton (Aten), alhoewel het priesterschap eigenlijk overbodig geworden was. Dit omdat alle andere goden en dus ook Amon niet meer erkend werden. Tevens liet Achnaton zijn god niet meer uitbeelden. Deze culturele revolutie veroorzaakte enorme oppositie van de machtige Amonpriesters en hield dan ook maar 17 jaar stand. Daarna werd de situatie weer radicaal teruggedraaid. Toetanchamon, zijn negenjarige zoon verwekt met één van zijn bijvrouwen, versterkte zijn aanspraak op de troon door zijn huwelijk met Anchesenamon, de derde dochter van Nefertiti. Alras na 10 jaar overleed deze en kwam er een einde aan het Thoetmosiden-huis. Ay en de legeraanvoerder Horemheb waren de laatste vorsten van de 18de dynastie.
© 2015 - 2024 Zonne, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Achnaton en de verering van de AtenDe Egyptenaren kenden een geloof met veel goden (polytheïsme). Elke stad had zijn eigen beschermgod. In de tempels gewij…
Achnaton en de radicale breuk met de Amon-cultusAchnaton en de radicale breuk met de Amon-cultusAchnaton, die aanvankelijk bekend stond als Amenhotep IV, zou zorgen voor een drastische ommezwaai in de verering ingevo…
Egyptische kunst 2: Overzicht van de dynastieënOm de kunst van het oude Egypte te kunnen begrijpen is het van belang iets van de geschiedenis te weten. Een overzicht v…
Egyptische kunst 10. Achnaton, revolutie in kunst en religieAmenhotep IV, ook wel Achnaton, voerde het monotheïsme in; de dienst aan de zonnegod Aton. Naast deze revolutie op godsd…

Vluchtoord Uden, een Belgisch dorp op de Brabantse heiVluchtoord Uden, een Belgisch dorp op de Brabantse heiEnkele dagen na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, op 4 augustus 1914, vielen Duitse legers België binnen en scho…
De zorg voor ouderen in de MiddeleeuwenVoor ouderen in de Middeleeuwen die niet meer konden te werken, bestonden er diverse vormen van zorg. Ze konden een bero…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: 2346005, Pixabay
  • Het oude Egypte uitgave 2011 ISBN 978-90-263-2073-6 door Toby Wilkinson.
Zonne (298 artikelen)
Laatste update: 17-12-2019
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.